Poetry International Poetry International
Gedicht

Luljeta Lleshanaku

VERTICAL REALITIES

Waking is an obligation:

three generations open their eyes every morning

inside me.

 

The first is an old child – my father;

he always chooses his luck and clothes one size too small for him.

 

Next comes grandfather…In his day, the word ‘diagnosis’ did not exist.

He simply died of misery six months after his wife.

No time was wasted. Above their corpses

rose a factory to make uniforms for dockworkers.

 

And great-grandfather, if he ever existed,

I don’t even know his name. Here my memory goes on hiatus,

my peasant origins cut like the thick and yellow nails

of field-workers.

 

Three shadows loom like a forest over me

telling me what to do

and what not to do.

 

You listened to me say ‘good morning’

but it was either an elephant pounding on a piano

or the seams coming apart in my father’s little jacket.

 

Indeed, my father, his father, and his father before that

are not trying to change anything

nor do they refuse to change anything; the soap of ephemerality

leaves them feeling fresh and clean.

 

They only wish to gently touch the world again

through me, the way latex gloves

lovingly touch the evidence

of a crime scene.

VERTICALE REALITEITEN

Continuïteit is in mijn geval geen keuze maar een noodzaak,

omdat er in mij drie generaties tegelijk ontwaken. 

 

De eerste is een oud geworden kind: mijn vader;

hij kiest zijn lot en zijn kleren altijd een maat te klein.

 

Dan komt mijn grootvader. In zijn tijd was het woord ‘diagnose’ onbekend,

hij stierf gewoon van verdriet, zes maanden na zijn vrouw.

En zonder tijd te verliezen bouwde de gemeente boven hun lichamen

een fabriek waar grof katoenen uniformen werden vervaardigd. 

 

Van mijn overgrootvader, als die ooit heeft bestaan,

ken ik zelfs de naam niet, want hier vertoont mijn herinnering een hiaat 

– mijn boerse afkomst, gebroken als nagels die zijn vergeeld en verhoornd 

door het werk op het land.

 

Zij drieën verheffen zich boven mij als de bomen in een bos

en dicteren me wat ik moet doen

en wat ik niet mag.

 

Je hoorde me net ‘goedemorgen’ zeggen, wat klonk

alsof een olifant met zijn zware poten op een piano stampte

of alsof de naden van mijn vaders jasje openscheurden.

 

Ze doen geen moeite om iets te veranderen

en ook niets om dat tegen te gaan; ze voelen zich fris en schoongewassen 

met de goedkope zeep van tijdelijkheid.

 

Ze raken de wereld via mij opnieuw aan 

alsof ze latex handschoenen aanhebben,

om op de plaats van het misdrijf 

bewijs en motief zichtbaar te houden.

REALITETE VERTIKALE

Vazhdimësia, në rastin tim, nuk është zgjedhje, por detyrim,

që kur tre breza zgjohen njëherazi brenda meje.

 

I pari është një fëmijë i plakur: im atë;

fatin dhe veshjet i zgjedh gjithmonë një numër më të vogël.

 

Pastaj gjyshi. Në kohën e tij nuk njihej fjala “diagnozë”,

ai thjesht vdiq nga dëshpërimi gjashtë muaj pas së shoqes.

E pa humbur kohë, mbi trupat e tyre,

komuniteti ndërtoi një punishte uniformash prej doku.

 

E stërgjyshit, nëse ka ekzistuar një i tillë,

unë nuk ia di as emrin, këtu kujtesa pëson hiatus –

prejardhja fshatare e prerë si thonjtë e fortë

e të zverdhur nga puna në arë.

 

Të tre përkulen si një pyll sipër meje

dhe më diktojnë se çfarë duhet të bëj

e çfarë nuk duhet.

 

Sapo dëgjove prej meje një të tillë “mirëmëngjes”,

si e dalë prej një elefanti me putra mbi piano

apo prej shqepjeve të xhaketës së tim eti.

 

Ata nuk po orvaten të ndryshojnë ndonjë gjë

e as të kundërvihen; ndihen të freskët

ashtu të larë me sapunin e lirë të përkohësisë.

 

Thjesht e riprekin botën përmes meje

si me një palë doreza plastike,

për të ruajtur të pastër shkakun

në vendin e krimit.

Close

VERTICALE REALITEITEN

Continuïteit is in mijn geval geen keuze maar een noodzaak,

omdat er in mij drie generaties tegelijk ontwaken. 

 

De eerste is een oud geworden kind: mijn vader;

hij kiest zijn lot en zijn kleren altijd een maat te klein.

 

Dan komt mijn grootvader. In zijn tijd was het woord ‘diagnose’ onbekend,

hij stierf gewoon van verdriet, zes maanden na zijn vrouw.

En zonder tijd te verliezen bouwde de gemeente boven hun lichamen

een fabriek waar grof katoenen uniformen werden vervaardigd. 

 

Van mijn overgrootvader, als die ooit heeft bestaan,

ken ik zelfs de naam niet, want hier vertoont mijn herinnering een hiaat 

– mijn boerse afkomst, gebroken als nagels die zijn vergeeld en verhoornd 

door het werk op het land.

 

Zij drieën verheffen zich boven mij als de bomen in een bos

en dicteren me wat ik moet doen

en wat ik niet mag.

 

Je hoorde me net ‘goedemorgen’ zeggen, wat klonk

alsof een olifant met zijn zware poten op een piano stampte

of alsof de naden van mijn vaders jasje openscheurden.

 

Ze doen geen moeite om iets te veranderen

en ook niets om dat tegen te gaan; ze voelen zich fris en schoongewassen 

met de goedkope zeep van tijdelijkheid.

 

Ze raken de wereld via mij opnieuw aan 

alsof ze latex handschoenen aanhebben,

om op de plaats van het misdrijf 

bewijs en motief zichtbaar te houden.

VERTICAL REALITIES

Waking is an obligation:

three generations open their eyes every morning

inside me.

 

The first is an old child – my father;

he always chooses his luck and clothes one size too small for him.

 

Next comes grandfather…In his day, the word ‘diagnosis’ did not exist.

He simply died of misery six months after his wife.

No time was wasted. Above their corpses

rose a factory to make uniforms for dockworkers.

 

And great-grandfather, if he ever existed,

I don’t even know his name. Here my memory goes on hiatus,

my peasant origins cut like the thick and yellow nails

of field-workers.

 

Three shadows loom like a forest over me

telling me what to do

and what not to do.

 

You listened to me say ‘good morning’

but it was either an elephant pounding on a piano

or the seams coming apart in my father’s little jacket.

 

Indeed, my father, his father, and his father before that

are not trying to change anything

nor do they refuse to change anything; the soap of ephemerality

leaves them feeling fresh and clean.

 

They only wish to gently touch the world again

through me, the way latex gloves

lovingly touch the evidence

of a crime scene.

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
College Fine and applied arts - University Illinois
Rotterdam festivals
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère