Gedicht
C.K. Williams
BLACKSTONE
BLACKSTONE
Toen Blackstone de goochelaar een vrouw doormidden zaagde in het Branford Theatervlakbij het Lincoln-standbeeld in het flink in de goot geraakte Newark,
gebruikte hij een enorme cirkelzaag, en de vrouw slaakte een kreet doordringender
dan het draaiende blad die zich recht in het lege kruis van onze kleine jongen boorde.
Dat moet het moment geweest zijn dat we leerden dat echte mannen vrouwen moesten kwellen,
ze laten schreeuwen en dan achterlaten, want we zagen dat blad erin gaan, recht erin,
Haar middel was naakt – kijk! – en dat waren in de zilverversierde beha, glanzend
ook haar borsten, o zo rond, zilverversierde topjes van glanzende borsten.
Dat moet het zijn geweest dat wij krankzinnig werden, en heengezonden werden om onze cultuur krankzinnig te maken . . .
‘Laat me je borsten alsjeblieft zien. ‘Schaam je, verberg je borsten, schaam je.’
Niets anders deed ertoe, alleen zilver versierde borsten, en ze schreeuwde nog steeds,
het zaagblad ging erin, onder haar borsten, en meer deed er niet toe.
O Branford-theater, met je schurftig pleisterwerk, je kaal toneelgordijn,
jij deed er niet toe, en Newark niet, al je belastinggeld dat naar de buitenwijken wegsijpelde,
je deed er niet toe, je corrupte gemeentebestuur, de groeiende achterbuurten –
je was onzichtbaar nu, die borsten hadden je voor onze ogen doen verdwijnen,
zoals Blackstone eerst duiven en dan paarden voor je ogen deed verdwijnen,
zoals ten slotte fabrieken en winkels uit onze verslagen stad zouden verdwijnen.
Oh Blackstone, gebarend, bezwerend, met je dreigende doordringende blik.
O glanzend, suizend blad, o langgerekte schreeuw, o volmaakte, trillende boog van pijn.
© Vertaling: 2010, Rob Schouten
BLACKSTONE
When Blackstone the magician cut a woman in half in the Branford theaternear the famous Lincoln statue in already part way down the chute Newark,
he used a gigantic buzz saw, and the woman let out a shriek that out-shrieked
the whirling blade and drilled directly into the void of our little boy crotches.
That must be when we learned that real men were supposed to hurt women,
make them cry then leave them, because we saw the blade go in, right in,
her waist was bare—look!—and so, in her silvery garlanded bra, shining,
were her breasts, oh round, silvery garlanded tops of breasts shining.
Which must be when we went insane, and were sent to drive our culture insane . . .
“Show me your breasts, please.” “Shame on you, hide your breasts: shame.”
Nothing else mattered, just silvery garlanded breasts, and still she shrieked,
the blade was still going in, under her breasts, and nothing else mattered.
Oh Branford theater, with your scabby plaster and threadbare scrim,
you didn’t matter, and Newark, your tax-base oozing away to the suburbs,
you didn’t matter, nor your government by corruption, nor swelling slums—
you were invisible now, those breasts had made you before our eyes vanish,
as Blackstone would make doves then a horse before our eyes vanish,
as at the end factories and business from our vanquished city would vanish.
Oh Blackstone, gesturing, conjuring, with your looming, piercing glare.
Oh gleaming, hurtling blade, oh drawn-out scream, oh perfect, thrilling arc of pain.
© 2010, C.K. Williams
From: Wait
Publisher: Farrar, Straus and Giroux, New York
From: Wait
Publisher: Farrar, Straus and Giroux, New York
Gedichten
Gedichten van C.K. Williams
Close
BLACKSTONE
Toen Blackstone de goochelaar een vrouw doormidden zaagde in het Branford Theatervlakbij het Lincoln-standbeeld in het flink in de goot geraakte Newark,
gebruikte hij een enorme cirkelzaag, en de vrouw slaakte een kreet doordringender
dan het draaiende blad die zich recht in het lege kruis van onze kleine jongen boorde.
Dat moet het moment geweest zijn dat we leerden dat echte mannen vrouwen moesten kwellen,
ze laten schreeuwen en dan achterlaten, want we zagen dat blad erin gaan, recht erin,
Haar middel was naakt – kijk! – en dat waren in de zilverversierde beha, glanzend
ook haar borsten, o zo rond, zilverversierde topjes van glanzende borsten.
Dat moet het zijn geweest dat wij krankzinnig werden, en heengezonden werden om onze cultuur krankzinnig te maken . . .
‘Laat me je borsten alsjeblieft zien. ‘Schaam je, verberg je borsten, schaam je.’
Niets anders deed ertoe, alleen zilver versierde borsten, en ze schreeuwde nog steeds,
het zaagblad ging erin, onder haar borsten, en meer deed er niet toe.
O Branford-theater, met je schurftig pleisterwerk, je kaal toneelgordijn,
jij deed er niet toe, en Newark niet, al je belastinggeld dat naar de buitenwijken wegsijpelde,
je deed er niet toe, je corrupte gemeentebestuur, de groeiende achterbuurten –
je was onzichtbaar nu, die borsten hadden je voor onze ogen doen verdwijnen,
zoals Blackstone eerst duiven en dan paarden voor je ogen deed verdwijnen,
zoals ten slotte fabrieken en winkels uit onze verslagen stad zouden verdwijnen.
Oh Blackstone, gebarend, bezwerend, met je dreigende doordringende blik.
O glanzend, suizend blad, o langgerekte schreeuw, o volmaakte, trillende boog van pijn.
© 2010, Rob Schouten
From: Wait
From: Wait
BLACKSTONE
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère