Poetry International Poetry International
Gedicht

Geert van Istendael

De man die naast het frietkot woont

De man die naast het frietkot woont

De man die naast het frietkot woont

Ik heb het al wel duizend keer gezegd,
tegen de Geoffrey van het frietkot.
Uw afsluiting, da’s niet genoeg,
een plaat beton, dat moet daartegen
of avanceerstenen, ’t is eendert, als ’t maar toe is.
Maar peinst gij dat die luistert?
Hij hoort u nog allengs niet.
Altijd die écouteurs op zijne kop.

Pas op, ’t is nu nog redelijk proper rond zijn kot.
Ge zoudt ‘ne keer de vrijdag moeten komen,
als de jong’ gasten met hun brommers uitgaan,
dan ligt hier ’t een pak friet neffest ’t ander.
Ik ben al zeker drie keer uitgeschoven,
ja, op de mayonaise, op wat anders?
De vierde keer was ’t op een curryworst,
da’s nog te smerig voor een rat mee dood te doen.
En weet ge wat de Geoffrey doet als hem dat ziet?
Die lacht ‘ne keer gelijk als ‘nen onnozele.
Zie, als ’k ik niet zo ‘ne stille mens was,
ik peins da ’k ik zijn tanden uit zijn frank bakkes had geslagen,
dat hem een nieuw salle à manger kost installeren.
Ik wil maar zeggen . . . 
Kom nee, ik zeg niks meer.
Close

De man die naast het frietkot woont

Ik heb het al wel duizend keer gezegd,
tegen de Geoffrey van het frietkot.
Uw afsluiting, da’s niet genoeg,
een plaat beton, dat moet daartegen
of avanceerstenen, ’t is eendert, als ’t maar toe is.
Maar peinst gij dat die luistert?
Hij hoort u nog allengs niet.
Altijd die écouteurs op zijne kop.

Pas op, ’t is nu nog redelijk proper rond zijn kot.
Ge zoudt ‘ne keer de vrijdag moeten komen,
als de jong’ gasten met hun brommers uitgaan,
dan ligt hier ’t een pak friet neffest ’t ander.
Ik ben al zeker drie keer uitgeschoven,
ja, op de mayonaise, op wat anders?
De vierde keer was ’t op een curryworst,
da’s nog te smerig voor een rat mee dood te doen.
En weet ge wat de Geoffrey doet als hem dat ziet?
Die lacht ‘ne keer gelijk als ‘nen onnozele.
Zie, als ’k ik niet zo ‘ne stille mens was,
ik peins da ’k ik zijn tanden uit zijn frank bakkes had geslagen,
dat hem een nieuw salle à manger kost installeren.
Ik wil maar zeggen . . . 
Kom nee, ik zeg niks meer.

De man die naast het frietkot woont

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère