Poetry International Poetry International
Gedicht

Jonathan Griffioen

I have a recurring dream

I have a recurring dream.
I am standing on the p in front of the supermarket
I am the griffon in the field: a vortex that opens after 40 hours
I have wings
I am ready for brushwood town e.g.
my wings are almost grown enough to lift me up

that’s what I trumpet about at the office: feed me blackberries until
I resemble an 8-year old who shot himself in the head
with a blowpipe (stuffed with elderberries)

they want to put me back in the mazda
in order of suffering put me in the mazda
donning mourning attire
I’ll have to belt out to new housing developments
I can’t drive yet
I have to remember the names
conjure up my jimmy with bananas and bathtubs
with jimmy at the wheel wearing his headset

I’m afraid I’m the only one in the nick
both hands covering my eyes…

the sun will shine on me regardless
through an iron gate on a summers day I wait
on this summers day you’ll get to see my belly

it is noon – I’m in the office
surrounded by workstations

in the corridor in the office
a ladder has been placed
in among the workstations

I balance my left foot
on the top rung of the ladder

I take a hard mineral
ceiling tile from the ceiling.

I don’t know why, but
I do, and hold the tile in hand.

next, I’m stunned.
I’m overpowered.

I fall from the ladder.
I hear a noise.

a black figure appears
at the end of the corridor.

a shadow-beast. it moves in my direction
falteringly; as if he’s full of smaller beasts.

I can’t move.

he places his feet either side
of my bark, the shadow – he
leans forward – makes eye contact
– I have to pee, can’t keep it in.
I can’t stop him.
I can’t move.

the shadow-beast speaks:

I want to learn more about you
jonathan, say something in the I-form

ik heb een terugkerende droom

ik heb een terugkerende droom.
ik sta op de p voor de super
ik ben de leeuwarend in het veld; een vortex die na 40 uur opengaat
ik heb vleugels ik ben klaar voor o.a. de kreupelhoutstad
mijn vleugels zijn bijna genoeg gegroeid om mij op te tillen

dát bazuin ik op kantoor in de rondte: voer me bramen tot ik lijk
op een achtjarige die zichzelf voor zijn kop schoot
met een proppenschieter (vol vlierbessen)

ze willen mij weer in de mazda zetten
leed-hiërarchisch in de mazda zetten
moet ik met rouwklederen overtrokken
door nieuwbouwwijken tetteren
ik kan nog geen auto besturen
ik moet mij de namen herinneren
met bananen en badkuipen mijn jimmy opwekken
met jimmy achter het stuur met een koptelefoon op

ik ben bang dat ik de enige in de bak ben
met de handen voor ogen…

de zon komt hoe dan ook op mij te schijnen
door een ijzeren hek op de zomerdag ik wacht
op de zomerdag krijg je mijn buik te zien

het is midden op de dag—ik ben op kantoor
omringd door werkplekken

op de gang op kantoor
is een ladder neergezet
tussen de werkplekken in

ik balanceer met mijn linkervoet
op de bovenste ladderpost.

ik neem een hardminerale
plafondtegel uit het plafond.

ik weet niet waarom, maar
ik doe het, en houd de tegel in handen.

dan word ik overvallen.
ik word overmeesterd.

ik val van de ladder.
ik hoor ruis.

verschijnt een zwarte gestalte
aan het einde van de gang.

het is een schaduwdier. hij beweegt in mijn richting
haperend; alsof hij vol kleinere dieren zit.

ik kan mij niet bewegen.

hij zet zijn voeten aan weerszijden
van mijn bast de schaduw—hij
buigt voorover—maakt oogcontact
—ik moet plassen, kan het niet binnenhouden.
ik kan hem niet tegenhouden.
ik kan niet bewegen.

het schaduwdier zegt met een stem:

ik wil meer over je te weten komen
jonathan; zeg eens iets in een ik-zin
Close

ik heb een terugkerende droom

ik heb een terugkerende droom.
ik sta op de p voor de super
ik ben de leeuwarend in het veld; een vortex die na 40 uur opengaat
ik heb vleugels ik ben klaar voor o.a. de kreupelhoutstad
mijn vleugels zijn bijna genoeg gegroeid om mij op te tillen

dát bazuin ik op kantoor in de rondte: voer me bramen tot ik lijk
op een achtjarige die zichzelf voor zijn kop schoot
met een proppenschieter (vol vlierbessen)

ze willen mij weer in de mazda zetten
leed-hiërarchisch in de mazda zetten
moet ik met rouwklederen overtrokken
door nieuwbouwwijken tetteren
ik kan nog geen auto besturen
ik moet mij de namen herinneren
met bananen en badkuipen mijn jimmy opwekken
met jimmy achter het stuur met een koptelefoon op

ik ben bang dat ik de enige in de bak ben
met de handen voor ogen…

de zon komt hoe dan ook op mij te schijnen
door een ijzeren hek op de zomerdag ik wacht
op de zomerdag krijg je mijn buik te zien

het is midden op de dag—ik ben op kantoor
omringd door werkplekken

op de gang op kantoor
is een ladder neergezet
tussen de werkplekken in

ik balanceer met mijn linkervoet
op de bovenste ladderpost.

ik neem een hardminerale
plafondtegel uit het plafond.

ik weet niet waarom, maar
ik doe het, en houd de tegel in handen.

dan word ik overvallen.
ik word overmeesterd.

ik val van de ladder.
ik hoor ruis.

verschijnt een zwarte gestalte
aan het einde van de gang.

het is een schaduwdier. hij beweegt in mijn richting
haperend; alsof hij vol kleinere dieren zit.

ik kan mij niet bewegen.

hij zet zijn voeten aan weerszijden
van mijn bast de schaduw—hij
buigt voorover—maakt oogcontact
—ik moet plassen, kan het niet binnenhouden.
ik kan hem niet tegenhouden.
ik kan niet bewegen.

het schaduwdier zegt met een stem:

ik wil meer over je te weten komen
jonathan; zeg eens iets in een ik-zin

I have a recurring dream

I have a recurring dream.
I am standing on the p in front of the supermarket
I am the griffon in the field: a vortex that opens after 40 hours
I have wings
I am ready for brushwood town e.g.
my wings are almost grown enough to lift me up

that’s what I trumpet about at the office: feed me blackberries until
I resemble an 8-year old who shot himself in the head
with a blowpipe (stuffed with elderberries)

they want to put me back in the mazda
in order of suffering put me in the mazda
donning mourning attire
I’ll have to belt out to new housing developments
I can’t drive yet
I have to remember the names
conjure up my jimmy with bananas and bathtubs
with jimmy at the wheel wearing his headset

I’m afraid I’m the only one in the nick
both hands covering my eyes…

the sun will shine on me regardless
through an iron gate on a summers day I wait
on this summers day you’ll get to see my belly

it is noon – I’m in the office
surrounded by workstations

in the corridor in the office
a ladder has been placed
in among the workstations

I balance my left foot
on the top rung of the ladder

I take a hard mineral
ceiling tile from the ceiling.

I don’t know why, but
I do, and hold the tile in hand.

next, I’m stunned.
I’m overpowered.

I fall from the ladder.
I hear a noise.

a black figure appears
at the end of the corridor.

a shadow-beast. it moves in my direction
falteringly; as if he’s full of smaller beasts.

I can’t move.

he places his feet either side
of my bark, the shadow – he
leans forward – makes eye contact
– I have to pee, can’t keep it in.
I can’t stop him.
I can’t move.

the shadow-beast speaks:

I want to learn more about you
jonathan, say something in the I-form
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère