Poetry International Poetry International
Gedicht

Karen Solie

POSTSCRIPT

Naschrift

Twee uur op die weg, en we zagen enkel prairiehazen,
die argelozen omtrent niveau en richting, schijnbaar opgejaagd
van de middenafstand, in de ban van het chassis.
Alle schepselen worden bezocht door gevaarlijke tweeslachtigheden
 
die het rijk van het zichtbare bevolken. Benaderd vanuit het oosten,
zal een oud gemeenschapscentrum aan een onaangeduide kruising
zijn moed bijeenrapen met het opschrift crandall. Vanaf het veld waar
dat dorp stond, wuifde een boer op zijn midden-vorige-eeuwse Case
 
naar de auto als van een van de vier uithoeken
der gekende wereld. De eerste gave van ieder wezen
is dat het bestaat. Carl Gauss, geboren vijftig jaar
na Newtons dood, was al vertrouwd met het angulaire
 
defect. Hij leefde aan het overmaatse oppervlak ervan. Zijn geliefde stierf
in het kraambed met hun pasgeboren zoon, en kort daarop ontviel
hem ook een dochter. Door zijn theorema’s starend, door
angstwekkende krommingen van een elliptische ruimte, zag hij enkel
 
zijn eigen achterhoofd. Toevalsfouten als een klok rond een midden.
Geloof me, beste vriend, schreef hij, de tragiek heeft zich
als een rood lint door mijn leven geweven. Hij schreef:
Zelfs de heldere hemel stemt me droevig. Alle werk is verborgen,
 
elke tijd onredelijk. Liefhebben is instemmen met afstand.
Ik reed terug, naar de zandweg door het Ravenscrag
Massief, zijn rode strepen in kloven en uithollingen,
ganzenvoet, salie en cactus overheersend op de hellingen,
 
wilg en peppel dicht bij water, langgerekte beenderbeddingen
uit het krijt en het paleoceen, graven die we eer bewijzen
door ze op te delven. Ik liep aan de rand van het Willistonbekken
zonder het te weten; over zandsteen, schalie, modderige siltsteen,
 
kleisteen, laterale lagen kiezelvlechtwerk, verloren haast
op de alluviale bruinkoolvlakte in het zicht van de uraniumafzettingen
waarop JNR Corp. aast, en vermoedelijk op verboden terrein. Sommige
mensen zijn behept met rare, dwaze aanwensels. Een ongeregeld
 
gezicht. Heeft de duivel volmaakter dienaren op aarde
dan de vreemdeling? Die steevast hoort hoe er wordt gedobbeld
in de grensgebieden, zonder dat zijn eigen zaak rond is?
Niemand wil dat de dingen gebeuren, maar ze gebeuren
 
toch. Ik bleef in die streek, trok verder tot het donker,
de eerste avond der Perseïden, terwijl zich wolkenmassa’s vormden
op de waarneembare horizon, en las dat als een teken,
hoewel het geen teken was. Jouw vertrek opende een vergezicht
 
als dat van de rotsen in hun ruw opeengehoopte
ordening, tot waar lijnen, de grote cirkels, elkaar kruisen.
Waar symmetrieën uitgaan van een eerste beginsel en alle tegenpolen
besloten liggen, zonder dat zich iets op de voorgrond dringt. Die dag
 
was de geur van de natgeregende grassen bedwelmend, hij steeg op
van de grond in een minerale wolk. Hij werd aan ons toegevoegd,
aan ons vuur dat mijlenver te zien was, terwijl de namiddag neerboog
naar de woeste grond en zijn blinkende wapens aflegde.

POSTSCRIPT

Two hours on that road, and we saw no one but jackrabbits,
those innocents of plane and direction who seemed compelled
from the middle distance, magnetized to the undercarriage.
All creatures are plagued by dangerous ambiguities

that inhabit the visual realm. If approached from the east,
an old community hall at an unmarked intersection
will summon its will and say CRANDALL. From the field where
that village stood, a farmer on his mid-century Case

waved to the car as if from one of the four corners
of the known world. The first gift of any being
is that it exists. Born 50 years after Newton’s death,
Carl Gauss was familiar with the angular

defect. He lived on its outsized surfaces. His beloved died
in childbirth with their newborn son, and soon after a bereft
daughter followed. Staring through his theorems, through
fearsome curves of elliptical space, he saw only the back

of his head. Random errors like a bell around a mean.
Believe me, my dear friend, he wrote, tragedy has woven itself
through my life like a red ribbon. He wrote:
Even the bright sky makes me sadder. All work is secret,

all times unreasonable. To love is to consent to distance.
I went back, to the dirt track through the Ravenscrag
Formation, its rose striations in cuts and erosions,
greasewood, sage and cactus prevailing on the upslope,

willow, cottonwood close to water, long bonebeds
of the Cretaceous and Paleocene, graves we worship
by digging at. I walked the margins of the Williston Basin
without knowing it; over sandstones, shale, muddy siltstone,

claystones, lateral sheets of braided river gravels, near lost
on the lignite alluvial plain within sight of uranium deposits
JNR Corp. has its eye on, and probably trespassing. Some people
are outfitted with odd and foolish habits. An unregulated

look. Has the devil any servant on earth so perfect
as the stranger? Who hears, always, dice thrown
on the outskirts, and whose cause is yet to be proven?
Things aren’t meant to happen, yet they happen

nonetheless. I stayed in that country, travelled until dark
the first night of the Perseids while cloud massed
to the discernible horizon, and read it as a sign,
though it was no sign. Your leaving opened up a view

like that from the cliffs in their coarse conglomerate
sequence, out to where lines, the great circles, intersect.
Where symmetries radiate from a first principle and all opposites
are contained, no one thing taking precedence. That day,

the smell of rained-on grasses was narcotic, rising
from the ground in a mineral swarm. It was added to us,
our fire visible for miles, as late afternoon bent
to the rangeland and laid its shining weapons down.
Close

Naschrift

Twee uur op die weg, en we zagen enkel prairiehazen,
die argelozen omtrent niveau en richting, schijnbaar opgejaagd
van de middenafstand, in de ban van het chassis.
Alle schepselen worden bezocht door gevaarlijke tweeslachtigheden
 
die het rijk van het zichtbare bevolken. Benaderd vanuit het oosten,
zal een oud gemeenschapscentrum aan een onaangeduide kruising
zijn moed bijeenrapen met het opschrift crandall. Vanaf het veld waar
dat dorp stond, wuifde een boer op zijn midden-vorige-eeuwse Case
 
naar de auto als van een van de vier uithoeken
der gekende wereld. De eerste gave van ieder wezen
is dat het bestaat. Carl Gauss, geboren vijftig jaar
na Newtons dood, was al vertrouwd met het angulaire
 
defect. Hij leefde aan het overmaatse oppervlak ervan. Zijn geliefde stierf
in het kraambed met hun pasgeboren zoon, en kort daarop ontviel
hem ook een dochter. Door zijn theorema’s starend, door
angstwekkende krommingen van een elliptische ruimte, zag hij enkel
 
zijn eigen achterhoofd. Toevalsfouten als een klok rond een midden.
Geloof me, beste vriend, schreef hij, de tragiek heeft zich
als een rood lint door mijn leven geweven. Hij schreef:
Zelfs de heldere hemel stemt me droevig. Alle werk is verborgen,
 
elke tijd onredelijk. Liefhebben is instemmen met afstand.
Ik reed terug, naar de zandweg door het Ravenscrag
Massief, zijn rode strepen in kloven en uithollingen,
ganzenvoet, salie en cactus overheersend op de hellingen,
 
wilg en peppel dicht bij water, langgerekte beenderbeddingen
uit het krijt en het paleoceen, graven die we eer bewijzen
door ze op te delven. Ik liep aan de rand van het Willistonbekken
zonder het te weten; over zandsteen, schalie, modderige siltsteen,
 
kleisteen, laterale lagen kiezelvlechtwerk, verloren haast
op de alluviale bruinkoolvlakte in het zicht van de uraniumafzettingen
waarop JNR Corp. aast, en vermoedelijk op verboden terrein. Sommige
mensen zijn behept met rare, dwaze aanwensels. Een ongeregeld
 
gezicht. Heeft de duivel volmaakter dienaren op aarde
dan de vreemdeling? Die steevast hoort hoe er wordt gedobbeld
in de grensgebieden, zonder dat zijn eigen zaak rond is?
Niemand wil dat de dingen gebeuren, maar ze gebeuren
 
toch. Ik bleef in die streek, trok verder tot het donker,
de eerste avond der Perseïden, terwijl zich wolkenmassa’s vormden
op de waarneembare horizon, en las dat als een teken,
hoewel het geen teken was. Jouw vertrek opende een vergezicht
 
als dat van de rotsen in hun ruw opeengehoopte
ordening, tot waar lijnen, de grote cirkels, elkaar kruisen.
Waar symmetrieën uitgaan van een eerste beginsel en alle tegenpolen
besloten liggen, zonder dat zich iets op de voorgrond dringt. Die dag
 
was de geur van de natgeregende grassen bedwelmend, hij steeg op
van de grond in een minerale wolk. Hij werd aan ons toegevoegd,
aan ons vuur dat mijlenver te zien was, terwijl de namiddag neerboog
naar de woeste grond en zijn blinkende wapens aflegde.

POSTSCRIPT

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère