Gedicht
Maarten Inghels
Visit No. 12 627
It’s freezing in this heart. She has skated loops into a scarfthat has knotted round my neck. With the blood mill as
the only shadow witness, I will call its root my home. On
that heart’s horizon there is an ice-hole, seven doves are peeking
over the edge. Beside the hole, I am painting a still-life
that looks out on the blood square, I look past the stairwell
all the way down and see the quivering blackfish lying
at the bottom. I can hear neither ambulances, nor rolling curtains,
there isn’t a single paper being printed, nor anything written,
nor a smiley winking. The landscape softly reduces
its sleepless ones to silence. No dog to bark
while it is winter, the ice cracking its bone-idle fight.
I met her at the gala of her glances. And if that is where
my heart will melt, I can lose her if need be.
© Translation: 2011, Willem Groenewegen
Bezoek nr 12 627
Bezoek nr 12 627
Het vriest in dit hart. Ze heeft lussen tot een sjaal geschaatstdie zich rond mijn hals stropt. Met de bloedmolen als enige
schaduwgetuige, aan zijn voet zal ik wonen. Aan de horizon
van dat hart ligt een wak in het ijs, zeven duiven spieken
aan de rand. Naast het wak schilder ik een stilleven
dat uitkijkt op de bloedplaats, ik kijk langs het trapgat
naar beneden en zie de trillende zwartvissen liggen
op de bodem. Ik hoor geen ambulances, rollende gordijnen,
er wordt geen krant gedrukt en niets geschreven,
geen smiley knipoogt. Het landschap legt zacht zijn
slapelozen het zwijgen op. Geen hond blaft
als het wintert, het ijs kraakt zijn lakse gevecht.
In de balzaal van haar blikken heb ik haar ontmoet. En als
mijn hart daar wil smelten, kan ik haar verliezen als het moet.
© 2011, Maarten Inghels
From: Waakzaam
Publisher: De Bezige Bij Antwerpen, Antwerpen
From: Waakzaam
Publisher: De Bezige Bij Antwerpen, Antwerpen
Gedichten
Gedichten van Maarten Inghels
Close
Bezoek nr 12 627
Het vriest in dit hart. Ze heeft lussen tot een sjaal geschaatstdie zich rond mijn hals stropt. Met de bloedmolen als enige
schaduwgetuige, aan zijn voet zal ik wonen. Aan de horizon
van dat hart ligt een wak in het ijs, zeven duiven spieken
aan de rand. Naast het wak schilder ik een stilleven
dat uitkijkt op de bloedplaats, ik kijk langs het trapgat
naar beneden en zie de trillende zwartvissen liggen
op de bodem. Ik hoor geen ambulances, rollende gordijnen,
er wordt geen krant gedrukt en niets geschreven,
geen smiley knipoogt. Het landschap legt zacht zijn
slapelozen het zwijgen op. Geen hond blaft
als het wintert, het ijs kraakt zijn lakse gevecht.
In de balzaal van haar blikken heb ik haar ontmoet. En als
mijn hart daar wil smelten, kan ik haar verliezen als het moet.
© 2011, Maarten Inghels
From: Waakzaam
Publisher: 2011, De Bezige Bij Antwerpen, Antwerpen
From: Waakzaam
Publisher: 2011, De Bezige Bij Antwerpen, Antwerpen
Visit No. 12 627
It’s freezing in this heart. She has skated loops into a scarfthat has knotted round my neck. With the blood mill as
the only shadow witness, I will call its root my home. On
that heart’s horizon there is an ice-hole, seven doves are peeking
over the edge. Beside the hole, I am painting a still-life
that looks out on the blood square, I look past the stairwell
all the way down and see the quivering blackfish lying
at the bottom. I can hear neither ambulances, nor rolling curtains,
there isn’t a single paper being printed, nor anything written,
nor a smiley winking. The landscape softly reduces
its sleepless ones to silence. No dog to bark
while it is winter, the ice cracking its bone-idle fight.
I met her at the gala of her glances. And if that is where
my heart will melt, I can lose her if need be.
© 2011, Willem Groenewegen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère