Gedicht
Umberto Fiori
CHINNING
If someone in the streetshouts at me: “What was that you said?”,
stops his motorbike, gets off, runs to catch me,
puts his claws on my collar,
it means they don’t fall into the void
when someone says them, the words
somewhere are heard.
I’m seen then: I am not invisible.
I’m not alone, if my head-buttings
find a chin. If the face is sore
and the teeth taste of blood
then it’s true: there is a place
where all of us are present.
And it is there that every moment
I wait for you.
© Translation: 2009, Alistair Elliot
KIN
Als iemand op straatmij toeschreeuwt: “Wat zei je?”,
zijn motor stilzet, afstapt, naar mij toe rent,
me bij mijn kraag grijpt,
besef ik dat ze toch niet vruchteloos zijn,
de woorden die wij zeggen:
ergens worden ze gehoord.
Ik word gezien. Ik ben niet transparant.
Ik ben niet alleen, als mijn kopstoot
een kin vindt. Als het voorhoofd pijn doet
en de tanden naar bloed smaken,
is het waar: er is een plaats
waar wij allemaal bestaan.
Daar zal ik elk moment
op jullie wachten.
© Vertaling: 2009, Ike Cialona
MENTO
Se qualcuno per stradami grida: “Che cos\'hai detto?”,
ferma la moto, scende, mi corre incontro,
mi branca per il colletto,
vuol dire che non cadono nel vuoto
quando uno le dice, le parole:
da qualche parte si sentono.
Mi si vede: non sono trasparente.
Non sono solo, se le mie testate
trovano un mento. Se la faccia fa male
e i denti sanno di sangue
allora è vero: c\'è un posto
dove tutti siamo presenti.
È lì che ogni momento
io vi aspetto.
© 1998, Umberto Fiori
From: Tutti
Publisher: Marcos y Marcos, Milano
From: Tutti
Publisher: Marcos y Marcos, Milano
Gedichten
Gedichten van Umberto Fiori
Close
KIN
Als iemand op straatmij toeschreeuwt: “Wat zei je?”,
zijn motor stilzet, afstapt, naar mij toe rent,
me bij mijn kraag grijpt,
besef ik dat ze toch niet vruchteloos zijn,
de woorden die wij zeggen:
ergens worden ze gehoord.
Ik word gezien. Ik ben niet transparant.
Ik ben niet alleen, als mijn kopstoot
een kin vindt. Als het voorhoofd pijn doet
en de tanden naar bloed smaken,
is het waar: er is een plaats
waar wij allemaal bestaan.
Daar zal ik elk moment
op jullie wachten.
© 2009, Ike Cialona
From: Tutti
From: Tutti
CHINNING
If someone in the streetshouts at me: “What was that you said?”,
stops his motorbike, gets off, runs to catch me,
puts his claws on my collar,
it means they don’t fall into the void
when someone says them, the words
somewhere are heard.
I’m seen then: I am not invisible.
I’m not alone, if my head-buttings
find a chin. If the face is sore
and the teeth taste of blood
then it’s true: there is a place
where all of us are present.
And it is there that every moment
I wait for you.
© 2009, Alistair Elliot
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère