Poetry International Poetry International
Gedicht

Lucienne Stassaert

Pushed out with worn-out furniture

Pushed out with worn-out furniture
her sprung insides show
the joys and woes of an old mattress.
The kapok suddenly releases secrets
and in its lumpy burls
refrains and duets stick:

Come my love, don’t withdraw
yet. Feel me over to see
if I’m a stranger once again
asking you the way to today –
I want to disappear inside
a raw body flap
as in a cave beneath the sea.

So bird-swift, with quick jerks,
this duet sounded like a duel
when in the middle of a kissed-away silence
a voice, almost choked, sprang up:
“If you die first, then I will surely follow . . .”

Come my love, pull me in
like a snail does its feelers:
I do not want to see the light
that whistles in my ribs –
Quickly set my coil-locked
body on fire: just one more sigh
and the bloom is gone.

Aan kant gezet bij afgesleten inboedel

Aan kant gezet bij afgesleten inboedel
toont haar springveren binnenste
het wel en wee van een oude matras.
’t Kapok laat plots geheimen los
en in haar bobbelige noppen
kroppen refreinen en duetten:

Kom liefste, trek je nog
niet terug. Tast mij af
of ik opnieuw een vreemde ben
die je de weg vraagt naar vandaag –
Ik wil verdwijnen binnenin
een rauw lichaam klapwieken
als in een onderzeese grot.

Zo vogelvlug, met korte stoten,
klonk dit duet als een duel
als middenin een afgekuste stilte
een stem, haast verstikt, opveerde:
“Ga jij eerst dood, dan volg ik wel . . .”

Kom liefste, haal mij in
zoals een slak haar voelhorentjes.
Ik wil het licht niet zien
dat in mijn ribben fluit –
Steek vlug mijn kromgesloten
lijf in brand: nog één zucht
en de fleur is eraf.
Lucienne Stassaert

Lucienne Stassaert

(België, 1936)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit België

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

Aan kant gezet bij afgesleten inboedel

Aan kant gezet bij afgesleten inboedel
toont haar springveren binnenste
het wel en wee van een oude matras.
’t Kapok laat plots geheimen los
en in haar bobbelige noppen
kroppen refreinen en duetten:

Kom liefste, trek je nog
niet terug. Tast mij af
of ik opnieuw een vreemde ben
die je de weg vraagt naar vandaag –
Ik wil verdwijnen binnenin
een rauw lichaam klapwieken
als in een onderzeese grot.

Zo vogelvlug, met korte stoten,
klonk dit duet als een duel
als middenin een afgekuste stilte
een stem, haast verstikt, opveerde:
“Ga jij eerst dood, dan volg ik wel . . .”

Kom liefste, haal mij in
zoals een slak haar voelhorentjes.
Ik wil het licht niet zien
dat in mijn ribben fluit –
Steek vlug mijn kromgesloten
lijf in brand: nog één zucht
en de fleur is eraf.

Pushed out with worn-out furniture

Pushed out with worn-out furniture
her sprung insides show
the joys and woes of an old mattress.
The kapok suddenly releases secrets
and in its lumpy burls
refrains and duets stick:

Come my love, don’t withdraw
yet. Feel me over to see
if I’m a stranger once again
asking you the way to today –
I want to disappear inside
a raw body flap
as in a cave beneath the sea.

So bird-swift, with quick jerks,
this duet sounded like a duel
when in the middle of a kissed-away silence
a voice, almost choked, sprang up:
“If you die first, then I will surely follow . . .”

Come my love, pull me in
like a snail does its feelers:
I do not want to see the light
that whistles in my ribs –
Quickly set my coil-locked
body on fire: just one more sigh
and the bloom is gone.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère