Gedicht
Kees Ouwens
he locks the car and knows . . .
he locks the car and knows . . .
I haven’t yet been allotted to death
the horizon still keeps its distance
across the triple verge – the middle,
the edges – the ripe light
strokes down, the open pulse
of autumn, the low sun
at afternoon’s end, the vein of gold
lies bare, unreal
green the grass, what has to be said
has made itself fit to be seen, what appears
and cannot be said otherwise
speaks for itself, I’ve believed
my eyes, I’ve not
been blind to it,
I’ve gone green-eyed
with the measure, the extent
to which it departs
leaves behind the destination
from which it springs
towards which it turns away
by order of the silence
one still evening
in order to drive away doom
in a world of standstill
becoming one with the message
there is a right to calmness
after time spent in the surprising
and a night that has a few hours
when daylight’s on the retreat
where to?
why his question
if the road is known, and the answer
will not have been his salvation?
© Translation: 2004, Francis R. Jones
hij sluit de auto af en weet . . .
hij sluit de auto af en weet . . .
ik ben nog niet aan de dood toegevallen
ver nog houdt zich de einder
over het drietal bermen – het midden,
de kanten – strijkt
het rijpe licht, de open pols
van de herfst, de lage zon
einde middag, de goudader
ligt bloot, onwerkelijk
groen het gras, wat er te zeggen valt
heeft zich toonbaar gemaakt, voor zichzelf spreekt
wat zich voordoet
en niet anders gezegd kan worden, ik heb mijn ogen
geloofd, ben er niet blind
voor gebleven,
het heeft me de ogen uitgestoken
in het opzicht, de mate
waarin het vertrekt
de bestemming achter zich laat
waar het uit voortkomt
waarheen het zich afwendt
op last van de stilte
in een roerloze avond
om de doem te verjagen
in een wereld van stilstand
de vereenzelviging met de boodschap
een recht is er op kalmte
na het verblijf in bevreemding
en een nacht van wat uren
bij een daglicht op de aftocht –
waarheen?
vanwaar zijn vraag
als de weg bekend is, het antwoord
niet zijn behoud zal geweest zijn?
© 2002, Kees Ouwens
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: Meulenhoff, Amsterdam
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: Meulenhoff, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Kees Ouwens
Close
hij sluit de auto af en weet . . .
hij sluit de auto af en weet . . .
ik ben nog niet aan de dood toegevallen
ver nog houdt zich de einder
over het drietal bermen – het midden,
de kanten – strijkt
het rijpe licht, de open pols
van de herfst, de lage zon
einde middag, de goudader
ligt bloot, onwerkelijk
groen het gras, wat er te zeggen valt
heeft zich toonbaar gemaakt, voor zichzelf spreekt
wat zich voordoet
en niet anders gezegd kan worden, ik heb mijn ogen
geloofd, ben er niet blind
voor gebleven,
het heeft me de ogen uitgestoken
in het opzicht, de mate
waarin het vertrekt
de bestemming achter zich laat
waar het uit voortkomt
waarheen het zich afwendt
op last van de stilte
in een roerloze avond
om de doem te verjagen
in een wereld van stilstand
de vereenzelviging met de boodschap
een recht is er op kalmte
na het verblijf in bevreemding
en een nacht van wat uren
bij een daglicht op de aftocht –
waarheen?
vanwaar zijn vraag
als de weg bekend is, het antwoord
niet zijn behoud zal geweest zijn?
© 2002, Kees Ouwens
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: 2002, Meulenhoff, Amsterdam
From: Alle gedichten tot dusver
Publisher: 2002, Meulenhoff, Amsterdam
he locks the car and knows . . .
he locks the car and knows . . .
I haven’t yet been allotted to death
the horizon still keeps its distance
across the triple verge – the middle,
the edges – the ripe light
strokes down, the open pulse
of autumn, the low sun
at afternoon’s end, the vein of gold
lies bare, unreal
green the grass, what has to be said
has made itself fit to be seen, what appears
and cannot be said otherwise
speaks for itself, I’ve believed
my eyes, I’ve not
been blind to it,
I’ve gone green-eyed
with the measure, the extent
to which it departs
leaves behind the destination
from which it springs
towards which it turns away
by order of the silence
one still evening
in order to drive away doom
in a world of standstill
becoming one with the message
there is a right to calmness
after time spent in the surprising
and a night that has a few hours
when daylight’s on the retreat
where to?
why his question
if the road is known, and the answer
will not have been his salvation?
© 2004, Francis R. Jones
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère