Gedicht
Julius Chingono
AS I GO
AAN DE WEG
Mijn pot is een oude verfbusik weet niet
wie hem kocht
ik weet niet
wiens huis ermee werd geschilderd
ik bietste de lege bus
op de laan bij het kerkhof.
Mijn lamp, een petroleumlamp,
is een gebruikte 280 ml-fles
veertig procent alcohol staat op het etiket
ik weet niet
wie de alcohol dronk
ik bietste de fles uit een vuilnisvat.
Mijn beker
is een oude jampot
ik weet niet wie zich aan de jam te goed deed
ik vond de pot
in een afvoergoot.
Mijn bord
is de wieldop van een auto
ik weet niet
bij wiens auto hij hoorde.
Ik zag een jongen die ermee rolde, ermee speelde.
Mijn huis is opgetrokken
met plastic op karton
ik vond het plastic dat door de wind was weggewaaid.
Het is simpel
ik biets mijn leven bij elkaar
aan de weg.
© Vertaling: 2004, Jabik Veenbaas
AS I GO
My pot is an old paint containerI do not know
who bought it
I do not know
whose house it decorated
I picked the empty tin
in cemetery lane.
My lamp, a paraffin lamp
is a used 280 ml bottle
labelled forty per cent alcohol
I do not know
who drank the alcohol
I picked the bottle in a trash bin.
My cup
is an old jam tin
I do not know who enjoyed the jam
I found the tin
in a storm-water drain.
My plate
is a motor car hub-cap cover
I do not know
whose car it belonged to.
I found a boy wheeling it, playing with it.
My house is built
of plastic over cardboard
I found the plastic being blown by the wind.
It’s simple
I pick my life
as I go.
© 1994, Julius Chingono
Publisher: First published on PIW in a special Zimbabwean edition, 10th June,
Publisher: First published on PIW in a special Zimbabwean edition, 10th June,
Gedichten
Gedichten van Julius Chingono
Close
AAN DE WEG
Mijn pot is een oude verfbusik weet niet
wie hem kocht
ik weet niet
wiens huis ermee werd geschilderd
ik bietste de lege bus
op de laan bij het kerkhof.
Mijn lamp, een petroleumlamp,
is een gebruikte 280 ml-fles
veertig procent alcohol staat op het etiket
ik weet niet
wie de alcohol dronk
ik bietste de fles uit een vuilnisvat.
Mijn beker
is een oude jampot
ik weet niet wie zich aan de jam te goed deed
ik vond de pot
in een afvoergoot.
Mijn bord
is de wieldop van een auto
ik weet niet
bij wiens auto hij hoorde.
Ik zag een jongen die ermee rolde, ermee speelde.
Mijn huis is opgetrokken
met plastic op karton
ik vond het plastic dat door de wind was weggewaaid.
Het is simpel
ik biets mijn leven bij elkaar
aan de weg.
© 2004, Jabik Veenbaas
AS I GO
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère