Gedicht
John Kinsella
SKELETON WEED/GENERATIVE GRAMMAR
KNIKBLOEM/GENERATIEVE GRAMMATICA
(I) PersoonsvormHet ‘ik’ slikt wat gezegd wordt –
ja, het laat zich gemakkelijk leiden
over de vloeren van het gesprek
om te merken dat het een kracht is
die gemakkelijk wordt uitgeschakeld:
het is zinloos de rekening op te maken
aangezien vleselijke belangen je niets
anders vertellen dan aanvaardbaarheid
& taboe. Hoe knikbloem de oogst besmet
bijvoorbeeld – die rozet van basale
bladeren ontketent een fatale
stengel met madeliefjesachtige bloemen
die (zich in) clusters van parachutezaden
laten vallen. Wordt er één over het hoofd
gezien bij het uitkammen van het veld
(anoniem geklede mannen & vrouwen zitten
op een spinachtig vlot, voortgesleept door
een zwoegende tractor, terwijl sleur
de vrije-wilfactor op de proef stelt),
dan kan dat een ramp zijn.
(II) Zinsstructuur
{[(de constituent(en))] [((analys)eren)]}
we zoeken(?) in de wol van schapen
naar meeliftende knikbloemzaden -
hun weerhaakjes zijn als gemaakt
voor wol: het ministerie van landbouw
heeft besloten selectief te ZIJN
hoewel het toegeeft dat ons speurwerk
het ‘onderzoek’ kan ondersteunen.
(III) transformationeel
Er was een jaar dat de boer ons vroeg of we
ons niet schuldig voelden omdat we er een
over het hoofd hadden gezien & zo zijn verwachte
topoogst hadden bedorven. Zijn bedrijf
in quarantaine het volgende jaar. Verloren,
zijn gedroomde niet ingezaaide topoogst.
Zijn kredietwaardigheid. Zijn huwelijk.
De studie van zijn zoon & dochter op hun
exclusieve kostscholen in de stad. Zijn
alcoholprobleem. En vervolgens zijn
zenuwinstorting & opname. (?) Wij bleven
& blijven passief. Nog steeds bleven
& blijven we passief. Maar we [kek(en)]
collectief & individueel diep
in onsZELF. Onze zwijgzaamheid
was een uiting van een luid innerlijk verhaal.
Een luid innerlijk verhaal was een uiting
van onze zwijgzaamheid. Wat mij betreft,
ik heb in mijn schuldwoordenboek het volgende
opgenomen: zal ik morgen nog voelen
wat ik vandaag voel? En die magere
gele bloempjes: zo mooi op de knokige
structuren die ze knikbloem noemen.
© Vertaling: 2017, Maarten Elzinga
From: Selected Poems
Publisher: 2016, Picador, London
From: Selected Poems
Publisher: 2016, Picador, London
SKELETON WEED/GENERATIVE GRAMMAR
(i) Finite-stateThe ‘i’ takes in what is said —
yes, it is easily led
across the floors of discourse
only to find itself a force
easily reckoned with: there’s
no point in stock-taking arrears
as fleshly interests tell you
nothing except acceptability & taboo.
Take skeleton weed infesting
the crop — rosette of basal
leaves unleashing a fatal
stem with daisy-like flowers
that drop (into) parachute clusters
of seeds. One missed when
they scour the field (men
& women anonymously-clothed
seated on a spidery raft dragged
behind a plodding tractor,
monotony testing the free-will factor),
can lead to disaster.
(ii) Phrase-structure
{[((analyz)ing)] [the ((constituent)s)]}
we examine(?) the wool of sheep
for free-loading skeleton-weed seeds,
their teeth specifically designed
for wool: the ag department
have decided they ARE selective
though admit our investigations
will help their ‘research’.
(iii) transformational
One year the farmer asked us if we
felt guilty for missing one & hence ruining
his would-have-been bumper crop.
Quarantined the following year. Losing
his unseeded would-be bumper crop.
Ruining his credit rating. His marriage.
His son's & daughter’s places
at their exclusive city boarding
schools. His problem with alcohol.
His subsequent breakdown
& hospitalization. (?) We remained
& still remain passive. Still we remained
& remain passive. But we [look(ed)] deeply,
collectively & independently
into our SELVES. Our silence
was an utterance of a loud inner speech.
A loud inner speech was an utterance
of our silence. Speaking for myself,
I’ve included in my lexicon of guilt
the following: what I feel today
will I feel tomorrow? And those tight
yellow flowers: so beautiful on the wiry
structures they call ‘skeleton weed’.
From: Selected Poems
Publisher: Picador, London
Publisher: Picador, London
Gedichten
Gedichten van John Kinsella
Close
KNIKBLOEM/GENERATIEVE GRAMMATICA
(I) PersoonsvormHet ‘ik’ slikt wat gezegd wordt –
ja, het laat zich gemakkelijk leiden
over de vloeren van het gesprek
om te merken dat het een kracht is
die gemakkelijk wordt uitgeschakeld:
het is zinloos de rekening op te maken
aangezien vleselijke belangen je niets
anders vertellen dan aanvaardbaarheid
& taboe. Hoe knikbloem de oogst besmet
bijvoorbeeld – die rozet van basale
bladeren ontketent een fatale
stengel met madeliefjesachtige bloemen
die (zich in) clusters van parachutezaden
laten vallen. Wordt er één over het hoofd
gezien bij het uitkammen van het veld
(anoniem geklede mannen & vrouwen zitten
op een spinachtig vlot, voortgesleept door
een zwoegende tractor, terwijl sleur
de vrije-wilfactor op de proef stelt),
dan kan dat een ramp zijn.
(II) Zinsstructuur
{[(de constituent(en))] [((analys)eren)]}
we zoeken(?) in de wol van schapen
naar meeliftende knikbloemzaden -
hun weerhaakjes zijn als gemaakt
voor wol: het ministerie van landbouw
heeft besloten selectief te ZIJN
hoewel het toegeeft dat ons speurwerk
het ‘onderzoek’ kan ondersteunen.
(III) transformationeel
Er was een jaar dat de boer ons vroeg of we
ons niet schuldig voelden omdat we er een
over het hoofd hadden gezien & zo zijn verwachte
topoogst hadden bedorven. Zijn bedrijf
in quarantaine het volgende jaar. Verloren,
zijn gedroomde niet ingezaaide topoogst.
Zijn kredietwaardigheid. Zijn huwelijk.
De studie van zijn zoon & dochter op hun
exclusieve kostscholen in de stad. Zijn
alcoholprobleem. En vervolgens zijn
zenuwinstorting & opname. (?) Wij bleven
& blijven passief. Nog steeds bleven
& blijven we passief. Maar we [kek(en)]
collectief & individueel diep
in onsZELF. Onze zwijgzaamheid
was een uiting van een luid innerlijk verhaal.
Een luid innerlijk verhaal was een uiting
van onze zwijgzaamheid. Wat mij betreft,
ik heb in mijn schuldwoordenboek het volgende
opgenomen: zal ik morgen nog voelen
wat ik vandaag voel? En die magere
gele bloempjes: zo mooi op de knokige
structuren die ze knikbloem noemen.
© 2017, Maarten Elzinga
From: Selected Poems
Publisher: 2016, Picador, London
From: Selected Poems
Publisher: 2016, Picador, London
SKELETON WEED/GENERATIVE GRAMMAR
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère