Gedicht
Mark Boog
SOMEWHERE
Somewhere, one of these days, arose in perhaps a far landthe steamroller driver who is now searching for
the steamroller in the corner of this room,
and for a while the wrecker’s been awake,
although on a heavy, iron chain in front of our window
the wrecking ball hangs still, gleaming in the late summer sun.
From all directions the workers advance,
as if there were a party here, a census, an annual fair,
leaving traces of work done, of odd jobs carried out.
That holy silence, and within,
unfolding the silence to its very greatest,
the thin birds, and that dim light, quivering with age.
© Translation: 2004, Willem Groenewegen
ERGENS
ERGENS
Ergens, een dezer dagen, is opgestaan in een misschien ver landde stoomwalsbestuurder die op zoek is nu
naar de stoomwals in de hoek van deze kamer,
en al langer is de sloper wakker,
al hangt aan een zware, ijzeren ketting voor ons raam
de sloopkogel nog stil, te glanzen in de nazomerzon.
Uit alle windstreken trekken op de werklui,
als was hier een feest, een volkstelling, een jaarmarkt,
laten sporen van gedaan werk, van opgeknapte karweitjes na.
Die heilige stilte, met erin,
de stilte ontvouwend tot op haar grootst,
de dunne vogels, en dat magere licht, trillend van ouderdom.
© 2002, Mark Boog
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: Cossee, Amsterdam
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: Cossee, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Mark Boog
Close
ERGENS
Ergens, een dezer dagen, is opgestaan in een misschien ver landde stoomwalsbestuurder die op zoek is nu
naar de stoomwals in de hoek van deze kamer,
en al langer is de sloper wakker,
al hangt aan een zware, ijzeren ketting voor ons raam
de sloopkogel nog stil, te glanzen in de nazomerzon.
Uit alle windstreken trekken op de werklui,
als was hier een feest, een volkstelling, een jaarmarkt,
laten sporen van gedaan werk, van opgeknapte karweitjes na.
Die heilige stilte, met erin,
de stilte ontvouwend tot op haar grootst,
de dunne vogels, en dat magere licht, trillend van ouderdom.
© 2002, Mark Boog
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: 2002, Cossee, Amsterdam
From: Zo helder zagen we het zelden
Publisher: 2002, Cossee, Amsterdam
SOMEWHERE
Somewhere, one of these days, arose in perhaps a far landthe steamroller driver who is now searching for
the steamroller in the corner of this room,
and for a while the wrecker’s been awake,
although on a heavy, iron chain in front of our window
the wrecking ball hangs still, gleaming in the late summer sun.
From all directions the workers advance,
as if there were a party here, a census, an annual fair,
leaving traces of work done, of odd jobs carried out.
That holy silence, and within,
unfolding the silence to its very greatest,
the thin birds, and that dim light, quivering with age.
© 2004, Willem Groenewegen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère