Gedicht
Vanessa Kisuule
BLESSINGS
ZEGENINGEN
Ze zegt dat je armen dik lijken in tanktops.Terwijl ze pluis uit je afro plukt fronst ze, vraagt:
Wat voor vriendje heeft er nou zo’n naam?
Je krijgt de opdracht haar een extra groot glas
ijskoud sap te brengen en op je knieën te begroeten
alsof je haar om zegeningen of vergiffenis smeekt.
Ze werpt je een blik toe,
zo scherp en persoonlijk als kiespijn.
Pas als ze het vraagt vul je haar glas bij.
Ze buigt haar volle romp de laatste roddels in
over nichtjes die je ooit op een doopfeest hebt gezien.
Een waas van kralenvlechtjes, hazentanden en satijn.
De een is zwanger, een ander studeert medicijnen,
één is er weggestuurd met een enkeltje Entebbe
en een wang die vast en zeker nog zeer doet.
Je neemt het lege glas mee en
snijdt haar aan stukken in de schuldig stille keuken.
Kapotgebaarde buik. De stomme manier
waarop ze de ‘o’ van ‘develop’ altijd inslikt.
Haar dikke man en lompe dochter.
Knoestige vlek op haar schouder, een bedorven parel.
Haar hele gezicht één gerimpelde knokkel.
De vettige stoofpot die ze maakte toen je
bij haar thuis logeerde, voor je gevoel jarenlang,
al was het maar een week, je moeder zat of ziek
of voorgoed vertrokken, dat vertelden ze niet.
Die eerste nacht knuffelde ze je als haar eigen kind,
allebei beladen met wat je wist.
Haar likdoorns. De kitscherige zilveren gesp
op haar namaakschoenen. Je tovert haar om
tot een slagersetalage in Brixton. En niet gekweld
door wijsheid achteraf, schrob je de paarse lippenstift
van het glas. Op de trap hoor je haar
een verhaal vertellen dat je Moeder doet barsten
van het lachen.
© Vertaling: 2021, Jeske van der Velden
BLESSINGS
She says your arms look flabby in vest tops.Picking fluff from your afro she frowns, asks
what kind of name is that for a boyfriend?
You are told to serve her cold juice in
a tall glass, greet her on bent knees
as if seeking blessings or forgiveness.
She throws a glance at you,
sharp and private as toothache.
You refill her glass only when asked.
She leans her weight into fresh stories
of cousins you’ve met at christenings
a blur of beaded braids, buck teeth and satin.
One is pregnant, another studying Medicine,
one sent to Entebbe with no return ticket,
cheek no doubt still stinging.
You take the empty glass away and
in the kitchen’s complicit silence slice her up.
Birth bombed stomach. The stupid way
she pronounces ‘develop’, swallowing the O.
Her fat husband and rude daughter.
Bulbous mole on her shoulder, a sickened pearl.
Her whole face a pursed knuckle.
The oily stew she made when you
stayed at her house for what felt like years
but was a week, your mother stuck or sick
or gone for good, they never said.
She held you like her own that first night,
Both of you heavy with knowing.
Her bunions. The tacky silver clasp
on her knock off shoes. You make of her a
Brixton butchers window. And with no hindsight
to smite you, you sponge the glass clean
of plum lipstick. You hear her on the stairs,
telling a story that breaks your Mother open
with laughter.
© 2017, Vanessa Kisuule
From: A recipe for sorcery
Publisher: Burning Eye Books,
From: A recipe for sorcery
Publisher: Burning Eye Books,
Gedichten
Gedichten van Vanessa Kisuule
Close
ZEGENINGEN
Ze zegt dat je armen dik lijken in tanktops.Terwijl ze pluis uit je afro plukt fronst ze, vraagt:
Wat voor vriendje heeft er nou zo’n naam?
Je krijgt de opdracht haar een extra groot glas
ijskoud sap te brengen en op je knieën te begroeten
alsof je haar om zegeningen of vergiffenis smeekt.
Ze werpt je een blik toe,
zo scherp en persoonlijk als kiespijn.
Pas als ze het vraagt vul je haar glas bij.
Ze buigt haar volle romp de laatste roddels in
over nichtjes die je ooit op een doopfeest hebt gezien.
Een waas van kralenvlechtjes, hazentanden en satijn.
De een is zwanger, een ander studeert medicijnen,
één is er weggestuurd met een enkeltje Entebbe
en een wang die vast en zeker nog zeer doet.
Je neemt het lege glas mee en
snijdt haar aan stukken in de schuldig stille keuken.
Kapotgebaarde buik. De stomme manier
waarop ze de ‘o’ van ‘develop’ altijd inslikt.
Haar dikke man en lompe dochter.
Knoestige vlek op haar schouder, een bedorven parel.
Haar hele gezicht één gerimpelde knokkel.
De vettige stoofpot die ze maakte toen je
bij haar thuis logeerde, voor je gevoel jarenlang,
al was het maar een week, je moeder zat of ziek
of voorgoed vertrokken, dat vertelden ze niet.
Die eerste nacht knuffelde ze je als haar eigen kind,
allebei beladen met wat je wist.
Haar likdoorns. De kitscherige zilveren gesp
op haar namaakschoenen. Je tovert haar om
tot een slagersetalage in Brixton. En niet gekweld
door wijsheid achteraf, schrob je de paarse lippenstift
van het glas. Op de trap hoor je haar
een verhaal vertellen dat je Moeder doet barsten
van het lachen.
© 2021, Jeske van der Velden
From: A recipe for sorcery
From: A recipe for sorcery
BLESSINGS
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère