Gedicht
Barbara Köhler
AFTERWORD, INTERIM
Turning, returning again: to unattainable places.Where being is, but no staying. But where are we after all, where should we stay if not in verbindung, we’ll keep in touch, in the transiency of what touches us, remembering. Each other. And unattainable places, other times, other worlds, underworlds, floating islands, fields of words, AREALE, non-places: ou tópoi.
Turning, returning again: to the beginning in which, as scripture says, WAS the word, das wort WAR – WAR in another language: the father of all things. A word, ein wort, a mort-ification, the sore spot, a neuralgic point at the end, of the sentence, of life . . . a full stop. Fixations, terminated, brought to a standstill, lifelessness, blank spaces, bullet holes. Whiteflash: and words like snowflakes on a winter’s day.
Turning, returning again. But not straight to the point, not cutting to the chase. Not point-to-point on a line, that subject-predicate-object firing-line, one-liners, wieldy definitive state-ments, bullseyes. Proceed via GO, make another point, the other half of the semicolon, of a colon: go to the beginning, not back. At every beginning of a genealogy there are two, a pair, knots in the net, in the web.
Turning, returning again: to a material, some 3000 years old, Penelope’s web, where night by night is undone what’s been made, the daily to and fro of the shuttle is reversed, a movement and its counter-movement, a texture spreading out into time, what stays for the time being are the warp threads, vertical; the one weft, though, horizontal, comes and goes, and both return.
Turning, returning again: to the sea, and from the shuttle to the ship, to the journey of all journeys: the Odyssey, a return from a war, a ten-year return from ten years of war, with reversals for Odysseus, the versatile man, the man of twists and turns, anér polýtropos, or: on many keels. A journey embarked upon with many companions from the victorious side of the war; returning he is alone.
Turning, returning again: to the alpha at the start of the alphabet, the first vowel, the text at the start of the story-telling whose first word is ándra, its first and final letter. A word: a man, an alpha male, who tells the story and of whom it tells, whose name gives the story its name, that it takes away from him (he takes from himself): who at one point says his name is Nobody, which sounds almost like a slip of the tongue – oútis, Odyss . . .
Turning, returning again: to the One, who says “I” as he calls himself Nobody, keeps his name to himself, counts, starts with one and zero, says Not-I and mine, mine the power, mine the story, makes his way, straight down the line: father & son. Addition, subtraction, bigger than, smaller. (An “I” that ramifies like a root, √1 with two results: one to the real, -1 to the imaginary, were it tHEiR imaginary unit, perhaps also of HER and HIM . . . )
NAWOORD, VOORLOPIG
Nog eens terugkomen: op onbereikbare plaatsen. Waar zijn is en geen blijven. Maar waar zijn we al, waar moeten we blijven, zo niet in verbinding, we’ll keep in touch, blijven in de vluchtigheid van aanraken, herinneren ons. Elkaar. Onbereikbare plaatsen, andere tijden, andere werelden, ondere werelden, drijvende eilanden, woordvelden, arealen, niet-plaatsen: où topoi.Nog eens terugkomen: terug op begin, waarin, zoals de schrift zegt, het woord was. Das Wort war, het woord WAR – in een andere taal. En was de vader aller dingen: oorlog. Een woord, een wee-oord, de pijnlijke plaats, een neuralgische punt erachter, zinseinde, levenseinde . . . punten. Fixaties, stilgelegd, vastgesteld, levenloos, lege plekken, plaatsen van inslag. Fade out: EN WOORDEN DIE OP SNEEUWJACHTEN LEKEN, WINTERS.
Nog eens terugkomen. Niet tot een punt komen, het niet zover brengen. Niet punt voor punt op een lijn, die onderwerp-gezegde-lijdend-voorwerp-vuurlijn, one-liners, pakkende voorstellingen, voltreffers. Ga via START, maak een andere punt, de andere helft van een puntkomma, een dubbele punt: naar begin, niet terug. In elk begin van een genealogie zijn er twee, een paar, knopen in het net, in het web.
Nog eens terugkomen: op een stof, rond 3000 jaar oud, Penelopes web, waaraan nacht voor nacht wat gemaakt was teruggedraaid werd, het dagelijkse heen en weer van de weversspoel weer omgekeerd wordt, beweging op tegenbeweging, een in de tijd uitgewerkt weefsel, blijvend voorlopig de te scheren ketting, verticaal; die ene inslagdraad, horizontaal, maar komt en gaat, allebei terug ook.
Nog eens terugkomen: op de zee, en van de spoel op de sloep, de boot, op de reis der reizen: de Odyssee, een terugkeer uit een oorlog, uit tien jaar oorlog, tien jaar terugreis, terugslagen voor Odysseus, die vindingrijke, veelervaren man, anér polýtropos, of: op veel kielen. Een reis die hij met veel makkers begon, vanaf de overwinnaarskant van de oorlog; bij zijn terugkeer is hij alleen.
Nog eens terugkomen: op de alfa aan het begin van het alfabet, de eerste klinker, de tekst aan het begin van de verhalen, zijn eerste woord ándra, de eerste en laatste letter ervan. Een woord: een man, een alfa-exemplaar van wie hij en die het verhaal vertelt, van wie het verhaal zijn naam heeft, die het aan hem (die hij voor zichzelf) ontleent: die ergens vertelt dat zijn naam Niemand was, wat haast als een belofte klinkt – oùtis, Odyss . . .
Nog eens terugkomen: op die ene die Ik zegt door zich Niemand te noemen, zijn naam voor zichzelf houdt, telt en met één en nul begint, niet-ik zegt en mijn, macht en verhaal, eenduidig en zijn weg, een lijn: vader & zoon. Optellen, aftrekken, groter dan, kleiner. (Een Ik die zich vertakt als een wortel,√1 met twee uitkomsten: een in het reële, –1 in het imaginaire, ware het een imaginaire eenheid, misschien ook van Haar en Hem . . .)
NACHWORT, VORLÄUFIG
Nocheinmal zurückkommen: auf unerreichbare orte. Wo sein ist, doch keines bleibens. Aber wo sind wir schon, wo sollten wir bleiben, wenn nicht in verbindung, we’ll keep in touch, bleiben in der flüchtigkeit von berührung, erinnern uns. An einander. An unerreichbare orte, an andere zeiten, anderwelten, unterwelten, schwimmende inseln, wortfelder, areale, nichtorte: où topoi.Nocheinmal zurückkommen: zurück auf anfang, in dem, wie die schrift sagt, das wort war. Das wort WAR – in einer anderen sprache. Und war aller dinge vater: der krieg. Ein wort, weh-ort, die schmerzstelle, ein neuralgischer punkt am ende, satzende, lebensende… punkte. Fixierungen, stillgelegt, festgestellt, lebloses, leerstellen, einschusslöcher. Weissblende: UND WORTE, DIE SCHNEEGESTÖBER GLICHEN, WINTERLICH.
Nocheinmal zurückkommen. Nicht auf den punkt kommen, es nicht dahin bringen. Nicht punkt für punkt auf linie, diese subjekt-prädikat-objekt-schusslinie, one-liner, griffige feststellungen, volltreffer. Gehe über LOS, mach einen andern punkt, die andere hälfte des semikolons, eines doppelpunktes: auf anfang, nicht zurück. In jedem anfang einer genealogie sind zwei, ein paar, knoten im netz, im web.
Nocheinmal zurückkommen: auf einen stoff, um die 3000 jahre alt, Penelopes web, bei dem nacht für nacht gemachtes rückgängig gemacht, das alltägliche hin und her des webschiffchens wieder verkehrt wird, bewegung zu gegenbewegung, ein in die zeit ausgeweitetes gewebe, bleibend vorerst die kettfäden, vertikales; der eine schussfaden, waagerecht, aber kommt und geht, beides zurück auch.
Nocheinmal zurückkommen: auf das meer, und vom schiffchen aufs schiff, auf die reise der reisen: die Odyssee, ein zurückkommen aus einem krieg, aus zehn jahren krieg zehn jahre rückreise, rückschläge für Odysseus, jenen wendigen, vielgewandten mann, anér polýtropos, oder: auf vielen kielen. Eine reise, die er mit vielen gefährten begann, von der siegerseite des krieges; bei der rückkehr ist er allein.
Nocheinmal zurückkommen: auf das alpha am anfang vom alphabet, den ersten selbstlaut, den text am anfang der erzählungen, sein erstes wort ándra, dessen ersten, letzten buchstaben. Ein wort: ein mann, ein alpha-exemplar, von dem und der die geschichte erzählt, von dem die geschichte den namen hat, den sie ihm (den er sich) nimmt: der einmal erzählt, sein name sei Niemand, was fast wie ein versprechen klingt – oùtis, Odyss…
Nocheinmal zurückkommen: auf den Einen, der Ich sagt, indem er sich Niemand nennt, seinen namen für sich behält, zählt und mit eins und null anfängt, nichtIch sagt und meine, macht und geschichte, eindeutig und seinen weg, eine linie: vater & sohn. Addition, subtraktion, größer als, kleiner. (Ein Ich, das sich verzweigt wie eine wurzel, √1 mit zwei ergebnissen: eins ins reelle, –1 ins imaginäre, wäre es eine imaginäre einheit, vielleicht auch von Ihr und Ihm…)
From: Niemands Frau
Publisher: Gesänge, Frankfurt am main
Publisher: Gesänge, Frankfurt am main
Gedichten
Gedichten van Barbara Köhler
Close
NAWOORD, VOORLOPIG
Nog eens terugkomen: op onbereikbare plaatsen. Waar zijn is en geen blijven. Maar waar zijn we al, waar moeten we blijven, zo niet in verbinding, we’ll keep in touch, blijven in de vluchtigheid van aanraken, herinneren ons. Elkaar. Onbereikbare plaatsen, andere tijden, andere werelden, ondere werelden, drijvende eilanden, woordvelden, arealen, niet-plaatsen: où topoi.Nog eens terugkomen: terug op begin, waarin, zoals de schrift zegt, het woord was. Das Wort war, het woord WAR – in een andere taal. En was de vader aller dingen: oorlog. Een woord, een wee-oord, de pijnlijke plaats, een neuralgische punt erachter, zinseinde, levenseinde . . . punten. Fixaties, stilgelegd, vastgesteld, levenloos, lege plekken, plaatsen van inslag. Fade out: EN WOORDEN DIE OP SNEEUWJACHTEN LEKEN, WINTERS.
Nog eens terugkomen. Niet tot een punt komen, het niet zover brengen. Niet punt voor punt op een lijn, die onderwerp-gezegde-lijdend-voorwerp-vuurlijn, one-liners, pakkende voorstellingen, voltreffers. Ga via START, maak een andere punt, de andere helft van een puntkomma, een dubbele punt: naar begin, niet terug. In elk begin van een genealogie zijn er twee, een paar, knopen in het net, in het web.
Nog eens terugkomen: op een stof, rond 3000 jaar oud, Penelopes web, waaraan nacht voor nacht wat gemaakt was teruggedraaid werd, het dagelijkse heen en weer van de weversspoel weer omgekeerd wordt, beweging op tegenbeweging, een in de tijd uitgewerkt weefsel, blijvend voorlopig de te scheren ketting, verticaal; die ene inslagdraad, horizontaal, maar komt en gaat, allebei terug ook.
Nog eens terugkomen: op de zee, en van de spoel op de sloep, de boot, op de reis der reizen: de Odyssee, een terugkeer uit een oorlog, uit tien jaar oorlog, tien jaar terugreis, terugslagen voor Odysseus, die vindingrijke, veelervaren man, anér polýtropos, of: op veel kielen. Een reis die hij met veel makkers begon, vanaf de overwinnaarskant van de oorlog; bij zijn terugkeer is hij alleen.
Nog eens terugkomen: op de alfa aan het begin van het alfabet, de eerste klinker, de tekst aan het begin van de verhalen, zijn eerste woord ándra, de eerste en laatste letter ervan. Een woord: een man, een alfa-exemplaar van wie hij en die het verhaal vertelt, van wie het verhaal zijn naam heeft, die het aan hem (die hij voor zichzelf) ontleent: die ergens vertelt dat zijn naam Niemand was, wat haast als een belofte klinkt – oùtis, Odyss . . .
Nog eens terugkomen: op die ene die Ik zegt door zich Niemand te noemen, zijn naam voor zichzelf houdt, telt en met één en nul begint, niet-ik zegt en mijn, macht en verhaal, eenduidig en zijn weg, een lijn: vader & zoon. Optellen, aftrekken, groter dan, kleiner. (Een Ik die zich vertakt als een wortel,√1 met twee uitkomsten: een in het reële, –1 in het imaginaire, ware het een imaginaire eenheid, misschien ook van Haar en Hem . . .)
From: Niemands Frau
AFTERWORD, INTERIM
Turning, returning again: to unattainable places.Where being is, but no staying. But where are we after all, where should we stay if not in verbindung, we’ll keep in touch, in the transiency of what touches us, remembering. Each other. And unattainable places, other times, other worlds, underworlds, floating islands, fields of words, AREALE, non-places: ou tópoi.
Turning, returning again: to the beginning in which, as scripture says, WAS the word, das wort WAR – WAR in another language: the father of all things. A word, ein wort, a mort-ification, the sore spot, a neuralgic point at the end, of the sentence, of life . . . a full stop. Fixations, terminated, brought to a standstill, lifelessness, blank spaces, bullet holes. Whiteflash: and words like snowflakes on a winter’s day.
Turning, returning again. But not straight to the point, not cutting to the chase. Not point-to-point on a line, that subject-predicate-object firing-line, one-liners, wieldy definitive state-ments, bullseyes. Proceed via GO, make another point, the other half of the semicolon, of a colon: go to the beginning, not back. At every beginning of a genealogy there are two, a pair, knots in the net, in the web.
Turning, returning again: to a material, some 3000 years old, Penelope’s web, where night by night is undone what’s been made, the daily to and fro of the shuttle is reversed, a movement and its counter-movement, a texture spreading out into time, what stays for the time being are the warp threads, vertical; the one weft, though, horizontal, comes and goes, and both return.
Turning, returning again: to the sea, and from the shuttle to the ship, to the journey of all journeys: the Odyssey, a return from a war, a ten-year return from ten years of war, with reversals for Odysseus, the versatile man, the man of twists and turns, anér polýtropos, or: on many keels. A journey embarked upon with many companions from the victorious side of the war; returning he is alone.
Turning, returning again: to the alpha at the start of the alphabet, the first vowel, the text at the start of the story-telling whose first word is ándra, its first and final letter. A word: a man, an alpha male, who tells the story and of whom it tells, whose name gives the story its name, that it takes away from him (he takes from himself): who at one point says his name is Nobody, which sounds almost like a slip of the tongue – oútis, Odyss . . .
Turning, returning again: to the One, who says “I” as he calls himself Nobody, keeps his name to himself, counts, starts with one and zero, says Not-I and mine, mine the power, mine the story, makes his way, straight down the line: father & son. Addition, subtraction, bigger than, smaller. (An “I” that ramifies like a root, √1 with two results: one to the real, -1 to the imaginary, were it tHEiR imaginary unit, perhaps also of HER and HIM . . . )
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère