Gedicht
Richard Minne
Day of Beauty
The bursting bud; the bee a-buzzing;the wind that whispers foolishness:
what men know simply as the spring
whose coming drives the earth quite senseless;
now my brain’s fizzing with all that –
I’d stick a feather in my hat
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
Oh, if I only could unbutton
In one big bunch I’d take you all on,
you lasses from the byre, the town,
you knowing one, you yokel-dumb,
you from the big house, from the slum,
and you, oh tree, and grass, and down,
you too, white slowly-pacing father,
you horse, you sun, you cloud, you water,
and I’d dance in amongst you all,
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
© Translation: 2003, Tanis Guest
From: The Low Countries 11
Publisher: Ons Erfdeel, Rekkem, 2003
From: The Low Countries 11
Publisher: Ons Erfdeel, Rekkem, 2003
Dag van schoonheid
Dag van schoonheid
De bot, die berst; de bij, die zoemt;de wind, die zotheid gaat vertellen:
wat men kortweg de lente noemt
en de aarde komt op stelten stellen;
dat klotst nu alles door mijn kop,
en ’k stak er wel een pluimken op,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
Als ik den band maar los kon knopen,
nam ik u allen dubbelthope:
gij meiskens uit de stad, den stal,
gij wijs als ’t boek, gij dom als oordje,
gij uit ’t kasteel en gij uit ’t poortje,
en gij, o boom, en gras, en wal,
gij witte, wandelende pater,
gij paard, gij zon, gij wolk, gij water,
en ’k danste midden in uw tas,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
© 1955, Richard Minne
From: In den zoeten inval en andere gedichten
Publisher: Van Oorschot, Amsterdam
From: In den zoeten inval en andere gedichten
Publisher: Van Oorschot, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Richard Minne
Close
Dag van schoonheid
De bot, die berst; de bij, die zoemt;de wind, die zotheid gaat vertellen:
wat men kortweg de lente noemt
en de aarde komt op stelten stellen;
dat klotst nu alles door mijn kop,
en ’k stak er wel een pluimken op,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
Als ik den band maar los kon knopen,
nam ik u allen dubbelthope:
gij meiskens uit de stad, den stal,
gij wijs als ’t boek, gij dom als oordje,
gij uit ’t kasteel en gij uit ’t poortje,
en gij, o boom, en gras, en wal,
gij witte, wandelende pater,
gij paard, gij zon, gij wolk, gij water,
en ’k danste midden in uw tas,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
© 1955, Richard Minne
From: In den zoeten inval en andere gedichten
Publisher: 1955, Van Oorschot, Amsterdam
From: In den zoeten inval en andere gedichten
Publisher: 1955, Van Oorschot, Amsterdam
Day of Beauty
The bursting bud; the bee a-buzzing;the wind that whispers foolishness:
what men know simply as the spring
whose coming drives the earth quite senseless;
now my brain’s fizzing with all that –
I’d stick a feather in my hat
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
Oh, if I only could unbutton
In one big bunch I’d take you all on,
you lasses from the byre, the town,
you knowing one, you yokel-dumb,
you from the big house, from the slum,
and you, oh tree, and grass, and down,
you too, white slowly-pacing father,
you horse, you sun, you cloud, you water,
and I’d dance in amongst you all,
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
© 2003, Tanis Guest
From: The Low Countries 11
Publisher: 2003, Ons Erfdeel, Rekkem
From: The Low Countries 11
Publisher: 2003, Ons Erfdeel, Rekkem
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère