Paul Tran
HYPOTHESIS
HYPOTHESE
Of het waar is
dat de mot de vlam met de kaars verwart
met de maan of het natuurlijke licht
van de feromonen van een andere mot,
ik kan het niet zeggen.
Ik was de kaars.
Ik was de vlam
die door duisternis en in haar was verwekt
knabbelend aan een donker wordende lont.
Toen mot na mot na mot
om me heen zwermde met poederachtige vleugels,
vroeg ik waarom.
Ik vroeg hoe.
Ik vroeg of
ik zou kunnen overleven wetende
dat niet alles een reden heeft,
dat niet alles in staat is tot
of geïnteresseerd in rede.
Niets antwoordde.
Niets sprak
mijn taal van rook.
Publisher: 2023, Voor het eerst gepubliceerd op PoetryInternational.com,
HYPOTHESIS
Whether it’s true
that the moth mistakes the candle’s flame
for the moon or the bioluminescent
pheromones of another moth,
I can’t say.
I was the candle.
I was the flame
conceived in and by reason of
darkness, nibbling on a darkening wick.
When moth after moth after moth
swarmed me with their powdery wings,
I asked why.
I asked how.
I asked if
I could survive knowing
that not everything has a reason,
that not everything is capable
of or interested in reason.
Nothing answered.
Nothing spoke
my language of smoke.
From: All the flowers kneeling
Publisher: Penguin Random House,
HYPOTHESIS
Whether it’s true
that the moth mistakes the candle’s flame
for the moon or the bioluminescent
pheromones of another moth,
I can’t say.
I was the candle.
I was the flame
conceived in and by reason of
darkness, nibbling on a darkening wick.
When moth after moth after moth
swarmed me with their powdery wings,
I asked why.
I asked how.
I asked if
I could survive knowing
that not everything has a reason,
that not everything is capable
of or interested in reason.
Nothing answered.
Nothing spoke
my language of smoke.