Gedicht
Mark Strand
THE VIEW
HET UITZICHT
Dit is de plaats. De stoelen zijn wit. De tafel glanst.De persoon die daar zit staart naar de wassen gloed.
De wind laat de lucht circuleren, steeds weer,
Als om een ruimte te schonen. ‘Een ruimte voor mij,’ denkt hij.
Hij heeft altijd een hang gehad naar het weer van vaarwel,
Dat zich zo plooit dat verdriet – zelfs het intiemste –
Van veraf kan worden gelezen. Een lange wolkenbank
Hangt boven de open zee terwijl de zon, de zon
Er onopvallend achter wegzinkt – een milde versie
Van het verhaal dat, waar of niet, maar een keer en altijd te laat wordt verteld.
De serveerster brengt zijn glas, dat hij slechts
Een ogenblik tegen het slinkende licht houdt.
De rode weerschijn kleurt zijn hemd. Langzaam donkert de hemel,
De wind verstilt, het uitzicht wordt subliem. Die veeg van violet
Lijkt in deze rustige avondval een reden te meer
Om daar te zijn, om het te zien, lijkt in zichzelf een soort
Van geluk, alsof dat naakte feit kon volstaan en duurzaam zou zijn.
© Vertaling: 2001, H.C. ten Berge
THE VIEW
This is the place. The chairs are white. The table shines.The person sitting there stares at the waxen glow.
The wind moves the air around, repeatedly,
As if to clear a space. ‘A space for me,’ he thinks.
He’s always been drawn to the weather of leavetaking,
Arranging itself so that grief – even the most intimate –
Might be read from a distance. A long shelf of cloud
Hangs above the open sea with the sun, the sun
Of no distinction, sinking behind it – a mild version
Of the story that is told just once if true, and always too late.
The waitress brings his drink, which he holds
Against the waning light, but just for a moment.
Its red reflection tints his shirt. Slowly the sky becomes darker,
The wind relents, the view sublimes. The violet sweep of it
Seems, in this effortless nightfall, more than a reason
For being there, for seeing it, seems itself a kind
Of happiness, as if that plain fact were enough and would last.
© 1998, Mark Strand
From: Blizzard of One: Poems
Publisher: Alfred A. Knopf, New York
From: Blizzard of One: Poems
Publisher: Alfred A. Knopf, New York
Gedichten
Gedichten van Mark Strand
Close
HET UITZICHT
Dit is de plaats. De stoelen zijn wit. De tafel glanst.De persoon die daar zit staart naar de wassen gloed.
De wind laat de lucht circuleren, steeds weer,
Als om een ruimte te schonen. ‘Een ruimte voor mij,’ denkt hij.
Hij heeft altijd een hang gehad naar het weer van vaarwel,
Dat zich zo plooit dat verdriet – zelfs het intiemste –
Van veraf kan worden gelezen. Een lange wolkenbank
Hangt boven de open zee terwijl de zon, de zon
Er onopvallend achter wegzinkt – een milde versie
Van het verhaal dat, waar of niet, maar een keer en altijd te laat wordt verteld.
De serveerster brengt zijn glas, dat hij slechts
Een ogenblik tegen het slinkende licht houdt.
De rode weerschijn kleurt zijn hemd. Langzaam donkert de hemel,
De wind verstilt, het uitzicht wordt subliem. Die veeg van violet
Lijkt in deze rustige avondval een reden te meer
Om daar te zijn, om het te zien, lijkt in zichzelf een soort
Van geluk, alsof dat naakte feit kon volstaan en duurzaam zou zijn.
© 2001, H.C. ten Berge
From: Blizzard of One: Poems
From: Blizzard of One: Poems
THE VIEW
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère