Porsha Olayiwola
BRING ME THE BODY
BRENG ME HET LICHAAM
je zegt misschien moeten we geen seks hebben en
ik ben het meest opgewonden dat ik in tijden ben geweest–
hoe leg je dat uit? lust lotust? hebzucht stolt
een nieuwsgierige ontdekkingsreiziger tot veroveraar? dikheid,
zorgt altijd voor een catacombe aan blikken. zwartheid
is onsterfelijk in zijn sterfelijkheid. het lichaam is een bloeiende
grafkist, een lokkende prooi te bebloemblad om de vracht
te riskeren zelfs wanneer de zon een simpele
leefkost van ons vraagt. het is dag zesentwintig van de quarantaine
en als we niet aan het neuken zijn—waar, schat,
zijn we dan mee bezig? hoe anders slacht je tijd?
op welke andere manier kan ik weten dat ik leef dan jankend
op een lijk dat niet het mijne is. nou en,
huilt het matras. mijn adem, klam. mijn haren spinnen een web—
nou en, mijn onderarmen en dijwonden lekken.
ik heb geen nog ledemaat opgetild, of deze benen bewogen, of deze
doorweekte kist in weken geschud. ben ik niet nog steeds
het liefhebben waard, meisje? mag ik niet nog steeds de processie berijden,
schatje? tulpje-taal me. breng je lippen hierheen,
zoeter dan de geloftes die je gisteravond woedde. geef me
je kont, laat me hem voeren aan mijn boosheid, laat me mijn dorst
lessen. wie verlangt met al dit bloeden nog naar
een karkas? ik zou je uitrekken tot een kadaver
dat zingt, een spinnende verschijning. ik zou
al deze honger kunnen inpakken en het als kostbare gift in het graf
van ons bed leggen. het enige wat je hoeft te doen, mijn lief, is zeg–
Publisher: 2023, Voor het eerst gepubliceerd op PoetryInternational.com,
BRING ME THE BODY
you say maybe we shouldn’t have sex and
it's the most turned on i’ve been in awhile—
how to explain it? lust lotusing? greed curdling
a curious explorer into a conqueror? fatness,
always causes a catacomb of stares. blackness
is immortal in its mortality. the body is a flowering
casket, a luring prey too petaled to risk
the haul even when the sun asks a simple
living of us. it’s day twenty-six of the quarantine
and if we aren’t fucking—then darling, what
are we doing? how else to slaughter time?
what other way to know i am alive than howling
onto a corpse that is not my own. so what, the
mattress weeps. my breath, dank. my hairs cob a web—
so what, my underarms and thigh wounds ooze.
i haven’t lifted a limb, moved these legs, shaken
this sodden coffin in weeks. ain’t i still worth
the loving, girl? don’t i still get to ride the procession,
baby? tulip-talk me. bring over your lips,
sweeter than the vows wrathed last night. hand me
your ass, let me feed it to my anger, let me glut
the thirst. with all this bleeding who desires
a carcass anyway? i would stretch you into a cadaver
who sings, a purring apparition. i could wrap up
all this hunger and lay it a precious gift in the grave
of our bed. all you have to do, my love, is say—
Publisher: Wildness Press,
BRING ME THE BODY
you say maybe we shouldn’t have sex and
it's the most turned on i’ve been in awhile—
how to explain it? lust lotusing? greed curdling
a curious explorer into a conqueror? fatness,
always causes a catacomb of stares. blackness
is immortal in its mortality. the body is a flowering
casket, a luring prey too petaled to risk
the haul even when the sun asks a simple
living of us. it’s day twenty-six of the quarantine
and if we aren’t fucking—then darling, what
are we doing? how else to slaughter time?
what other way to know i am alive than howling
onto a corpse that is not my own. so what, the
mattress weeps. my breath, dank. my hairs cob a web—
so what, my underarms and thigh wounds ooze.
i haven’t lifted a limb, moved these legs, shaken
this sodden coffin in weeks. ain’t i still worth
the loving, girl? don’t i still get to ride the procession,
baby? tulip-talk me. bring over your lips,
sweeter than the vows wrathed last night. hand me
your ass, let me feed it to my anger, let me glut
the thirst. with all this bleeding who desires
a carcass anyway? i would stretch you into a cadaver
who sings, a purring apparition. i could wrap up
all this hunger and lay it a precious gift in the grave
of our bed. all you have to do, my love, is say—