Poetry International Poetry International
Gedicht

Umberto Fiori

CONTACTS

Do you see how I am
twisted, shrunken? Do you see this foot,
how I position it when I sit down?
This is all from the effort, over years,
not to knock into anyone. Cramped
against a seat, in a full bus,
to keep in place, avoid
even the slightest
touch of anyone next to me.

On the benches of the waiting rooms
or on the train, in the corridor, it was distressing
all the time to feel the dark
of my knee brushing against
the dark of theirs.

For hours and hours, for whole days
we were beside each other like
the flavours of ice cream
in the station bar.

Of truth and justice between us,
that space, the space of two fingers,
was what remained.

CONTACTEN

Zie je hoe krom en hoe
krampachtig ik ben? Zie je hoe ik,
als ik ga zitten, deze voet houd?
Zo heb ik mij al jaren ingespannen
om anderen niet aan te stoten. Stijf
op mijn zitplaats, in een volle bus,
verroer ik mij niet en ik schuw
met mijn buren
zelfs het geringste contact.

Op de banken van wachtkamers of
in de trein, in gangen, was het een kwelling
keer op keer de schemerzone te beroeren
tussen mijn knie en de hunne.

Uren en uren, hele dagen lang:
elkander zo nabij
als de verschillende smaken van het ijs
in het stationscafé.

Een twee vingers brede ruimte
bleef het enige ware en juiste
tussen ons.

CONTATTI

Lo vedi come sono
storto, contratto? Lo vedi questo piede,
quando mi siedo, come lo metto?
È tutto per lo sforzo, in tanti anni,
di non urtare le persone. Stretto
contro un sedile, dentro l’autobus pieno,
stare a posto, evitare
coi miei vicini
persino il minimo contatto.

Sulle panchine delle sale d’aspetto
o in treno, in corridoio, era una pena
ogni momento sentire sfiorarsi il buio
del mio ginocchio e del loro.

Ore e ore, giornate intere:
uno di fianco all’altro
stavamo, come i gusti del gelato
nel bar della stazione.

Di vero tra noi, di giusto,
lo spazio di due dita
era rimasto.
Close

CONTACTEN

Zie je hoe krom en hoe
krampachtig ik ben? Zie je hoe ik,
als ik ga zitten, deze voet houd?
Zo heb ik mij al jaren ingespannen
om anderen niet aan te stoten. Stijf
op mijn zitplaats, in een volle bus,
verroer ik mij niet en ik schuw
met mijn buren
zelfs het geringste contact.

Op de banken van wachtkamers of
in de trein, in gangen, was het een kwelling
keer op keer de schemerzone te beroeren
tussen mijn knie en de hunne.

Uren en uren, hele dagen lang:
elkander zo nabij
als de verschillende smaken van het ijs
in het stationscafé.

Een twee vingers brede ruimte
bleef het enige ware en juiste
tussen ons.

CONTACTS

Do you see how I am
twisted, shrunken? Do you see this foot,
how I position it when I sit down?
This is all from the effort, over years,
not to knock into anyone. Cramped
against a seat, in a full bus,
to keep in place, avoid
even the slightest
touch of anyone next to me.

On the benches of the waiting rooms
or on the train, in the corridor, it was distressing
all the time to feel the dark
of my knee brushing against
the dark of theirs.

For hours and hours, for whole days
we were beside each other like
the flavours of ice cream
in the station bar.

Of truth and justice between us,
that space, the space of two fingers,
was what remained.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère