Toni Giselle Stuart
MAGHRIB
MAGHRIB
de lucht draagt groen-geaderde magenta
de horizon is een nabijgelegen koord en trekt aan
de zon de zon neemt
het licht met zich mee en laat
hitte achter op de kust
het meisje staat met haar voeten
in het water
de Imam wacht
de Bilal begint het meisje neemt een diepe ademteug houdt
haar Baslijn vast. haar Script humt langzaam in het begin
de azaan wordt luider. het Script van het meisje traant
om in pijn. het meisje houdt haar Baslijn vast.
‘Adem uit,’ zegt de Imam.
‘Je instinct is om je schrap te zetten om te vechten.
Dat is niet de manier leeg je zelf
en laat Ritme je vullen’.
‘maar het doet pijn,’ zegt het meisje.
haar Baslijn loopt vast
in haar borst. haar middenrif gespannen
‘Ik weet het,’ zegt de Imam.
‘Het doet pijn omdat je het niet vertrouwt
niet omdat het pijnlijk is.
Het doet pijn omdat je niet weet wat het is
niet omdat het je kwaad wil doen.
Zeg het gebed op,’ zegt de Imam.
‘ik ken het gebed niet.’
‘Jij bent niet meer in HetOverdag, kind
Wat je weet en niet weet
moet zich hier nog laten zien aan jou.
Sluit je ogen zeg het gebed op.’
het meisje ademt uit, haar Baslijn versnelt
uit haar mond, ze sluit haar ogen. haar Script doet zeer
met de Azaan, de stem van de Bilal stuwt naar voren
door de magentagroene lucht. de horizon trekt
de zon dichterbij. het meisje ademt in. haar Baslijn loopt onder water
door haar sternum. bereikt haar linkerpols.
haar Script verschroeit. hun woorden zingen in haar hoofd
‘Ik ben de dochter van _____en _______’. het is de stem van de moeder.
‘Waar je het bangst voor bent
is waar je recht op af moet lopen’ zegt de moeder.
verdriet stompt haar sternum. het laat haar ogen openschieten.
‘Sluit je ogen zeg het gebed op,’ herhaalt de Imam zachtjes
het meisje wil rennen, het lied van verdriet vecht om haar sternum te overstromen.
de stem van de Bilal groeit in kracht. de Azaan borstelt haar Script. hun woorden
zingen rond in haar hoofd. de stem van de moeder. het meisje keert naar binnen op zoek
naar het gebed. adem in. adem uit. het meisje ziet de moeder. de moeder
knielt, bij een vuurtje. onder de Draaghemel. de handen van de moeder liggen vlak
op de aarde. de moeder spreekt. ‘En welke leegte moet mij vullen/
voordat ik een geschikt thuis kan zijn voor muziek?’
Ritme overspoelt de moeder, zang valt uit haar keel.
het meisje ademt in. voelt de magentagroene lucht boven haar. voelt de horizon de zon dichterbij trekken. de Azaan woelt nog met geluid. haar Script is een koorts gevangen in een enkele lijn om haar linkerpols. het brandt. het prikt. haar sternum is een pijnlijke plek. het meisje ademt uit. ‘en welke leegte moet mij vullen / voordat ik een geschikt thuis kan zijn voor muziek?’
de woorden verlaten haar mond fluisterend
naar de natte kust. het meisje ademt in.
haar Baslijn overspoelt haar sternum,
neemt het ritme van de Azaan over, beweegt door haar
borstkas, eromheen naar haar rug over
haar schouderbladen, stuwt omhoog naar haar nek.
gezang stijgt op in haar keel. de mond van het meisje opent zich.
het lied weigert uit haar gezongen te worden.
geen enkele noot is te horen.
het meisje valt op haar knieën, ze snikt.
het LiedvanVerdriet overspoelt haar sternum.
door haar dijbenen omlaag naar haar voeten.
de verschroeiing is ondraaglijk.
het meisje doet haar mond nogmaals open.
het lied weigert uit haar gezongen te worden.
een niet-Herinnerd lied zal niet leven
in de ledematen van een Ritme dat niet weet hoe hij het vast moet houden.
de mond van het meisje is een grot zonder echo.
het meisje huilt. zelfs haar gehuil is geluidloos.
geluid zal niet in haar leven.
haar script schroeit van de koorts. het bonkt
tegen haar huid. het 6/8 Ritme keert terug
sneller. krachtiger. schroeit een weg door haar ledematen.
het duwt haar sternum omver. haar Baslijn loopt
stroef. het meisje geeft over op de kust.
de horizon verzwelgt het laatste streepje zon.
het meisje zakt in elkaar.
MAGHRIB
the sky holds magenta streaked with green
the horizon is a close line pulling
the sun the sun takes
the light with it and leaves
the heat behind on the shore
the girl stands with her feet
in the water
the Imam waits
the bilal begins the girl gasps holds
her BassLine. her Script hums slowly at first
the azaan grows louder. the girl’s Script tears
into an ache. the girl holds her BassLine.
“Exhale,” the Imam says.
“Your instinct is to brace against it to fight.
“This is not the way you must empty out
and let Rhythm fill you.”
“but it hurts,” the girl says.
her BassLine sticks
in her chest. her diaphragm tense
“I know,” the Imam says.
“It hurts because you do not trust it
not because it is painful.
It hurts because you do not know what it is
not because it seeks to do you harm.
Say the prayer,” the Imam says.
“i don’t know the prayer.”
“You are not in TheDaytime anymore, child.
Here, what you know and do not know
remains for you to be seen.
Close your eyes say the prayer.”
the girl exhales. her BassLine rushes
from her mouth. she closes her eyes. her Script aches
with the azaan. the bilal’s voice drives through
the magenta-green sky. the horizon pulls
the sun closer. the girl inhales. her BassLine floods
through her sternum. reaches her left wrist.
her Script singes. their words sing in her head.
“I am the child of ____ and ___”. it is the mother’s voice.
“The thing you are most afraid of
is the thing you must walk towards,” the mother says.
grief punches her sternum. shoots her eyes open.
“Close your eyes say the prayer,” the Imam repeats gently
the girl wants to run. the Song of Grief fights to flood her sternum.
the bilal’s voice is stronger. the azaan bristles her Script. their words
sing in her head. the mother’s voice. the girl searches inside herself
for the prayer. inhale. exhale. the girl sees the mother. the mother is
kneeling. at a fire. under TheCanopy. the mother’s hands are flat
on the soil. the mother speaks. “And what emptiness must fill me /
before I am suitable enough to be a home for music?”
Rhythm floods the mother. song falls from her throat.
the girl inhales. feels the magenta-green sky above her. feels the horizon pull the sun closer. the azaan still sounds. her Script is a fever. trapped in a single line around her left wrist. it burns. it stings. her sternum is a painful place. the girl exhales. “and what emptiness must fill me / before I am suitable enough to be a home for music?”
the words whisper from her mouth
to the wet shore. the girl inhales.
her BassLine floods her sternum.
it takes the azaan’s Rhythm. it moves through
her front ribs. around to her back. across
to her scapulas. rushes up her neck.
song rises in her throat. the girls’ mouth opens.
the song refuses to sing from her.
not a single note is heard.
the girl falls to her knees. she sobs.
the SongofGrief rushes her sternum.
through her femurs down to her feet.
the searing is unbearable.
the girl opens her mouth again.
the song refuses to sing from her.
a song not Remembered will not live
in the limbs of a Rhythm who does not know how to hold it.
the girl’s mouth is a cavern without echo.
the girl cries. but even her cry is silent.
sound will not live in her.
her Script sears with fever. it throbs
against her skin. the 6/8 Rhythm returns
faster. stronger. searing through her limbs.
it topples her sternum. her BassLine runs
ragged. the girl heaves onto the shore.
the horizon swallows the last slip of sun.
the girl feints.
From: July / August 2022 Poetry Magazine
Publisher: Poetry Magazine, Chicago
MAGHRIB
de lucht draagt groen-geaderde magenta
de horizon is een nabijgelegen koord en trekt aan
de zon de zon neemt
het licht met zich mee en laat
hitte achter op de kust
het meisje staat met haar voeten
in het water
de Imam wacht
de Bilal begint het meisje neemt een diepe ademteug houdt
haar Baslijn vast. haar Script humt langzaam in het begin
de azaan wordt luider. het Script van het meisje traant
om in pijn. het meisje houdt haar Baslijn vast.
‘Adem uit,’ zegt de Imam.
‘Je instinct is om je schrap te zetten om te vechten.
Dat is niet de manier leeg je zelf
en laat Ritme je vullen’.
‘maar het doet pijn,’ zegt het meisje.
haar Baslijn loopt vast
in haar borst. haar middenrif gespannen
‘Ik weet het,’ zegt de Imam.
‘Het doet pijn omdat je het niet vertrouwt
niet omdat het pijnlijk is.
Het doet pijn omdat je niet weet wat het is
niet omdat het je kwaad wil doen.
Zeg het gebed op,’ zegt de Imam.
‘ik ken het gebed niet.’
‘Jij bent niet meer in HetOverdag, kind
Wat je weet en niet weet
moet zich hier nog laten zien aan jou.
Sluit je ogen zeg het gebed op.’
het meisje ademt uit, haar Baslijn versnelt
uit haar mond, ze sluit haar ogen. haar Script doet zeer
met de Azaan, de stem van de Bilal stuwt naar voren
door de magentagroene lucht. de horizon trekt
de zon dichterbij. het meisje ademt in. haar Baslijn loopt onder water
door haar sternum. bereikt haar linkerpols.
haar Script verschroeit. hun woorden zingen in haar hoofd
‘Ik ben de dochter van _____en _______’. het is de stem van de moeder.
‘Waar je het bangst voor bent
is waar je recht op af moet lopen’ zegt de moeder.
verdriet stompt haar sternum. het laat haar ogen openschieten.
‘Sluit je ogen zeg het gebed op,’ herhaalt de Imam zachtjes
het meisje wil rennen, het lied van verdriet vecht om haar sternum te overstromen.
de stem van de Bilal groeit in kracht. de Azaan borstelt haar Script. hun woorden
zingen rond in haar hoofd. de stem van de moeder. het meisje keert naar binnen op zoek
naar het gebed. adem in. adem uit. het meisje ziet de moeder. de moeder
knielt, bij een vuurtje. onder de Draaghemel. de handen van de moeder liggen vlak
op de aarde. de moeder spreekt. ‘En welke leegte moet mij vullen/
voordat ik een geschikt thuis kan zijn voor muziek?’
Ritme overspoelt de moeder, zang valt uit haar keel.
het meisje ademt in. voelt de magentagroene lucht boven haar. voelt de horizon de zon dichterbij trekken. de Azaan woelt nog met geluid. haar Script is een koorts gevangen in een enkele lijn om haar linkerpols. het brandt. het prikt. haar sternum is een pijnlijke plek. het meisje ademt uit. ‘en welke leegte moet mij vullen / voordat ik een geschikt thuis kan zijn voor muziek?’
de woorden verlaten haar mond fluisterend
naar de natte kust. het meisje ademt in.
haar Baslijn overspoelt haar sternum,
neemt het ritme van de Azaan over, beweegt door haar
borstkas, eromheen naar haar rug over
haar schouderbladen, stuwt omhoog naar haar nek.
gezang stijgt op in haar keel. de mond van het meisje opent zich.
het lied weigert uit haar gezongen te worden.
geen enkele noot is te horen.
het meisje valt op haar knieën, ze snikt.
het LiedvanVerdriet overspoelt haar sternum.
door haar dijbenen omlaag naar haar voeten.
de verschroeiing is ondraaglijk.
het meisje doet haar mond nogmaals open.
het lied weigert uit haar gezongen te worden.
een niet-Herinnerd lied zal niet leven
in de ledematen van een Ritme dat niet weet hoe hij het vast moet houden.
de mond van het meisje is een grot zonder echo.
het meisje huilt. zelfs haar gehuil is geluidloos.
geluid zal niet in haar leven.
haar script schroeit van de koorts. het bonkt
tegen haar huid. het 6/8 Ritme keert terug
sneller. krachtiger. schroeit een weg door haar ledematen.
het duwt haar sternum omver. haar Baslijn loopt
stroef. het meisje geeft over op de kust.
de horizon verzwelgt het laatste streepje zon.
het meisje zakt in elkaar.
From: July / August 2022 Poetry Magazine