Gedicht
Mark Boog
IT\'S ALL THERE, EVERYTHING
It’s all there, everything, but not wholeheartedly. Itapologises: every painter would have done this better.
To me, softy, to save the day.
It’s nice, everything! It has to be nice! But about my
chapping lips there’s a tic playing called a grin
that’s settling in – a tick on a dog, sickness of the chest.
Defoliate, tree, fall on the murky heads, heaven,
do something. Glory unto me. Dejection unto me.
One doesn’t actually relieve oneself and one contributes
to the imperfection of one’s own body and soul.
To no avail, of course.
© Translation: 2004, Willem Groenewegen
HET IS ER WEL, ALLEMAAL
HET IS ER WEL, ALLEMAAL
Het is er wel, allemaal, maar niet van harte. Hetverontschuldigt zich: elke schilder had dit beter gedaan.
Aan mij, goedzak, om de boel te redden.
Het is mooi, alles! Het moet mooi zijn! Maar om mijn
barstende lippen speelt de zenuwtrek die glimlach heet
en vestigt zich – een teek op een hond, ziekte in de borst.
Ontblader, boom, val op de miezerige hoofden, hemel,
doe wat. Mij de glorie. Mij de mismoedigheid.
Men ontlast zich niet werkelijk en men draagt
aan de onvolkomenheid zijn eigen lichaam en geest bij.
Tevergeefs, natuurlijk.
© 2002, Mark Boog
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: Cossee, Amsterdam
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: Cossee, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Mark Boog
Close
HET IS ER WEL, ALLEMAAL
Het is er wel, allemaal, maar niet van harte. Hetverontschuldigt zich: elke schilder had dit beter gedaan.
Aan mij, goedzak, om de boel te redden.
Het is mooi, alles! Het moet mooi zijn! Maar om mijn
barstende lippen speelt de zenuwtrek die glimlach heet
en vestigt zich – een teek op een hond, ziekte in de borst.
Ontblader, boom, val op de miezerige hoofden, hemel,
doe wat. Mij de glorie. Mij de mismoedigheid.
Men ontlast zich niet werkelijk en men draagt
aan de onvolkomenheid zijn eigen lichaam en geest bij.
Tevergeefs, natuurlijk.
© 2002, Mark Boog
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: 2002, Cossee, Amsterdam
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: 2002, Cossee, Amsterdam
IT\'S ALL THERE, EVERYTHING
It’s all there, everything, but not wholeheartedly. Itapologises: every painter would have done this better.
To me, softy, to save the day.
It’s nice, everything! It has to be nice! But about my
chapping lips there’s a tic playing called a grin
that’s settling in – a tick on a dog, sickness of the chest.
Defoliate, tree, fall on the murky heads, heaven,
do something. Glory unto me. Dejection unto me.
One doesn’t actually relieve oneself and one contributes
to the imperfection of one’s own body and soul.
To no avail, of course.
© 2004, Willem Groenewegen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère