Poetry International Poetry International
Gedicht

Adam Zagajewski

IN A LITTLE APARTMENT

So in that dusty little apartment in Gliwice,
in a low block in the Soviet style
that says all towns should look like barracks,
and cramped rooms will defeat conspiracies,
where an old-fashioned wall clock marches on, unwearied,

he relives daily the mild September of ’39, its whistling bombs,
and the Jesuit Garden in Lvov, gleaming
with the green glow of maples and ash trees and small birds,
kayaks on the Dniester, the scent of wicker and wet sand,
that hot day when you met a girl who studied law,

the trip by freight car to the west, the final border,
two hundred roses from the students
grateful for your help in ’68,
and other episodes I’ll never know,
the kiss of a girl who didn’t become my mother,

the fear and sweet gooseberries of childhood, images drawn
from that calm abyss before I was.
Your memory works in the quiet apartment – in silence,
systematically, you struggle to retrieve for an instant
your painful century.

IN EEN KLEINE FLAT

Dus in deze kleine stoffige flat in Gliwice,
in een laag woonblok, naar sovjetmodel gebouwd
volgens het principe dat een stad op een kazerne dient te lijken
en de kamers krap moeten zijn om conspiratieve bijeenkomsten te verijdelen,
daar waar onvermoeibaar de ouderwetse wandklok loopt,

herleven bijna dagelijks die zonnige september van ’39, de fluitende bommen,
maar ook de Jezuïetentuin in Lwów, schitterend als vroeger
met zijn groene licht van ahornen en essen en kleine vogeltjes,
de kano’s op de Dnjestr, de geur van rijshout en vochtig zand,
een hete dag, toen je een jonge vrouw ontmoette, een rechtenstudente,

en de reis in een goederenwagon naar het westen, de laatste grens,
en het boeket van tweehonderd rozen dat studenten je gaven
als dank voor jouw steun in de lente van ’68,
en zeker ook episodes waarvan ik nooit zal weten,
de zoen van een vrouw die niet mijn moeder is geworden,

de angst en de zoete kruisbessen uit jouw jeugd, beelden uit
die genoeglijke afgrond, toen ik er nog niet was.
Jouw geheugen werkt in een stille flat – zwijgend,
systematisch, je werkt aan een kortstondige herleving
van die pijnlijke twintigste eeuw.

W MAŁYM MIESZKANIU

A więc w tym małym zakurzonym mieszkaniu w Gliwicach,
w niewysokim bloku,zbudowanym według sowieckiego wzoru,
w myśl zasady, że miasto powinno przypominać koszary
a pokoje mają być ciasne, żeby udaremnić konspiracyjne zebrania,
tam, gdzie niestrudzenie maszeruje staroświecki ścienny zegar,
 
odżywa prawie codziennie pogodny wrzesień 39, świst bomb,
ale także Ogród Jezuicki we Lwowie, błyszczący jak dawniej
zielonym światłem klonów i jesionów i małych ptaszków,
kajaki na Dniestrze, zapach wikliny i wilgotnego piasku,
upalny dzień, kiedy spotkałeś młodą kobietę, studentkę prawa,
 
i podróż wagonem towarowym na zachód do ostatniej granicy,
i bukiet z dwustu róż, który ofiarowali ci studenci
dziękując za to, że stanąłeś w ich obronie na wiosnę 68 roku,
i pewnie też epizody o których nigdy sie nie dowiem,
pocałunek kobiety, która nie została moją matką,
 
lęk i słodki agrest twojego dzieciństwa,obrazy wyjęte
z tej pogodnej otchłani, kiedy mnie jeszcze nie było.
Twoja pamięć pracuje w cichym mieszkaniu – w milczeniu,
systematycznie, pracujesz nad tym, żeby wskrzesić na moment
bolesny wiek dwudziesty.
Close

IN EEN KLEINE FLAT

Dus in deze kleine stoffige flat in Gliwice,
in een laag woonblok, naar sovjetmodel gebouwd
volgens het principe dat een stad op een kazerne dient te lijken
en de kamers krap moeten zijn om conspiratieve bijeenkomsten te verijdelen,
daar waar onvermoeibaar de ouderwetse wandklok loopt,

herleven bijna dagelijks die zonnige september van ’39, de fluitende bommen,
maar ook de Jezuïetentuin in Lwów, schitterend als vroeger
met zijn groene licht van ahornen en essen en kleine vogeltjes,
de kano’s op de Dnjestr, de geur van rijshout en vochtig zand,
een hete dag, toen je een jonge vrouw ontmoette, een rechtenstudente,

en de reis in een goederenwagon naar het westen, de laatste grens,
en het boeket van tweehonderd rozen dat studenten je gaven
als dank voor jouw steun in de lente van ’68,
en zeker ook episodes waarvan ik nooit zal weten,
de zoen van een vrouw die niet mijn moeder is geworden,

de angst en de zoete kruisbessen uit jouw jeugd, beelden uit
die genoeglijke afgrond, toen ik er nog niet was.
Jouw geheugen werkt in een stille flat – zwijgend,
systematisch, je werkt aan een kortstondige herleving
van die pijnlijke twintigste eeuw.

IN A LITTLE APARTMENT

So in that dusty little apartment in Gliwice,
in a low block in the Soviet style
that says all towns should look like barracks,
and cramped rooms will defeat conspiracies,
where an old-fashioned wall clock marches on, unwearied,

he relives daily the mild September of ’39, its whistling bombs,
and the Jesuit Garden in Lvov, gleaming
with the green glow of maples and ash trees and small birds,
kayaks on the Dniester, the scent of wicker and wet sand,
that hot day when you met a girl who studied law,

the trip by freight car to the west, the final border,
two hundred roses from the students
grateful for your help in ’68,
and other episodes I’ll never know,
the kiss of a girl who didn’t become my mother,

the fear and sweet gooseberries of childhood, images drawn
from that calm abyss before I was.
Your memory works in the quiet apartment – in silence,
systematically, you struggle to retrieve for an instant
your painful century.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère