Poetry International Poetry International
Gedicht

Richard Minne

Day of Beauty

The bursting bud; the bee a-buzzing;
the wind that whispers foolishness:
what men know simply as the spring
whose coming drives the earth quite senseless;
now my brain’s fizzing with all that –
I’d stick a feather in my hat
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
Oh, if I only could unbutton
In one big bunch I’d take you all on,
you lasses from the byre, the town,
you knowing one, you yokel-dumb,
you from the big house, from the slum,
and you, oh tree, and grass, and down,
you too, white slowly-pacing father,
you horse, you sun, you cloud, you water,
and I’d dance in amongst you all,
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.

Dag van schoonheid

Dag van schoonheid

De bot, die berst; de bij, die zoemt;
de wind, die zotheid gaat vertellen:
wat men kortweg de lente noemt
en de aarde komt op stelten stellen;
dat klotst nu alles door mijn kop,
en ’k stak er wel een pluimken op,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
Als ik den band maar los kon knopen,
nam ik u allen dubbelthope:
gij meiskens uit de stad, den stal,
gij wijs als ’t boek, gij dom als oordje,
gij uit ’t kasteel en gij uit ’t poortje,
en gij, o boom, en gras, en wal,
gij witte, wandelende pater,
gij paard, gij zon, gij wolk, gij water,
en ’k danste midden in uw tas,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
Richard Minne

Richard Minne

(België, 1891 - 1965)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit België

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

Dag van schoonheid

De bot, die berst; de bij, die zoemt;
de wind, die zotheid gaat vertellen:
wat men kortweg de lente noemt
en de aarde komt op stelten stellen;
dat klotst nu alles door mijn kop,
en ’k stak er wel een pluimken op,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.
Als ik den band maar los kon knopen,
nam ik u allen dubbelthope:
gij meiskens uit de stad, den stal,
gij wijs als ’t boek, gij dom als oordje,
gij uit ’t kasteel en gij uit ’t poortje,
en gij, o boom, en gras, en wal,
gij witte, wandelende pater,
gij paard, gij zon, gij wolk, gij water,
en ’k danste midden in uw tas,
als ik maar niet zo deftig was,
zo stijf in mijn geklede jas.

Day of Beauty

The bursting bud; the bee a-buzzing;
the wind that whispers foolishness:
what men know simply as the spring
whose coming drives the earth quite senseless;
now my brain’s fizzing with all that –
I’d stick a feather in my hat
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
Oh, if I only could unbutton
In one big bunch I’d take you all on,
you lasses from the byre, the town,
you knowing one, you yokel-dumb,
you from the big house, from the slum,
and you, oh tree, and grass, and down,
you too, white slowly-pacing father,
you horse, you sun, you cloud, you water,
and I’d dance in amongst you all,
if I weren’t so respectable,
so stiff in my black frock-coat.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère