Dichter
Mustafa Stitou
Mustafa Stitou
(Nederland, 1974)
© Pieter van der Meer / Tineke de Lange
Biografie
Als poëzie in essentie over het doorbreken van verwachtingen gaat, is Mustafa Stitou denkelijk een ideale dichter. Nadat hij met zijn derde bundel Varkensroze ansichten zowel de VSB-Poëzieprijs als de Jan Campertprijs in de wacht sleepte, bleef het tien jaar tamelijk stil tot in mei 2013 de bundel Tempel verscheen. In een interview met Het Parool zei: Stitou daarover. “Blijkbaar heb ik niet de drang om elke drie, vier jaar een bundel te publiceren. [. . .] Het is niet automatisch zo dat het innen van een prijs je vleugels geeft. Ik ben van mezelf vrij perfectionistisch en vaak nogal onzeker over wat ik opschrijf. Zo'n prijs helpt je daar echt niet als bij toverslag vanaf.”Stitou studeerde filosofie en rondde zijn studie af met een scriptie over het sublieme in de kunst. Hij schreef een paar toneelstukken en was een periode stadsdichter van Amsterdam. Stitou werd in 1974 in de Marokkaanse plaats Tetouan geboren en verhuisde op jonge leeftijd naar Lelystad. Toen hij in 1994 debuteerde met de bundel Mijn vormen meldde zijn toenmalige uitgever Vassallucci op de achterflap een primeur: “Voor het eerst verschijnt in het Nederlands een dichtbundel van Marokkaanse origine.” In zijn poëzie laat Stitou dikwijls de oosterse en westerse waarden en gedachtewerelden botsen, maar op een onvoorspelbare manier. In de gedichten van Stitou kan vrijwel alles een plaats krijgen. Juist die vermenging van het hoge en het lage, van verschillende culturen, werkt een zinderende spanning in de hand en roept tegelijkertijd dwingende vragen op. Bijvoorbeeld over identiteit, een van Stitous belangrijkste thema’s. Maar niet de holle identiteitsborstklopperij van boos-trotse autochtonen of allochtonen. Bij Stitou gaat het veel verder, in zijn poëzie wordt vrijwel alles tegen het licht gehouden en op houdbaarheid beproefd. Dat kunnen filosofische gedachten zijn zoals in het gedicht ‘Koppig’ waarin de zogeheten Rabbit-Duck theorie van Ludwig Wittgenstein op een geestige manier ter discussie wordt gesteld, maar ook banaal racisme, plastische chirurgie of de kracht van zelfhulpboeken of religies:
Ik kan stoppen met roken en ook als het niet lukt
Ik hou van mezelf ik ben niet dik niet klein niet rondIk heb een zachte pik zat liefde in mijn kippenborst
niet langer vrees ik uw toorn vader ik vrees niet
langer uw toorn vader uw toorn is natuurtroebel
het verborgene is het verborgene niet vader
het is de schittering over mensen dieren dingen
waarom knielend bidden
wanneer ikzelf het gebed ben?
Stitous poëzie gaat evengoed over het meest bijzondere als over het meest alledaagse. Over mensen dus, mensen die in wezen zo moeizaam aan verwachtingen voldoen, ongeacht wat ze willen, en net als Stitous poëzie is dat schrijnend en hilarisch tegelijk.
© Mischa Andriessen (Translated by Donald Gardner)
BibliographyPoetry
Mijn Gedichten, Vassallucci, Amsterdam, 1998
Varkensroze Ansichten, De Bezige Bij, Amsterdam, 2003
Tempel, De Bezige Bij, Amsterdam, 2013
Prose
Mijn Vormen, Arena, Amsterdam, 1994
Translations
Two Half Faces, Phoneme Media, translated by David Colmer, 2020
Gedichten
Gedichten van Mustafa Stitou
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère