Poetry International Poetry International
Gedicht

Zheng Xiaoqiong

They

I remember iron, iron that rusted over time
pale red or dark brown, tears in a furnace fire
I remember the distracted, exhausted eyes above the workstations
their gazes were small and trivial, small as a gradual furnace fire
their depression and distress, and a tiny bit of hope
are lit up by the flames, unfold, on white blueprints
or between the red lines of a traditional painting, by the meager monthly wages
and a gradually exhausted heart –

I remember their faces, their wild eyes and subtle trembling
their calloused fingers, their rough and simple lives
I say quietly: they are me, I am them
our grief and pain and hope are kept silent and forbearing
our confessions and hearts and loves are all in tears,
all is as silent and lonely as iron, or as pain

I say, in the vast crowds, we are all alike
we all love and hate, we all breathe, we all have noble spirits
we all have unyielding loneliness and compassion!

Zij

Ik herinner me dat ijzer, het ijzer dat met de tijd verroestte
lichtrood of donkerbruin, tranen in het vuur van een kachel
Ik herinner me de afwezige, vermoeide ogen bij de machinetafels
Hun blik was onbeduidend, minuscuul, klein als een langzaam vuurtje
Hun ellende en zorgen, en nog een beetje, een heel klein beetje hoop
lichtten op in het schijnsel van het vuur, zich ontvouwend, op witte bouwtekeningen
of tussen de rode lijnen van traditionele tekeningen, naast het magere maandsalaris
en een innerlijk dat met de dag vermoeider raakt

Ik herinner me hun gezichten, hun troebele blik, hun minieme rillingen
hun vingers met eelt, hun eenvoudige, ruwe leven
Ik fluister: zij zijn ik, ik ben hen
Ons verdriet, onze pijn en hoop worden verzwegen en lijdzaam gedragen
wat we op ons hart hebben, onze diepste gevoelens en onze liefde zijn in tranen,
allemaal zijn ze even stil en verlaten als ijzer, of pijn

Ik zeg: in de immense massa zijn we allemaal gelijk
we kennen liefde en haat, halen adem, hebben een nobele geest,
net zoals onbuigzame eenzaamheid en medeleven!

他们

我记住的这些铁,在时光中生锈的铁
淡红或者暗褐,炉火中的眼泪
我记住的机台边恍惚而疲惫的眼神
他们的目光琐碎而微小,小如渐渐的炉火
他们的阴郁与愁苦,还有一小点,一小点希望
在火光中被照亮,舒展,在白色图纸
或者绘工笔的红线间,靠近着每月薄薄的工资
与一颗日渐疲惫的内心——

我记得他们的脸,浑浊的目光,细微的颤栗
他们起茧的手指,简单而粗陋的生活
我低声说:他们是我,我是他们
我们的忧伤,疼痛,希望都是缄默而隐忍的
我们的倾诉,内心,爱情都流泪,
都有着铁一样的沉默与孤苦,或者疼痛

我说着,在广阔的人群中,我们都是一致的
有着爱,恨,有着呼吸,有着高贵的心灵
有着坚硬的孤独与怜悯!
Close

Zij

Ik herinner me dat ijzer, het ijzer dat met de tijd verroestte
lichtrood of donkerbruin, tranen in het vuur van een kachel
Ik herinner me de afwezige, vermoeide ogen bij de machinetafels
Hun blik was onbeduidend, minuscuul, klein als een langzaam vuurtje
Hun ellende en zorgen, en nog een beetje, een heel klein beetje hoop
lichtten op in het schijnsel van het vuur, zich ontvouwend, op witte bouwtekeningen
of tussen de rode lijnen van traditionele tekeningen, naast het magere maandsalaris
en een innerlijk dat met de dag vermoeider raakt

Ik herinner me hun gezichten, hun troebele blik, hun minieme rillingen
hun vingers met eelt, hun eenvoudige, ruwe leven
Ik fluister: zij zijn ik, ik ben hen
Ons verdriet, onze pijn en hoop worden verzwegen en lijdzaam gedragen
wat we op ons hart hebben, onze diepste gevoelens en onze liefde zijn in tranen,
allemaal zijn ze even stil en verlaten als ijzer, of pijn

Ik zeg: in de immense massa zijn we allemaal gelijk
we kennen liefde en haat, halen adem, hebben een nobele geest,
net zoals onbuigzame eenzaamheid en medeleven!

They

I remember iron, iron that rusted over time
pale red or dark brown, tears in a furnace fire
I remember the distracted, exhausted eyes above the workstations
their gazes were small and trivial, small as a gradual furnace fire
their depression and distress, and a tiny bit of hope
are lit up by the flames, unfold, on white blueprints
or between the red lines of a traditional painting, by the meager monthly wages
and a gradually exhausted heart –

I remember their faces, their wild eyes and subtle trembling
their calloused fingers, their rough and simple lives
I say quietly: they are me, I am them
our grief and pain and hope are kept silent and forbearing
our confessions and hearts and loves are all in tears,
all is as silent and lonely as iron, or as pain

I say, in the vast crowds, we are all alike
we all love and hate, we all breathe, we all have noble spirits
we all have unyielding loneliness and compassion!
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère