Gedicht
Sigitas Parulskis
The Little Broom
By the centre for ritual services stands an automobiledoors open, a man, perhaps about forty, with a little broom
in his hand sweeps away vine leaves,
pine needles, flower petals
fallen from truck beds, waves energetically trying
to also rake away all the
parts of the atmosphere that are full of the smell
of the last driven-around
corpse.
Later he will drive home, take his children to the zoo
or load up on fruits and vegetables at the wholesale store
on the edge of the city, he will put away his work tools, empty
beer bottles to be driven to the bottle buyers, and later
will sweep again, having slightly opened the door.
I climbed up the hill thinking about the broom
and garbage – you see, both one and the other
will always exist, we will be the broom and we will be
the garbage, even if we lived without ever arousing
God’s compassion –
remembered a poem by the American Randall Jarrell
that Radauskas liked:
a gunner’s remains
washed from the turret with a water hose
© Translation: 2009, Medeinė Tribinevičius
HET BEZEMPJE
Bij de uitvaartruimten staat een automet openstaande deuren, een man van misschien rond de veertig, veegt met een bezempje
in de hand de bladeren uit de laadruimte die van de kransen zijn gevallen, de dennennaalden, de bloemblaadjes, hij gebaart energiek in zijn poging
om ook die
deeltjes uit de ruimte op te vangen die doortrokken zijn van de geur
van zijn laatst vervoerde lijk
Daarna zal hij naar huis rijden, met zijn kinderen
een ritje naar de dierentuin maken
of de wagen volladen met groenten en fruit uit de supermarkt
aan de rand van de stad, hij zal er zijn gereedschap in doen, de lege bierflessen wegbrengen
die voor statiegeld moeten worden ingeruild, en daarna
zal hij weer gaan vegen, na de deuren te hebben geopend.
Ik klom een berg op en dacht aan de bezem
en het afval – want ze zullen er altijd zijn,
het een en het ander, we zullen zowel bezem als
afval zijn, zelfs als wij zouden leven zonder
de barmhartigheid des Heren te beproeven –
het gedicht van de Amerikaan Jarrel Randall schoot mij te binnen
dat Radauskas zo mooi vond:
uit het torentje van de bommenwerper worden de restanten van de schutter
met een waterslang weggespoeld.
© Vertaling: 2009, Jan Sleumer en Arlette Schellenbach
ŠLUOTELĖ
Prie ritualinių paslaugų rūmų stovi automobilispravirom durim, vyras, galbūt apie keturiasdešimt, su šluotele
rankoje šluoja iš krovininio salono nubyrėjusius
vainikų lapus, eglių spyglius
gėlių žiedlapius, mosuoja energingai, stengdamasis
užgriebti ir tas
atmosferos daleles, kurios prisisunkę paskutinį
sykį pasivažinėjusio
lavono kvapo.
Paskui jis važiuos namo, veš vaikus į zoologijos sodą
arba prisikraus vaisių ir daržovių didmeninėje parduotuvėje
miesto pakraštyje, susidės darbo įrankius, tuščius
į supirktuvę vežamus alaus butelius, o paskui
vėl šlavinės, prasidaręs duris.
Lipau į kalną, galvodamas apie šluotą
ir šiukšles, – juk visuomet egzistuos
ir viena, ir kita, būsime šluota, ir būsime
šiukšlės, net jeigu gyventume nepiktindami
Viešpaties gailestingumo, –
prisiminiau amerikiečio Randallo Jarrelo eilėraštį
patikusį Radauskui:
iš bombonešio bokštelio vandens žarna
išplaunami šaulio likučiai
© 2009, Sigitas Parulskis
Gedichten
Gedichten van Sigitas Parulskis
Close
HET BEZEMPJE
Bij de uitvaartruimten staat een automet openstaande deuren, een man van misschien rond de veertig, veegt met een bezempje
in de hand de bladeren uit de laadruimte die van de kransen zijn gevallen, de dennennaalden, de bloemblaadjes, hij gebaart energiek in zijn poging
om ook die
deeltjes uit de ruimte op te vangen die doortrokken zijn van de geur
van zijn laatst vervoerde lijk
Daarna zal hij naar huis rijden, met zijn kinderen
een ritje naar de dierentuin maken
of de wagen volladen met groenten en fruit uit de supermarkt
aan de rand van de stad, hij zal er zijn gereedschap in doen, de lege bierflessen wegbrengen
die voor statiegeld moeten worden ingeruild, en daarna
zal hij weer gaan vegen, na de deuren te hebben geopend.
Ik klom een berg op en dacht aan de bezem
en het afval – want ze zullen er altijd zijn,
het een en het ander, we zullen zowel bezem als
afval zijn, zelfs als wij zouden leven zonder
de barmhartigheid des Heren te beproeven –
het gedicht van de Amerikaan Jarrel Randall schoot mij te binnen
dat Radauskas zo mooi vond:
uit het torentje van de bommenwerper worden de restanten van de schutter
met een waterslang weggespoeld.
© 2009, Jan Sleumer en Arlette Schellenbach
The Little Broom
By the centre for ritual services stands an automobiledoors open, a man, perhaps about forty, with a little broom
in his hand sweeps away vine leaves,
pine needles, flower petals
fallen from truck beds, waves energetically trying
to also rake away all the
parts of the atmosphere that are full of the smell
of the last driven-around
corpse.
Later he will drive home, take his children to the zoo
or load up on fruits and vegetables at the wholesale store
on the edge of the city, he will put away his work tools, empty
beer bottles to be driven to the bottle buyers, and later
will sweep again, having slightly opened the door.
I climbed up the hill thinking about the broom
and garbage – you see, both one and the other
will always exist, we will be the broom and we will be
the garbage, even if we lived without ever arousing
God’s compassion –
remembered a poem by the American Randall Jarrell
that Radauskas liked:
a gunner’s remains
washed from the turret with a water hose
© 2009, Medeinė Tribinevičius
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère