Poetry International Poetry International
Gedicht

Ruy Duarte de Carvalho

The children

The children
loaded with their lot
batrachian prisoners of dust and windowglass
cover the page with the sound and color of their feeble smiles.

Already the circumflex of displeasure 
is burning  on their faces – 
  the pent up power of attentive malice.

They stare at us coldly from the bottom of the film –

the teeth of veiled appetite grow in them
they jaw threats of dominion
destroy  one by one
the flowers of age
and cover themselves jeering
with the itchy skins of animals.

They show their curved nails
   sharpened for the fight
ready to attack
with that smooth docility
they use to protect the lingering hope.

Everywhere the children go they tyrannize the place.
Possessed
they tear the children of other races to pieces –
they wear their disdain in their rancorous features
and ask
innocently
if the niggers have names.

De kinderen

De kinderen
beladen met lot
amfibieën gevangen achter stof en glas
verspreiden de klank en kleur van hun zwakke glimlach op het papier.

Op hun gezicht brandt reeds
de circumflex van verdriet –
de onderdrukte kracht van oplettende kwaadaardigheid.

Koel kijken ze ons aan van diep uit de film –

in hen groeien tanden van verborgen vraatzucht
hun kaken kauwen dreigingen van macht
ze vernietigen   een voor een
de bloemen van hun leeftijd
en bedekken zich  sarcastisch
met brandnetelharen.

Ze vertonen kromme nagels
gescherpt voor de strijd
en verraden overvallen te beramen
in de gelikte gladheid
waarin ze hun misnoegd geduld verhullen.

De kinderen tiranniseren de ruimte die ze hebben veroverd.
Als bezetenen
verscheuren ze de kinderen van andere rassen –
ze trekken, vol rancune, minachtende gezichten
en informeren
onschuldig
of negers ook een naam hebben.

As crianças
carregadas de destino
batráquios prisioneiros do pó e da vidraça
alastram no papel o som e a cor dos seus débeis sorrisos.

Arde-lhes já  na face
o circunflexo acento do desgosto –
a reprimida força da malícia atenta.

Miram-nos frias do fundo da película –

crescem-lhes dentes de apetite oculto
mandibulam ameaças de domínio
destroem  uma a uma
as flores da idade
e cobrem-se   escarninhas
de pêlos urticantes.

Exibem unhas curvas
afiadas para a disputa
e denunciam intenções de assalto
na lisa mansidão
com que protegem a morosa espera.

As crianças tiranizam o espaço que atingiram.
Possessas
dilaceram crianças de outras raças –
assumem, rancorosas, o desdém na face
e inquirem
inocentes
se os pretos têm nome.
Close

De kinderen

De kinderen
beladen met lot
amfibieën gevangen achter stof en glas
verspreiden de klank en kleur van hun zwakke glimlach op het papier.

Op hun gezicht brandt reeds
de circumflex van verdriet –
de onderdrukte kracht van oplettende kwaadaardigheid.

Koel kijken ze ons aan van diep uit de film –

in hen groeien tanden van verborgen vraatzucht
hun kaken kauwen dreigingen van macht
ze vernietigen   een voor een
de bloemen van hun leeftijd
en bedekken zich  sarcastisch
met brandnetelharen.

Ze vertonen kromme nagels
gescherpt voor de strijd
en verraden overvallen te beramen
in de gelikte gladheid
waarin ze hun misnoegd geduld verhullen.

De kinderen tiranniseren de ruimte die ze hebben veroverd.
Als bezetenen
verscheuren ze de kinderen van andere rassen –
ze trekken, vol rancune, minachtende gezichten
en informeren
onschuldig
of negers ook een naam hebben.

The children

The children
loaded with their lot
batrachian prisoners of dust and windowglass
cover the page with the sound and color of their feeble smiles.

Already the circumflex of displeasure 
is burning  on their faces – 
  the pent up power of attentive malice.

They stare at us coldly from the bottom of the film –

the teeth of veiled appetite grow in them
they jaw threats of dominion
destroy  one by one
the flowers of age
and cover themselves jeering
with the itchy skins of animals.

They show their curved nails
   sharpened for the fight
ready to attack
with that smooth docility
they use to protect the lingering hope.

Everywhere the children go they tyrannize the place.
Possessed
they tear the children of other races to pieces –
they wear their disdain in their rancorous features
and ask
innocently
if the niggers have names.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère