Gedicht
Maria Barnas
MASS
We are the oarsmen with dew on our faceswho row into the morning without a sound.
We are the ones whom newspapers proclaim,
whom statistics speak of, who are in the frame.
We are the risk that you spread.
We’ve found each other and we’ll only be quiet
when we know for heaven’s sake why we’re here.
Do you perhaps have anything to do with it? Are you the one
who undermines us; makes us pine away in a sea of randomness
because there are so many of us: our wailing
will never be so loud as the scream of a woman
whose hands burn on the tram rails.
There she is. She is screaming as a woman
screams whose hands are burning.
The louder we make ourselves heard the more we
destroy ourselves and later we’re the incomplete ravens
of ink in the palm of your hand that you shake
as if it were a stranger’s in the last light.
Where are they going the oarsmen move
unnaturally backwards they beat the oars
wide as the water and retreat along the land.
© Translation: 2008, Donald Gardner
Publisher: First published on PIW, , 2008
Publisher: First published on PIW, , 2008
MASSA
MASSA
Wij zijn de roeiers die met dauw op het gezichtde ochtend in roeien zonder geluid.
Wij zijn degenen waar kranten zich op richten
waar cijfers zich om buigen en kaders zich om sluiten
Wij zijn het risico dat u spreidt.
Wij hebben elkaar gevonden en zullen pas zwijgen
wanneer we begrijpen waartoe wij hier in godsnaam zijn.
Hebt u daar soms iets mee te maken? Bent u het
die ons ondermijnt; doet kwijnen in een zee van willekeur
omdat we met velen zijn: ons gejammer
is nooit zo krachtig als de schreeuw van de vrouw
van wie de handen op de trambaan branden.
Daar staat ze. Ze schreeuwt zoals een vrouw
van wie de handen branden schreeuwt.
Wij vernietigen onszelf naarmate wij luider van ons
laten horen en later zijn wij de onvolmaakte raven
van inkt in de palm van uw hand die u schudt
als van een vreemde in het allerlaatste licht.
Waar gaan ze heen de roeiers bewegen zich
onnatuurlijk achterstevoren ze slaan de spanen
waterwijd en trekken zich terug langs het land.
© 2007, Maria Barnas
From: Er staat een stad op
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
From: Er staat een stad op
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Maria Barnas
Close
MASSA
Wij zijn de roeiers die met dauw op het gezichtde ochtend in roeien zonder geluid.
Wij zijn degenen waar kranten zich op richten
waar cijfers zich om buigen en kaders zich om sluiten
Wij zijn het risico dat u spreidt.
Wij hebben elkaar gevonden en zullen pas zwijgen
wanneer we begrijpen waartoe wij hier in godsnaam zijn.
Hebt u daar soms iets mee te maken? Bent u het
die ons ondermijnt; doet kwijnen in een zee van willekeur
omdat we met velen zijn: ons gejammer
is nooit zo krachtig als de schreeuw van de vrouw
van wie de handen op de trambaan branden.
Daar staat ze. Ze schreeuwt zoals een vrouw
van wie de handen branden schreeuwt.
Wij vernietigen onszelf naarmate wij luider van ons
laten horen en later zijn wij de onvolmaakte raven
van inkt in de palm van uw hand die u schudt
als van een vreemde in het allerlaatste licht.
Waar gaan ze heen de roeiers bewegen zich
onnatuurlijk achterstevoren ze slaan de spanen
waterwijd en trekken zich terug langs het land.
© 2007, Maria Barnas
From: Er staat een stad op
Publisher: 2007, De Arbeiderspers, Amsterdam
From: Er staat een stad op
Publisher: 2007, De Arbeiderspers, Amsterdam
MASS
We are the oarsmen with dew on our faceswho row into the morning without a sound.
We are the ones whom newspapers proclaim,
whom statistics speak of, who are in the frame.
We are the risk that you spread.
We’ve found each other and we’ll only be quiet
when we know for heaven’s sake why we’re here.
Do you perhaps have anything to do with it? Are you the one
who undermines us; makes us pine away in a sea of randomness
because there are so many of us: our wailing
will never be so loud as the scream of a woman
whose hands burn on the tram rails.
There she is. She is screaming as a woman
screams whose hands are burning.
The louder we make ourselves heard the more we
destroy ourselves and later we’re the incomplete ravens
of ink in the palm of your hand that you shake
as if it were a stranger’s in the last light.
Where are they going the oarsmen move
unnaturally backwards they beat the oars
wide as the water and retreat along the land.
© 2008, Donald Gardner
Publisher: 2008, First published on PIW,
Publisher: 2008, First published on PIW,
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère