Gedicht
Erik Lindner
Back from Acedia
1. She knows how to wear a coat as a dresswhile sitting she perches
on the toes of her shoes
he stands he walks a few steps
he walks back and stands still again
she can see clearly how the objects are straight
if she imagines the floor as slanting
reading in the bus as it sets off
she reaches out a hand
which a woman grasps to sit down
she ties her laces on the escalator
a car stops and she steps inside.
2. When she puts her knee against the seat
she lifts up the chair by its back
the chair dangles balancing on one leg
then twists to a stop
in the stairwell stands a ladder
she says my thoughts are a landscape
her fingers drum on her thigh
a woman is squatting on a tree-stump
her elbows propped on her knees
she has no ankles on her feet
she stands up and opens the shutters
a man is dancing on crutches in the street.
3. After she starts the engine
drives a front wheel off the pavement
she rubs mascara across her eyelid
over the road a boy is spraying
a garden hose onto a moped
water runs in ripples across the street
a girl trying to skip
lands with feet outspread
A woman in a parking space
waves to the passing cars
she puts a map on the dashboard
she turns the mirror back and presses the gas pedal.
4. On Sunday she buys her little dog a croissant
and she walks down the corniche in a new dress
the shadow of the balustrade fills the pavement
The handrail curves with the sea’s horizon as she bends down
a pair of sunglasses lies unfolded on a towel
a man with outstretched arms is throwing a child into the sea
the man who was speaking sign language
in the wide part of the gangway
suddenly gave a loud clap of his hands
and even then she didn’t stop reading
she swims and spreads her arms at every wave
up by the roadside a hitchhiker is sitting on a suitcase
stones glow as she stands up out of the water.
Terug uit Acedia
Terug uit Acedia
1. Ze weet een jas als jurk te dragenterwijl ze zit steunt ze
op de neuzen van haar schoenen
hij staat hij loopt een paar passen
hij loopt terug en blijft weer staan
ze ziet scherp hoe recht de objecten zijn
als ze zich de ondergrond schuin inbeeldt
in de bus die optrekt
steekt ze lezend een hand uit
die een vrouw pakt om te gaan zitten
ze knoopt haar veters op de roltrap
er stopt een auto en ze stapt in.
2. Als ze haar knie in de zetel zet
tilt ze de stoel aan de rugleuning omhoog
de stoel balanceert op een poot
hangt stil in een draai
in het trappenhuis staat een ladder
ze zegt mijn gedachten zijn een landschap
haar vingers trommelen op haar dij
er zit een vrouw gehurkt op een boomstronk
haar ellebogen steunend op haar knieën
aan haar voeten zit geen enkel
ze staat op en opent de luiken
een man danst op krukken over straat.
3. Nadat ze de motor start
een voorwiel van de stoep afrijdt
wrijft ze mascara uit over haar ooglid
aan de overkant spuit een jongen
met een tuinslang naar een brommer
water loopt in golfjes over straat
een meisje dat touwtje wil springen
komt met te gespreide voeten neer
een vrouw houdt een parkeerplaats bezet
en zwaait naar de auto's die passeren
ze legt een landkaart op het dashboard
ze draait de spiegel terug en geeft gas.
4. Op zondag koopt ze voor haar hondje een croissant
en ze loopt de corniche af in een nieuwe japon
de schaduw van de balustrade vult het trottoir
de reling buigt met de zeeeinder als ze bukt
een zonnebril ligt opengeklapt op een handdoek
een man werpt met gestrekte arm een kind in zee
de man die in gebarentaal sprak
op het brede gedeelte van het gangpad
klapte plotseling hard in zijn handen
en ook toen hield ze niet op met lezen
ze zwemt en spreidt de armen op iedere golf
boven aan de weg zit een lifter op een koffer
stenen gloeien als ze zich opricht uit het water.
From: Acedia
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Erik Lindner
Close
Terug uit Acedia
1. Ze weet een jas als jurk te dragenterwijl ze zit steunt ze
op de neuzen van haar schoenen
hij staat hij loopt een paar passen
hij loopt terug en blijft weer staan
ze ziet scherp hoe recht de objecten zijn
als ze zich de ondergrond schuin inbeeldt
in de bus die optrekt
steekt ze lezend een hand uit
die een vrouw pakt om te gaan zitten
ze knoopt haar veters op de roltrap
er stopt een auto en ze stapt in.
2. Als ze haar knie in de zetel zet
tilt ze de stoel aan de rugleuning omhoog
de stoel balanceert op een poot
hangt stil in een draai
in het trappenhuis staat een ladder
ze zegt mijn gedachten zijn een landschap
haar vingers trommelen op haar dij
er zit een vrouw gehurkt op een boomstronk
haar ellebogen steunend op haar knieën
aan haar voeten zit geen enkel
ze staat op en opent de luiken
een man danst op krukken over straat.
3. Nadat ze de motor start
een voorwiel van de stoep afrijdt
wrijft ze mascara uit over haar ooglid
aan de overkant spuit een jongen
met een tuinslang naar een brommer
water loopt in golfjes over straat
een meisje dat touwtje wil springen
komt met te gespreide voeten neer
een vrouw houdt een parkeerplaats bezet
en zwaait naar de auto's die passeren
ze legt een landkaart op het dashboard
ze draait de spiegel terug en geeft gas.
4. Op zondag koopt ze voor haar hondje een croissant
en ze loopt de corniche af in een nieuwe japon
de schaduw van de balustrade vult het trottoir
de reling buigt met de zeeeinder als ze bukt
een zonnebril ligt opengeklapt op een handdoek
een man werpt met gestrekte arm een kind in zee
de man die in gebarentaal sprak
op het brede gedeelte van het gangpad
klapte plotseling hard in zijn handen
en ook toen hield ze niet op met lezen
ze zwemt en spreidt de armen op iedere golf
boven aan de weg zit een lifter op een koffer
stenen gloeien als ze zich opricht uit het water.
From: Acedia
Publisher: 2014, De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: 2014, De Bezige Bij, Amsterdam
Back from Acedia
1. She knows how to wear a coat as a dresswhile sitting she perches
on the toes of her shoes
he stands he walks a few steps
he walks back and stands still again
she can see clearly how the objects are straight
if she imagines the floor as slanting
reading in the bus as it sets off
she reaches out a hand
which a woman grasps to sit down
she ties her laces on the escalator
a car stops and she steps inside.
2. When she puts her knee against the seat
she lifts up the chair by its back
the chair dangles balancing on one leg
then twists to a stop
in the stairwell stands a ladder
she says my thoughts are a landscape
her fingers drum on her thigh
a woman is squatting on a tree-stump
her elbows propped on her knees
she has no ankles on her feet
she stands up and opens the shutters
a man is dancing on crutches in the street.
3. After she starts the engine
drives a front wheel off the pavement
she rubs mascara across her eyelid
over the road a boy is spraying
a garden hose onto a moped
water runs in ripples across the street
a girl trying to skip
lands with feet outspread
A woman in a parking space
waves to the passing cars
she puts a map on the dashboard
she turns the mirror back and presses the gas pedal.
4. On Sunday she buys her little dog a croissant
and she walks down the corniche in a new dress
the shadow of the balustrade fills the pavement
The handrail curves with the sea’s horizon as she bends down
a pair of sunglasses lies unfolded on a towel
a man with outstretched arms is throwing a child into the sea
the man who was speaking sign language
in the wide part of the gangway
suddenly gave a loud clap of his hands
and even then she didn’t stop reading
she swims and spreads her arms at every wave
up by the roadside a hitchhiker is sitting on a suitcase
stones glow as she stands up out of the water.
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère