Gedicht
Adonis
28
All that night has written about us, and still writescracks like dawn on our pillow, between your breasts
and under your breasts
and among the roses of sheets that wrestle with us.
How many times have we read—and seen
our terrors written?
I used to name you . . .
“but I still do not know who you are?”
So you said.
Night blots what dawn writes about us—
what shall I name you? Who are you, who were you the night of my love?
© Translation: 2013, Khaled Mattawa
28
Alles wat de nacht over ons schreef en schrijftwordt als de morgen rond het kussen verbroken. Alles tussen je borsten
onder je borsten
in de roos van dekens die in ons krakelen
Hoe vaak lazen wij – zagen wij
onze schrik in de geschriften. Ik noemde jou . . .
‘Ik weet nog steeds niet wie je bent?’
jij praatte
terwijl de nacht wiste wat de morgen over ons schreef
Hoe zal ik je noemen? Wie ben jij, wie was jij in de nacht van mijn liefde?
© Vertaling: 2013, Kees Nijland en Assad Jaber
82
كلّ ما كتب الليل عنّا ويكتبُ ،
ينشقُّ كالفجر حول الوسادة ، ما بين نهديكِ ،
ما تحت نهديك ،
في وَرْدِ أغطيةٍ تخاصم فينا .
كم قرأنا – رأَيْنا
في الكتابة أهوالَنا ، وكنتُ أُسمّيكِ ...
" ما زلتُ أجهل من أنتِ ؟ "
كنتِ تقولين ،
والليل يطمس ما يكتب الفجر عنّا ،
فماذا أُسمّيكِ ؟ مَنْ أنتِ ، مَنْ كنتِ في ليل حبّي؟
© 2003, Adonis
From: Awwalu ‘l-djasadi akhiru al-bahr
Publisher: Dâr al-Adâb, Beirut
From: Awwalu ‘l-djasadi akhiru al-bahr
Publisher: Dâr al-Adâb, Beirut
Gedichten
Gedichten van Adonis
Close
28
Alles wat de nacht over ons schreef en schrijftwordt als de morgen rond het kussen verbroken. Alles tussen je borsten
onder je borsten
in de roos van dekens die in ons krakelen
Hoe vaak lazen wij – zagen wij
onze schrik in de geschriften. Ik noemde jou . . .
‘Ik weet nog steeds niet wie je bent?’
jij praatte
terwijl de nacht wiste wat de morgen over ons schreef
Hoe zal ik je noemen? Wie ben jij, wie was jij in de nacht van mijn liefde?
© 2013, Kees Nijland en Assad Jaber
From: Awwalu ‘l-djasadi akhiru al-bahr
From: Awwalu ‘l-djasadi akhiru al-bahr
28
All that night has written about us, and still writescracks like dawn on our pillow, between your breasts
and under your breasts
and among the roses of sheets that wrestle with us.
How many times have we read—and seen
our terrors written?
I used to name you . . .
“but I still do not know who you are?”
So you said.
Night blots what dawn writes about us—
what shall I name you? Who are you, who were you the night of my love?
© 2013, Khaled Mattawa
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère