Gedicht
Antjie Krog
NARRATIVE OUTSIDE THE PARK
Susara Domroch of Kubus‘well I’ll vote for Grandpa Mandela
why is it that you’re someone these days if you’re Nama?
because we’re now our own word
under the old governments we were their word
for many years we were driven to the barren places
Coloured Reserves
we were nothing
but today we’re something
and it’s him, that Granddad Mandela, it’s him
no, Mandela’s lot have got my vote’
the church in Kubus stands white against the quartzite sky
and echoes its voice among the ridges
‘o God blow and bloom your love for us’
says Uncle Adam
the congregation sing with their hands on their hearts
‘yes Jesus is a rock
in a thi-ir-sty land
a thi-ir-sty land
a thi-ir-sty land
you are like breath to me
Je-sus Je-ee-ee-sus’
Kubus hangs on the edge of Raisin Mountain
God it takes a lot to survive out here
Mrs Farmer of Eksteensfontein
‘I’m just very attached to cattle
a house isn’t for me
but the open country
I grew up like this in the open country
in a little round house
when we came here it was raining
and the marigolds were growing high
when I squatted I sat under a floor of flowers
so I made a place of my own
that I still love
for the earth
for the country’
© Translation: 2004, Richard Jürgens
VERTELLING BUITEN HET PARK
Susura Domroch uit Kuboes‘nee, Opa Mandela op hem stem ik
hoe komt het dat je nu iets bent als Nama?
omdat we nu heten naar wie we zijn
voor de oude regeringen telden wij niet
jarenlang werden we verdreven naar barre plekken
naar Kleurlingreservaten
we waren niks
maar vandaag tellen we helemaal mee
en dat komt door die Ouman Mandela, door hem
nee de club van Mandela heeft mijn stem gekregen’
de kerk van Kuboes staat wit tegen de kwartsietlucht
haar stem weergalmt tussen de hellingen
‘o God blaas uw liefde over ons en doe haar bloeien’
zegt oom Adam
met de hand op het hart zingt de gemeente
‘ja Jezus is een rots
in een do-hor-stig land
een do-hor-stig land
een do-hor-stig land’
'U bent voor mij als wasem
Iejezus, Ieje-he-he-zus'
Kuboes hángt aan de hellingen van de Rozijntjesberg
het vergt veel God om het hier uit te houden
Mw. Farmer uit Eksteenfontein
‘ik hecht vreselijk aan vee
een huis vind ik maar niks
maar het open veld
ik ben opgegroeid zo in het open veld
in een rond huisje
toen we hier kwamen, regende het
en de goudsbloemen stonden zo hoog
als ik hurkte zat ik onder een vloer van bloemen
zodoende heb ik me deze plek eigengemaakt
en ik heb er nog steeds geen genoeg van
de aarde hè
het veld hè’
© Vertaling: 2004, Robert Dorsman
narratief buite die park
Susara Domroch van Kubus‘nee Oupa Mandela vir hom stem ek
hoekom is om Nama te wees vandag om iets te wees?
omdat ons nou ons eie woord is
onder die ou regerings was ons hulle woord
oor jarre is ons uitgedryf na die bar plekke
Kleurling Reserves
ons was niks
maar vandag is ons iets
en dis hy, daai Ouman Mandela, dis hy
nee Mandela-goed het my stem gekry’
Kubus se kerk staan wit teen die kwartsiet lug
en stoot stem teen die rante uit
‘o God blaas en bloei u liefde oor ons,’
sê oom Adam
hand op die hart sing die gemeente
‘ja Jessus is ’n rots
in ’n dorr-stigge land
’n dorr-stigge land
’n dorr-stigge land’
‘U is soos wasem vir my
Hiesus Hie-ie-ie-sus’
Kubus háng aan die rante van Rosyntjieberg
dit vra baie God om hier te hou
Mev Farmer van Eksteenfontein
‘ek’s mos vreeslik vás aan vee
’n huis is vir my niks
maar die ope veld
ek het grootgeraak so in die ope veld
in ’n ronde huisietjie
toe ons hier kom, reën dit
en die gousblomme staat so hoog
as ek hurk sit ek onder ’n blommevloer
daarvandaan het ek die plek aangeneem
dat ek hom nounog liefhet
vir die aard
vir die veld’
© 2000, Antjie Krog
From: Kleur kom nooit alleen nie
Publisher: Kwela, Cape Town
This poem is the third section of ‘Selected Narratives of the Richtersveld’
From: Kleur kom nooit alleen nie
Publisher: Kwela, Cape Town
Gedichten
Gedichten van Antjie Krog
Close
VERTELLING BUITEN HET PARK
Susura Domroch uit Kuboes‘nee, Opa Mandela op hem stem ik
hoe komt het dat je nu iets bent als Nama?
omdat we nu heten naar wie we zijn
voor de oude regeringen telden wij niet
jarenlang werden we verdreven naar barre plekken
naar Kleurlingreservaten
we waren niks
maar vandaag tellen we helemaal mee
en dat komt door die Ouman Mandela, door hem
nee de club van Mandela heeft mijn stem gekregen’
de kerk van Kuboes staat wit tegen de kwartsietlucht
haar stem weergalmt tussen de hellingen
‘o God blaas uw liefde over ons en doe haar bloeien’
zegt oom Adam
met de hand op het hart zingt de gemeente
‘ja Jezus is een rots
in een do-hor-stig land
een do-hor-stig land
een do-hor-stig land’
'U bent voor mij als wasem
Iejezus, Ieje-he-he-zus'
Kuboes hángt aan de hellingen van de Rozijntjesberg
het vergt veel God om het hier uit te houden
Mw. Farmer uit Eksteenfontein
‘ik hecht vreselijk aan vee
een huis vind ik maar niks
maar het open veld
ik ben opgegroeid zo in het open veld
in een rond huisje
toen we hier kwamen, regende het
en de goudsbloemen stonden zo hoog
als ik hurkte zat ik onder een vloer van bloemen
zodoende heb ik me deze plek eigengemaakt
en ik heb er nog steeds geen genoeg van
de aarde hè
het veld hè’
© 2004, Robert Dorsman
From: Kleur kom nooit alleen nie
This poem is the third section of ‘Selected Narratives of the Richtersveld’
From: Kleur kom nooit alleen nie
NARRATIVE OUTSIDE THE PARK
Susara Domroch of Kubus‘well I’ll vote for Grandpa Mandela
why is it that you’re someone these days if you’re Nama?
because we’re now our own word
under the old governments we were their word
for many years we were driven to the barren places
Coloured Reserves
we were nothing
but today we’re something
and it’s him, that Granddad Mandela, it’s him
no, Mandela’s lot have got my vote’
the church in Kubus stands white against the quartzite sky
and echoes its voice among the ridges
‘o God blow and bloom your love for us’
says Uncle Adam
the congregation sing with their hands on their hearts
‘yes Jesus is a rock
in a thi-ir-sty land
a thi-ir-sty land
a thi-ir-sty land
you are like breath to me
Je-sus Je-ee-ee-sus’
Kubus hangs on the edge of Raisin Mountain
God it takes a lot to survive out here
Mrs Farmer of Eksteensfontein
‘I’m just very attached to cattle
a house isn’t for me
but the open country
I grew up like this in the open country
in a little round house
when we came here it was raining
and the marigolds were growing high
when I squatted I sat under a floor of flowers
so I made a place of my own
that I still love
for the earth
for the country’
© 2004, Richard Jürgens
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère