Gedicht
Judith Herzberg
Reispijn
Reispijn
Reispijn
Goed, je mag mee op reis, meeexploreren. Klauteren over oude
omgevallen steden, en vanaf hoge,
hedendaagse zonsop- zonsonder-
waar zullen we eten.
Je mag in de koffer
tussen de vouwen van mijn rokken
in de holten van de kralen.
Maar wil je je, wil je je please alsjeblieft
wil je je netjes gedragen? Want weet je
we komen daar iemand tegen
iemand die jou nog niet kent.
Ik zal jullie daar
wel aan elkaar voorstellen, maar
kalm aan, niet woest, zoals vroeger.
Op een balkon misschien,
bedaard en bedachtzaam,
tegen de avond, met glazen
met ijsblokjes erin,
die tinkelen misschien
en hoor daarin dan niet meteen
het grote vriezen kraken.
Vroeg rustig slapen gaan en dromen
van weinig en dichtbij, wil dat beloven
niet schreeuwend wakker worden 's nachts
niet meer dat tomeloze.
Niet 's ochtends meteen de radio aan
hoogstens het plaatselijke zingen horen
waarvan wij de woorden niet verstaan.
Maar niet het nieuws dat de keel omklemt
niet wat jij 'de wereld' noemt, bijtend, borend.
Wandelen wij in het makkelijk dal
laat dan de beelden met rust,
laat het niet steeds opnieuw gebeuren
de modder, het schreeuwen,
daar zijn heuvels
die er niets aan kunnen doen.
© 1980, Judith Herzberg
From: Botshol
Publisher: Van Oorschot, Amsterdam
From: Botshol
Publisher: Van Oorschot, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Judith Herzberg
Close
Reispijn
Goed, je mag mee op reis, meeexploreren. Klauteren over oude
omgevallen steden, en vanaf hoge,
hedendaagse zonsop- zonsonder-
waar zullen we eten.
Je mag in de koffer
tussen de vouwen van mijn rokken
in de holten van de kralen.
Maar wil je je, wil je je please alsjeblieft
wil je je netjes gedragen? Want weet je
we komen daar iemand tegen
iemand die jou nog niet kent.
Ik zal jullie daar
wel aan elkaar voorstellen, maar
kalm aan, niet woest, zoals vroeger.
Op een balkon misschien,
bedaard en bedachtzaam,
tegen de avond, met glazen
met ijsblokjes erin,
die tinkelen misschien
en hoor daarin dan niet meteen
het grote vriezen kraken.
Vroeg rustig slapen gaan en dromen
van weinig en dichtbij, wil dat beloven
niet schreeuwend wakker worden 's nachts
niet meer dat tomeloze.
Niet 's ochtends meteen de radio aan
hoogstens het plaatselijke zingen horen
waarvan wij de woorden niet verstaan.
Maar niet het nieuws dat de keel omklemt
niet wat jij 'de wereld' noemt, bijtend, borend.
Wandelen wij in het makkelijk dal
laat dan de beelden met rust,
laat het niet steeds opnieuw gebeuren
de modder, het schreeuwen,
daar zijn heuvels
die er niets aan kunnen doen.
© 1980, Judith Herzberg
From: Botshol
Publisher: 1980, Van Oorschot, Amsterdam
From: Botshol
Publisher: 1980, Van Oorschot, Amsterdam
Reispijn
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère