Sigbjørn Skåden
Note 19
Down by the place where two rivers meet there is a plain. If the time is right, he who passes here will hear infants crying. These are the unwanted new-borns, put out to die by a desperate father or mother. Every seventh year these children return to the place where they were abandoned. We call them eahpádusak, human apocrypha trapped between states of existing and never having existed. Therefore they return. Therefore they cry. Only by performing an ancient baptism ceremony can the pain be alleviated. Only then will it all be over.
Notitie 19
Op een plek waar twee rivieren samenkomen, ligt een vlakte. Op het juiste tijdstip zal degene die hier loopt babygehuil horen. Dat zijn de ongewenst geborenen, die door een wanhopige vader of moeder werden weggebracht om te sterven. Elk zevende jaar keren de kinderen terug naar de plek waar ze werden verlaten. We noemen ze ‘eahpádusak’, apocriefe mensen die gevangen zitten tussen zijn en nooit geweest. Daarom komen ze terug naar hier. Daarom huilen ze. Alleen door een oude doopspreuk tevoorschijn te halen kan alles worden verzacht. Pas dan is het voorbij.
Notat 19
Nede ved et sted der to elver møtes ligger ei slette. Om tida er rett vil den som går her høre spedbarngråt. Dette er de uønsket fødte, de som ble satt ut for å dø av en desperat far eller mor. Hvert sjuende år vender disse barna tilbake til stedet hvor de ble forlatt. Disse kaller vi eahpádusak, apokryfe mennesker fanget mellom det å være og det å aldri ha vært. Derfor kommer de tilbake hit. Derfor gråter de. Kun ved å hente frem et gammelt formular for dåpen kan alt lindres. Først da er alt over.
From: Notater fra ei markasamisk kjerne
Publisher: eigen uitgave, Norway
Notitie 19
Op een plek waar twee rivieren samenkomen, ligt een vlakte. Op het juiste tijdstip zal degene die hier loopt babygehuil horen. Dat zijn de ongewenst geborenen, die door een wanhopige vader of moeder werden weggebracht om te sterven. Elk zevende jaar keren de kinderen terug naar de plek waar ze werden verlaten. We noemen ze ‘eahpádusak’, apocriefe mensen die gevangen zitten tussen zijn en nooit geweest. Daarom komen ze terug naar hier. Daarom huilen ze. Alleen door een oude doopspreuk tevoorschijn te halen kan alles worden verzacht. Pas dan is het voorbij.
From: Notater fra ei markasamisk kjerne
Note 19
Down by the place where two rivers meet there is a plain. If the time is right, he who passes here will hear infants crying. These are the unwanted new-borns, put out to die by a desperate father or mother. Every seventh year these children return to the place where they were abandoned. We call them eahpádusak, human apocrypha trapped between states of existing and never having existed. Therefore they return. Therefore they cry. Only by performing an ancient baptism ceremony can the pain be alleviated. Only then will it all be over.