Lêdo Ivo
Lêdo Ivo
Met een rechtendiploma op zak heeft Lêdo Ivo (Brazilië, 1924) zijn kost als journalist verdiend en daarnaast gedichten, verhalen, romans en essays geschreven. Hij is geboren in Maceió, de hoofdstad van de bondsstaat Alagoas in het Noordoosten van Brazilië. De stad ligt op een schiereiland en de beelden van vloedbossen met krabbetjes en andere amfibie-achtige dieren, duinen, landtongen, vervallen scheepswerven en -wrakken, kenmerken zijn gedichten.
In 1944 bracht Ivo zijn debuut uit en een jaar later kreeg hij van de Braziliaanse Academie van Letteren de Olavo Bilacprijs. In 1987 is hij tot de Academie toegetreden. Hij heeft tot in 2008 regelmatig gepubliceerd en vele prijzen en onderscheidingen gekregen. Naast vertalingen van Arthur Rimbaud, een belangrijke invloed, publiceerde ook memorialistische boeken, waaronder Bekentenissen van een dichter (1985) en En nu vaarwel (2007). In het eerste boek, vertelt hij veel over zijn jeugd in de jaren dertig in het binnenland van de staat Alagoas waar hij met zijn vader in een klein fordje diens klanten bezocht.
In het tweede boek vertelt hij van de ontmoetingen met zijn generatiegenoot João Cabral de Melo Neto (1920-1999). Beide worden door de geschiedenisboeken gerangschikt onder de ‘generatie van 1945’. Na de jaren twintig en dertig, toen het avantgardistische modernisme van São Paulo vele conventies overboord gegooid had, keerde deze generatie terug naar klassieke en vooral strakkere vormen. Beide dichters voerden lange gesprekken toen João Cabral ‘omringd door zijn door de rede geschapen monsters’ vanwege één van zijn vele depressies was opgenomen. Lêdo Ivo gaf veel om zijn collega maar was in bijna alles zijn tegenvoeter. De warmte en zinnelijkheid van zijn poëzie contrasteert met het anti-lyrische rationalisme van João Cabral’s gedichten en diens verlammende zoeken naar helderheid. Cabral werd gekweld, omdat hij niet kon achterhalen wie hij was. Lêdo Ivo wil liever niet weten wie hij was. Hij liet dat oordeel aan anderen over en hoopte dat geen van hen gelijk kreeg.
Na een aantal jaren zoeken heeft Lêdo Ivo’s poëzie zijn eigen weg gevonden los van de ‘generatie van 1945’. Rimbauds invloed is herkenbaar in zijn pogingen tot de ‘retorica van het onzegbare’, zoals de Braziliaanse criticus Mário Chamie het noemde. Nadat hij zijn aanvankelijke voorliefde voor breedsprakigheid en abstracties had afgelegd, is hij uitgekomen bij ironie van korte parodieën. Daardoor doen zijn gedichten af en toe denken aan die van de Nederlander Rutger Kopland.
Lêdo Ivo was in 2010 opnieuw te gast op het Poetry International Festival.Deze tekst is ter gelegenheid van dat optreden geschreven.
Bibliografie
Gedichten
As imaginações. Rio de Janeiro: Pongetti, 1944;
Ode e elegia. Rio de Janeiro: Pongetti, 1945;
Acontecimento do soneto. Barcelona: O Livro Inconsútil, 1948;
Ode ao crepúsculo. Rio de Janeiro: Pongetti, 1948;
Cântico. Rio de Janeiro: J. Olympio, 1949;
Linguagem: (1949-19041). Rio de Janeiro, J. Olympio, 1951;
Ode equatorial. Niterói: Hipocampo, 1951;
Acontecimento do soneto. Rio de Janeiro: Orfeu, 1951;
Um brasileiro em Paris. Rio de Janeiro: J. Olympio, 1955;
O rei da Europa Magias. Rio de Janeiro: Agir, 1960;
Uma lira dos vinte anos Rio de Janeiro: Liv. São José, 1962;
Estação central. Rio de Janeiro: Tempo Brasileiro, 1964;
Finisterra. Rio de Janeiro: J. Olympio, 1972;
O sinal semafórico. Rio de Janeiro: J. Olympio, 1974;
O soldado raso. Recife: Edições Pirata, 1980;
A noite misteriosa. Rio de Janeiro: Record, 1982;
Calabar. Rio de Janeiro: Record, 1985;
Mar Oceano. Rio de Janeiro: Record, 1987;
Crepúsculo civil. Rio de Janeiro: Topbooks, 1990;
Curral de peixe. Rio de Janeiro: Topbooks, 1995;
Noturno romano. Teresópolis: Impressões do Brasil, 1997;
O rumor da noite. Rio de Janeiro: Nova Fronteira, 2002;
Plenilúnio. Rio de Janeiro: Topbooks, 2004;
Réquiem, Rio de Janeiro: A Contracapa, 2008.
Poesia Completa - 1940-2004. Rio de Janeiro: Topbooks, 2004.
Romans
As alianças. Rio de Janeiro: Agir, 1947;
O caminho sem aventura. São Paulo: Instituto Progresso, 1948;
O sobrinho do general. Rio de Janeiro: Civilização Brasileira, 1964;
Ninho de cobras. Rio de Janeiro: J. Olympio, 1973;
A morte do Brasil. Rio de Janeiro: Record, 1984.
Korte verhalen:
Use a passagem subterrânea. São Paulo: Difusão Européia do Livro, 1961;
O flautim. Rio de Janeiro: Bloch, 1966;
10 [dez] contos escolhidos. Brasília: Horizonte, 1986;
Os melhores contos de Lêdo Ivo. São Paulo: Global, 1995;
Um domingo perdido. São Paulo: Global, 1998.
Columns
A cidade e os dias. Rio de Janeiro: O Cruzeiro, 1957;
O navio adormecido no bosque. São Paulo: Duas Cidades, 1971;
As melhores crônicas de Lêdo Ivo. São Paulo: Global, 2004.
Essays
Lição de Mário de Andrade. Rio de Janeiro: Ministério da Educação e Saúde, 1951;
O preto no branco. Exegese de um poema de Manuel Bandeira. Rio de Janeiro: Liv. São José, 1955;
Raimundo Correia: poesia. Rio de Janeiro: Agir, 1958;
Paraísos de papel. São Paulo: Conselho Estadual de Cultura, 1961;
Ladrão de flor. Rio de Janeiro: Elos, 1963;
O universo poético de Raul Pompéia. Rio de Janeiro: Liv. São José, 1963;
Poesia observada. Rio de Janeiro: Orfeu, 1967;
Modernismo e modernidade. Rio de Janeiro: Liv. São José, 1972;
Teoria e celebração. São Paulo: Duas Cidades, 1976;
Alagoas. Rio de Janeiro: Bloch, 1976;
A ética da aventura. Rio de Janeiro: F. Alves, 1982;
A república da desilusão. Rio de Janeiro: Topbooks, 1995.
Autobiografie
Confissões de um poeta. São Paulo: Difusão Européia do Livro, 1979;
O aluno relapso. São Paulo: Massao Ohno, 1991.
E agora adeus, correspondência para Lêdo Ivo. São Paulo: Instituto Moreira Salles. 2007
Jeugdboeken
O menino da noite. São Paulo: Companhia. Editora Nacional, 1995;
O canário azul. São Paulo: Scipione, 1990;
O rato da sacristia. São Paulo: Global, 2000.
Vertaald in het Nederlands
Lêdo Ivo. Vleermuizen en blauwe krabben. (vertaler: August Willemsen). Sliedrecht: Wagner & Van Santen, 2000.