Poetry International Poetry International
Gedicht

Maura Dooley

THE WORLD TURNED UPSIDE DOWN

DE OMGEKEERDE WERELD

Een bevroren ruit breken en optillen

en zien hoe mijn stad vreemd geworden is,
nu, in deze steeds warmere straten,
zoals de vuren van Frost Fair eens
alles wat bestendig was deden trillen,
een vlammensiddering, vuur op ijs, 1643,
het hele land keek wankelend toe.

Zoals het fonkelen van de straalbreking
het overgeleverde verhaal vervormt
van hoe een wirwar van sneeuw een schip
opsloot in het ijs bij Nova Zembla,
de bittere weken van verleden en toekomst
gevat in de duurzame kou van het ogenblik.

Hoe droomden zij in die witte
weerklank? Alles vloeide weg, dunde uit
tot een leegte, een patroon dat ieder patroon
verloor, een bleekheid die Wilson Bentley
zijn leven lang probeerde te definiëren.
Sneeuwvlok, geen twee ijsbloemen gelijk.

Ach, mijn arme taal,
die zoveel woorden heeft voor sneeuw
maar nooit het weer om ze te gebruiken,
alleen dit klamme verlangen naar stilte
dat kledder en brij is, dat een vreemd geworden
stad zou kunnen zijn, leven onder water.

THE WORLD TURNED UPSIDE DOWN

To break and lift a frozen pane

and see my city made strange,
now, in these warming streets,
the way fires at Frost Fair once
made all that was constant tremble,
a shiver of flame, fire on ice, 1643,
the country shook as it watched.

Just as the glint of refraction
distorts the story handed down
of how a skein of snow locked
a ship into ice at Nova Zembla,
the bitter weeks of past and future
held in the long cold of the moment.

How did they dream in that white
echo? Everything drained, thinned
to a blankness, pattern that lost
all pattern, a bleakness that took
Wilson Bentley a lifetime to define.
Snowflake, no two ice flowers alike.

Oh, my poor language,
that offers so many words for snow
but never the weather to use them,
only this damp longing for silence
that is sleet, that is slush, that might be
a city made strange, life under water.
Close

DE OMGEKEERDE WERELD

Een bevroren ruit breken en optillen

en zien hoe mijn stad vreemd geworden is,
nu, in deze steeds warmere straten,
zoals de vuren van Frost Fair eens
alles wat bestendig was deden trillen,
een vlammensiddering, vuur op ijs, 1643,
het hele land keek wankelend toe.

Zoals het fonkelen van de straalbreking
het overgeleverde verhaal vervormt
van hoe een wirwar van sneeuw een schip
opsloot in het ijs bij Nova Zembla,
de bittere weken van verleden en toekomst
gevat in de duurzame kou van het ogenblik.

Hoe droomden zij in die witte
weerklank? Alles vloeide weg, dunde uit
tot een leegte, een patroon dat ieder patroon
verloor, een bleekheid die Wilson Bentley
zijn leven lang probeerde te definiëren.
Sneeuwvlok, geen twee ijsbloemen gelijk.

Ach, mijn arme taal,
die zoveel woorden heeft voor sneeuw
maar nooit het weer om ze te gebruiken,
alleen dit klamme verlangen naar stilte
dat kledder en brij is, dat een vreemd geworden
stad zou kunnen zijn, leven onder water.

THE WORLD TURNED UPSIDE DOWN

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère