Gedicht
Mangalesh Dabral
ACCOMPANIST
Accompanying the main singer’s monolith-weighed voiceHis own is beautiful delicate and quavering
He is the singer’s younger brother
Or his apprentice
Or a distant relative who travels on foot to learn
Under the main singer’s baritone
He matches his own echo since old times
Singing the second verse through tone’s intricate jungle
Lost in
The scale’s unstruck note
Straying into the scale’s further reaches
It is the accompanist who keeps the theme steady
Like gathering up the main singer’s left-behind objects
Like reminding him of his childhood
When he was just a novice
In the higher registers when the singer’s voice gives way
Inspiration leaving him fervour fading
His voice shedding ash-like
It is then that blending with the main singer
Appears from somewhere the accompanist’s tone
Sometimes he simply sings to join in
To remind the singer that he is not alone
And that once again the song can be sung
The same raga that has already been sung
And in his voice the faltering that is audible
Or his voice’s attempt at not raising the high notes
This shouldn’t be taken as his incompetence
But his own humanity.
© Translation: 2008, Sudeep Sen
DE BEGELEIDER
De zware steenachtige stem van de hoofdzanger begeleidendwas die stem, mooi, krachteloos trillend
Hij is de kleine broer van de hoofdzanger
of diens leerling
of een ver familielid dat te voet komt om te leren
In ’t krachtig geluid van de hoofdzanger
klinkt hij sinds mensenheugenis mee
Wanneer de zanger, mid-vers, allang de weg kwijt is
in een jungle van ingewikkelde melodieën
of zich verliest in een onhoorbaar geluid
het eigen do re mi voorbij
dan is het de begeleider die het thema vasthoudt;
verzamelt wat de hoofdzanger achterliet
alsof hij hem herinnert aan zijn jeugd
toen hij een beginner was
Als zijn stem begint te feilen
hij hees wordt in de hoge registers
als inspiratie hem verlaat; bezieling afneemt
iets as-achtigs zich afscheidt van zijn stem
dán komt de stem van de begeleider als uit het niets
geeft de hoofdzanger moed
Soms doet-ie zomaar even mee
als om te zeggen: je bent niet alleen
en dat de al gezongen melodie
nog eens gezongen kan worden
en een duidelijk te horen aarzeling in zijn stem
en de poging hoge noten te ontwijken
niet zijn falen
maar zijn menselijkheid benadrukken
© Vertaling: 2008, Annette van der Hoek
© 2000, Mangalesh Dabral
From: Aawaaz Bhi Ek Jagah Hai
Publisher: Vani Prakashan, New Delhi
From: Aawaaz Bhi Ek Jagah Hai
Publisher: Vani Prakashan, New Delhi
Gedichten
Gedichten van Mangalesh Dabral
Close
DE BEGELEIDER
De zware steenachtige stem van de hoofdzanger begeleidendwas die stem, mooi, krachteloos trillend
Hij is de kleine broer van de hoofdzanger
of diens leerling
of een ver familielid dat te voet komt om te leren
In ’t krachtig geluid van de hoofdzanger
klinkt hij sinds mensenheugenis mee
Wanneer de zanger, mid-vers, allang de weg kwijt is
in een jungle van ingewikkelde melodieën
of zich verliest in een onhoorbaar geluid
het eigen do re mi voorbij
dan is het de begeleider die het thema vasthoudt;
verzamelt wat de hoofdzanger achterliet
alsof hij hem herinnert aan zijn jeugd
toen hij een beginner was
Als zijn stem begint te feilen
hij hees wordt in de hoge registers
als inspiratie hem verlaat; bezieling afneemt
iets as-achtigs zich afscheidt van zijn stem
dán komt de stem van de begeleider als uit het niets
geeft de hoofdzanger moed
Soms doet-ie zomaar even mee
als om te zeggen: je bent niet alleen
en dat de al gezongen melodie
nog eens gezongen kan worden
en een duidelijk te horen aarzeling in zijn stem
en de poging hoge noten te ontwijken
niet zijn falen
maar zijn menselijkheid benadrukken
© 2008, Annette van der Hoek
From: Aawaaz Bhi Ek Jagah Hai
From: Aawaaz Bhi Ek Jagah Hai
ACCOMPANIST
Accompanying the main singer’s monolith-weighed voiceHis own is beautiful delicate and quavering
He is the singer’s younger brother
Or his apprentice
Or a distant relative who travels on foot to learn
Under the main singer’s baritone
He matches his own echo since old times
Singing the second verse through tone’s intricate jungle
Lost in
The scale’s unstruck note
Straying into the scale’s further reaches
It is the accompanist who keeps the theme steady
Like gathering up the main singer’s left-behind objects
Like reminding him of his childhood
When he was just a novice
In the higher registers when the singer’s voice gives way
Inspiration leaving him fervour fading
His voice shedding ash-like
It is then that blending with the main singer
Appears from somewhere the accompanist’s tone
Sometimes he simply sings to join in
To remind the singer that he is not alone
And that once again the song can be sung
The same raga that has already been sung
And in his voice the faltering that is audible
Or his voice’s attempt at not raising the high notes
This shouldn’t be taken as his incompetence
But his own humanity.
© 2008, Sudeep Sen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère