Gedicht
Kees Ouwens
JUST NIGHT
Breathless, I left the flat. Darkness seemed to fall upon me.Madding clouds swept by in haste. With
tatters of moon. I sped away, following finite pavements,
pale lips taut – a stripe. Alternating here were
crops and trees, stubbornly holding their ground
the while, with me flitting past like a shade. So
driven now was I, ever swifter I sped
hither, the last pavement and road long gone,
just paths beneath my fleeting foot, just
night like endless steppe. Oh, how I loved myself,
and hence I wept, as if I would be lost.
© Translation: 2004, Francis R. Jones
SLECHTS NACHT
SLECHTS NACHT
Buiten adem verliet ik de woning. En het was alsof duisternis over mij kwam.Jachtige wolken trokken voorbij, zo haastig. Met
flarden maan. Zo spoedde ik mij heen, langs eindige trottoirs, de
bleke lippen strak – als streep. Afwisselend was hier
gewas, met bomen, stijfkoppig almaar zichzelf
staande houdend, met mij langs glijdend, als schim. Zo
gejaagd was ik nu, sneller, sneller, spoedde ik mij,
herwaarts, reeds lang geen stoepen meer, noch wegen,
slechts paden onder mijn haastige voet, slechts
nacht, als onafzienbare steppe. O, ik hield van mij,
en daarom weende ik, alsof ik verloren ging.
© 2002, Kees Ouwens
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: Meulenhoff, Amsterdam
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: Meulenhoff, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Kees Ouwens
Close
SLECHTS NACHT
Buiten adem verliet ik de woning. En het was alsof duisternis over mij kwam.Jachtige wolken trokken voorbij, zo haastig. Met
flarden maan. Zo spoedde ik mij heen, langs eindige trottoirs, de
bleke lippen strak – als streep. Afwisselend was hier
gewas, met bomen, stijfkoppig almaar zichzelf
staande houdend, met mij langs glijdend, als schim. Zo
gejaagd was ik nu, sneller, sneller, spoedde ik mij,
herwaarts, reeds lang geen stoepen meer, noch wegen,
slechts paden onder mijn haastige voet, slechts
nacht, als onafzienbare steppe. O, ik hield van mij,
en daarom weende ik, alsof ik verloren ging.
© 2002, Kees Ouwens
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: 2002, Meulenhoff, Amsterdam
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: 2002, Meulenhoff, Amsterdam
JUST NIGHT
Breathless, I left the flat. Darkness seemed to fall upon me.Madding clouds swept by in haste. With
tatters of moon. I sped away, following finite pavements,
pale lips taut – a stripe. Alternating here were
crops and trees, stubbornly holding their ground
the while, with me flitting past like a shade. So
driven now was I, ever swifter I sped
hither, the last pavement and road long gone,
just paths beneath my fleeting foot, just
night like endless steppe. Oh, how I loved myself,
and hence I wept, as if I would be lost.
© 2004, Francis R. Jones
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère