Gedicht
Luke Davies
North Coast Bushfires
NOORDKUST BOSBRANDEN
Ontzag. Hoe de middagzo op je neerdaalt.
In een microslaapje kun je
honderden meters reizen – in bomen
en auto’s. Ik dacht ik doe
mijn ogen even dicht. Daarna
is het nogal lukraak.
Het universele scharnier, de steunpennen.
Dus richtte ik mijn aandacht op de wolken.
Ze golfden net als aambeelden.
Ik rook de rook lang voor
agenten de snelweg afsloten.
Op landweggetjes helde het zonlicht
door stof en ik stelde me het rollen
van de aarde voor. De hemel werd oranje.
Maar iedereen had dezelfde gedachte.
In de schemering vulde zwarte roet
het dal waar een eenzame boom stond.
Het leek rijden door mist, alleen
brandde het in je keel. Toen trof de bliksem
die boom, die zei: "Ik ben
een god geworden." En terloopse gedachten
zeiden me hoe dringend ik
een motel nodig had. Want leven duurt lang.
© Vertaling: 2009, Rob Schouten
North Coast Bushfires
Reverence. How the afternooncomes down on you like that.
In a microsleep you can travel
hundreds of metres — into trees
and cars. I thought I would
just close my eyes. After that
it is all pretty random.
The universal joint, the bearing pins.
So I tried to focus on clouds.
They billowed just like anvils.
I smelled smoke long before the cops
closed off the highway.
On backroads the sunlight slanted
through dust and I pictured the roll
of the earth. The sky turned orange.
But everyone had the same idea.
At dusk a black soot filled
the valley where a lone tree stood.
It was like driving through fog, only
it burnt the throat. Then lightning
lit that tree which said, “I have
grown into a god.” And stray thoughts
were telling me how badly I needed
a motel. Because life is long.
© 2007, Luke Davies
Gedichten
Gedichten van Luke Davies
Close
NOORDKUST BOSBRANDEN
Ontzag. Hoe de middagzo op je neerdaalt.
In een microslaapje kun je
honderden meters reizen – in bomen
en auto’s. Ik dacht ik doe
mijn ogen even dicht. Daarna
is het nogal lukraak.
Het universele scharnier, de steunpennen.
Dus richtte ik mijn aandacht op de wolken.
Ze golfden net als aambeelden.
Ik rook de rook lang voor
agenten de snelweg afsloten.
Op landweggetjes helde het zonlicht
door stof en ik stelde me het rollen
van de aarde voor. De hemel werd oranje.
Maar iedereen had dezelfde gedachte.
In de schemering vulde zwarte roet
het dal waar een eenzame boom stond.
Het leek rijden door mist, alleen
brandde het in je keel. Toen trof de bliksem
die boom, die zei: "Ik ben
een god geworden." En terloopse gedachten
zeiden me hoe dringend ik
een motel nodig had. Want leven duurt lang.
© 2009, Rob Schouten
North Coast Bushfires
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère