Poetry International Poetry International
Gedicht

Rodaan Al Galidi

In the morning I see life

In the morning I see life
at my bedside.
I welcome her.
She says, I’m no visitor.
I think: in which tense do I talk to her?
I get up, she gets up.
I take a step, she takes a step.
Does she want me to take her out for a walk? She says, I’m not a dog.
I’m not with you to tell you about myself,
but to be lived.
I lose her in the crowd, but when I come back,
I see her
at my bedside.
Did she enjoy it? Being alone for a while?
I leaf through her to read her.
She says, I’m not words.
Are you sleep then?
I hear the word
‘maybe’,
turn off the light,
leave my body with her
and depart.

\'s Ochtends zie ik het leven

’s Ochtends zie ik het leven
naast mijn bed.
Ik verwelkom haar.
Ze zegt: ik ben geen bezoeker.
Ik denk: in welke tijd praat ik met haar?
Ik sta op, zij staat op.
Ik loop, zij loopt.
Wil ze uitgelaten worden? Ze zegt: ik ben geen hond.
Niet om over mezelf te vertellen ben ik bij jou,
maar om geleefd te worden.
In de drukte raak ik haar kwijt, maar als ik terugkeer,
zie ik haar
naast mijn bed.
Was het prettig voor haar? Dat ze even alleen was?
Ik blader door haar om haar te lezen.
Ze zegt: ik ben geen woorden.
Ben je dan de slaap?
Ik hoor het woord
‘misschien,’
doe het licht uit,
laat mijn lichaam bij haar
en vertrek.
Close

\'s Ochtends zie ik het leven

’s Ochtends zie ik het leven
naast mijn bed.
Ik verwelkom haar.
Ze zegt: ik ben geen bezoeker.
Ik denk: in welke tijd praat ik met haar?
Ik sta op, zij staat op.
Ik loop, zij loopt.
Wil ze uitgelaten worden? Ze zegt: ik ben geen hond.
Niet om over mezelf te vertellen ben ik bij jou,
maar om geleefd te worden.
In de drukte raak ik haar kwijt, maar als ik terugkeer,
zie ik haar
naast mijn bed.
Was het prettig voor haar? Dat ze even alleen was?
Ik blader door haar om haar te lezen.
Ze zegt: ik ben geen woorden.
Ben je dan de slaap?
Ik hoor het woord
‘misschien,’
doe het licht uit,
laat mijn lichaam bij haar
en vertrek.

In the morning I see life

In the morning I see life
at my bedside.
I welcome her.
She says, I’m no visitor.
I think: in which tense do I talk to her?
I get up, she gets up.
I take a step, she takes a step.
Does she want me to take her out for a walk? She says, I’m not a dog.
I’m not with you to tell you about myself,
but to be lived.
I lose her in the crowd, but when I come back,
I see her
at my bedside.
Did she enjoy it? Being alone for a while?
I leaf through her to read her.
She says, I’m not words.
Are you sleep then?
I hear the word
‘maybe’,
turn off the light,
leave my body with her
and depart.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère