Poetry International Poetry International
Gedicht

Carl-Christian Elze

portable altar

1

when we open our eyes, a flash of light travels inward 
penetrates translucent skins and gels, slams 
into a dark wired net

visual purple shatters

the first schematics of the world: 
a gift horse with a glossy mane 
and ravaged teeth

yellow and ancient

then a rip
like birthday paper split
and you start to cry

without knowing that you’re crying

and scream .. until that voice catches you 
with its humming .. so familiar still
from the time of the heart’s beat 

and peace flows in.

2

if you drive the fear out through a random hole 
in your head, it crawls onward like a tick 
silent across your skull - which brays liberation
like a drunken mule – only to bore a new hole,
a new maze of passageways into you
even closer to your limbic grail, even closer 
to your holy system, even deeper
ever more capable of beheading your mule.
 

and yet, there is a kind of flower that can make you smile, 
a kind of animal that comes and shares its warmth,
a thought that holds still and stills you
in your desperate magic, a kind of cloud
that murmurs .. for just a moment.

3

relax, calm your breath, I know your anxious heart
is racing, your red dragonfly, you think you’re suffocating but relax 
you have air in you, more than you think, more than you believe 
your head is shutting down and shrieking, but I’m telling you: sing 
sing and marvel, marvel at the air that leaves you
and returns to you again like a dog, like all of your dogs
who have long since died, yet still are with you
in you like a cloud of fur, even when you are unaware ..
you ask, who’s talking here? I am your cloud of nothing:
I belong to you at any given second, and I belong to everyone
at any given second, at any given second I can soothe every single 
anxious molecule in the world, every single false alarm
in the world, every single transition, and also you—

klein vouwaltaar

1

als we onze ogen openen, schiet er een lichtflits in
dringt door doorzichtige vellen, gelatineus, slaat in 
in een donker bedraad net 

gezichtspurper stuift

de eerste schimmen van deze wereld: 
een gegeven paard met glanzende manen
en verbrokkelde tanden

geel en oeroud

dan een scheur
alsof cadeaupapier scheurt
zodat je huilt

zonder te weten dat je huilt

en gilt… tot de stem die zoemt
je vangt… nog erg vertrouwd
uit hartbonkende tijd

en rust stroomt naar binnen.   

2

verdrijf je de angst uit het een of andere gat
in je hoofd, krabbelt ze verder, als een teek
geruisloos over je schedel – die zijn bevrijding bekendmaakt 
als een dronken ezel – en boort een nieuw gat
een nieuwe wirwar van gangen in jou 
nog dieper naar je limbische graal, dieper
nog in je heilige systeem, nog dieper 
nog meer in staat je ezel te onthoofden.

en toch is er een soort bloem die je nog altijd opvrolijkt
een soort dier dat bij je gaat liggen en je opwarmt
een gedachte die inhoudt en je staande houdt
in je wanhopige magie, een soort wolk
die fluistert… voor een kort ogenblik.

3

kalmeer, adem rustig, ik weet dat je schichtige hart
raast, je rode libel, je denkt te stikken maar kalmeer
je hebt lucht in je, meer dan je denkt, meer dan je meent
je neerslachtige hoofd krijst maar ik zeg je: zing
zing en verbaas je, verbaas je over de lucht die jou verlaat
en weer in je terugkeert als een hond, of als al je
honden, de al dode, die nog altijd bij je liggen
in jou, zonder dat je het merkt, in een wolk van vel…
wie daar praat vraag je? ik ben jouw wolk van niets:
ik hoor bij je, bij elke seconde, en ik hoor bij iedereen,
elke seconde, bij elke seconde kalmeer ik elk afzonderlijk
schichtig molecuul ter wereld, elk afzonderlijk vals alarm
ter wereld, elke afzonderlijke overgang, en ook jou –

kleiner klappaltar

1

wenn wir die augen öffnen, fährt ein lichtblitz hinein
durchdringt durchsichtige häute, gallerte, schlägt ein 
in ein dunkles verkabeltes netz

sehpurpur stäubt

die ersten schemen dieser welt: 
ein geschenkter gaul mit glänzender mähne 
und zerrütteten zähnen

gelb und uralt

dann ein riss
als ob geschenkpapier reißt
sodass man weint

ohne zu wissen, dass man weint 

und schreit .. bis einen die stimme fängt
die summt .. noch ganz vertraut 
aus herzstampfender zeit

und ruhe strömt ein.

 

 

2
vertreibst du die angst aus irgendeinem loch 
in deinem kopf, krabbelt sie weiter, wie eine zecke 
lautlos über deinen schädel – der seine befreiung bekannt gibt 
wie ein betrunkener esel – und bohrt ein neues loch
ein neues gewirr von gängen in dich hinein
noch näher an deinem limbischen gral, noch näher 
an deinem heiligen system, noch tiefer
noch leistungsfähiger darin, deinen esel zu köpfen. 

und dennoch gibt es eine art blume, die dich noch immer erfreut
eine art tier, das sich zu dir legt und dich wärmt
einen gedanken, der still hält und dich anhält
in deiner verzweifelten magie, eine art wolke
die flüstert .. für einen kurzen moment.

 

3

beruhige dich, atme ruhig, ich weiß dein schreckhaftes herz 
rast, deine rote libelle, du glaubst zu ersticken, aber beruhige dich
du hast luft in dir, mehr als du denkst, mehr als du glaubst
dein herunterfahrender kopf kreischt, aber ich rate dir: singe 
singe und staune, bestaune die luft, die dich verlässt 
und wieder einkehrt in dich wie ein hund, oder wie alle deine 
hunde, die schon gestorbenen, die noch immer bei dir liegen 
in dir, ohne dass du es merkst, in einer wolke aus fell .. 
du fragst, wer da spricht? ich bin deine wolke aus nichts:
ich gehöre zu dir, zu jeder sekunde, und ich gehöre zu allen
zu jeder sekunde, zu jeder sekunde beruhige ich jedes einzelne 
schreckhafte molekül dieser welt, jeden einzelnen fehlalarm 
dieser welt, jeden einzelnen übergang, und auch dich –

Close

klein vouwaltaar

1

als we onze ogen openen, schiet er een lichtflits in
dringt door doorzichtige vellen, gelatineus, slaat in 
in een donker bedraad net 

gezichtspurper stuift

de eerste schimmen van deze wereld: 
een gegeven paard met glanzende manen
en verbrokkelde tanden

geel en oeroud

dan een scheur
alsof cadeaupapier scheurt
zodat je huilt

zonder te weten dat je huilt

en gilt… tot de stem die zoemt
je vangt… nog erg vertrouwd
uit hartbonkende tijd

en rust stroomt naar binnen.   

2

verdrijf je de angst uit het een of andere gat
in je hoofd, krabbelt ze verder, als een teek
geruisloos over je schedel – die zijn bevrijding bekendmaakt 
als een dronken ezel – en boort een nieuw gat
een nieuwe wirwar van gangen in jou 
nog dieper naar je limbische graal, dieper
nog in je heilige systeem, nog dieper 
nog meer in staat je ezel te onthoofden.

en toch is er een soort bloem die je nog altijd opvrolijkt
een soort dier dat bij je gaat liggen en je opwarmt
een gedachte die inhoudt en je staande houdt
in je wanhopige magie, een soort wolk
die fluistert… voor een kort ogenblik.

3

kalmeer, adem rustig, ik weet dat je schichtige hart
raast, je rode libel, je denkt te stikken maar kalmeer
je hebt lucht in je, meer dan je denkt, meer dan je meent
je neerslachtige hoofd krijst maar ik zeg je: zing
zing en verbaas je, verbaas je over de lucht die jou verlaat
en weer in je terugkeert als een hond, of als al je
honden, de al dode, die nog altijd bij je liggen
in jou, zonder dat je het merkt, in een wolk van vel…
wie daar praat vraag je? ik ben jouw wolk van niets:
ik hoor bij je, bij elke seconde, en ik hoor bij iedereen,
elke seconde, bij elke seconde kalmeer ik elk afzonderlijk
schichtig molecuul ter wereld, elk afzonderlijk vals alarm
ter wereld, elke afzonderlijke overgang, en ook jou –

portable altar

1

when we open our eyes, a flash of light travels inward 
penetrates translucent skins and gels, slams 
into a dark wired net

visual purple shatters

the first schematics of the world: 
a gift horse with a glossy mane 
and ravaged teeth

yellow and ancient

then a rip
like birthday paper split
and you start to cry

without knowing that you’re crying

and scream .. until that voice catches you 
with its humming .. so familiar still
from the time of the heart’s beat 

and peace flows in.

2

if you drive the fear out through a random hole 
in your head, it crawls onward like a tick 
silent across your skull - which brays liberation
like a drunken mule – only to bore a new hole,
a new maze of passageways into you
even closer to your limbic grail, even closer 
to your holy system, even deeper
ever more capable of beheading your mule.
 

and yet, there is a kind of flower that can make you smile, 
a kind of animal that comes and shares its warmth,
a thought that holds still and stills you
in your desperate magic, a kind of cloud
that murmurs .. for just a moment.

3

relax, calm your breath, I know your anxious heart
is racing, your red dragonfly, you think you’re suffocating but relax 
you have air in you, more than you think, more than you believe 
your head is shutting down and shrieking, but I’m telling you: sing 
sing and marvel, marvel at the air that leaves you
and returns to you again like a dog, like all of your dogs
who have long since died, yet still are with you
in you like a cloud of fur, even when you are unaware ..
you ask, who’s talking here? I am your cloud of nothing:
I belong to you at any given second, and I belong to everyone
at any given second, at any given second I can soothe every single 
anxious molecule in the world, every single false alarm
in the world, every single transition, and also you—

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère