Gedicht
Jos De Haes
EVENING AND MORNING I
Things I’ve never understood,not the dynamo, not hate,
not the skill of a pinch that was good.
Or Christ – but for that it’s too late.
The drool of a hairy goat’s lip,
the warmth of piglets ‘neath an apple tree
that are well made from their father’s rib
are enough to lie by for me
at night. But when I build stooks at morn
with my workmates at master’s call,
what am I then, how do I stand there
suddenly booted, laced with knots,
a thinly branched bush of thorn
against a whitewashed wall,
like a Cretan I stand and stare
at glowing Whitsun polyglots.
© Translation: 2007, Paul Vincent
Avond en morgen I
Avond en morgen I
Geen dingen heb ik ooit begrepen,niet de dynamo, niet de haat,
niet het vernuft van rake knepen.
Ook Christus niet – maar dat is nu te laat.
De kwijl van een behaarde geitelip,
de warmte onder een appelboom van biggen
die welgeschapen zijn uit vaders rib,
zijn mij genoeg om bij te liggen
’s avonds. Maar als ik in de morgen stuik
bij mijn collega’s op ’t geboden uur,
wat ben ik dan, hoe sta ik daar
ineens met opgebonden botten,
een dungetakte dorenstruik
tegen een witgekalkte muur,
als een Kretenzer gapend naar
verlichte pinksterpolyglotten.
© 1964, The Estate of Jos De Haes
From: Gedichten
Publisher: Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam
From: Gedichten
Publisher: Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Jos De Haes
Close
Avond en morgen I
Geen dingen heb ik ooit begrepen,niet de dynamo, niet de haat,
niet het vernuft van rake knepen.
Ook Christus niet – maar dat is nu te laat.
De kwijl van een behaarde geitelip,
de warmte onder een appelboom van biggen
die welgeschapen zijn uit vaders rib,
zijn mij genoeg om bij te liggen
’s avonds. Maar als ik in de morgen stuik
bij mijn collega’s op ’t geboden uur,
wat ben ik dan, hoe sta ik daar
ineens met opgebonden botten,
een dungetakte dorenstruik
tegen een witgekalkte muur,
als een Kretenzer gapend naar
verlichte pinksterpolyglotten.
© 1964, The Estate of Jos De Haes
From: Gedichten
Publisher: 2004, Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam
From: Gedichten
Publisher: 2004, Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam
EVENING AND MORNING I
Things I’ve never understood,not the dynamo, not hate,
not the skill of a pinch that was good.
Or Christ – but for that it’s too late.
The drool of a hairy goat’s lip,
the warmth of piglets ‘neath an apple tree
that are well made from their father’s rib
are enough to lie by for me
at night. But when I build stooks at morn
with my workmates at master’s call,
what am I then, how do I stand there
suddenly booted, laced with knots,
a thinly branched bush of thorn
against a whitewashed wall,
like a Cretan I stand and stare
at glowing Whitsun polyglots.
© 2007, Paul Vincent
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère