Poetry International Poetry International
Gedicht

Guo Jinniu

HEAVY METAL

1.
Me. I draw a knife, chop off the waves, she doesn’t say it hurts.
She is so unscarred,
that it makes me resent her.

The river water of home is really too soft, so soft that if it touches a grain of sand
it makes a detour.
The river water is really too clean,
mirror-bred fish and shrimp, at eighteen still so little and thin.

And yet. The traitor grew up.
 
2.
Grandfather is buried on the south slope,
father is buried on the south slope,
the young traitor raises a leg and pushes the south slope a thousand miles away.

Grass and trees, perishing and flourishing. Mother left too quickly,
I ran too slowly, chased her to the south slope, lost sight of her shadow.

A spy lurks in the heart, disappears in daylight, and comes out at night

This traitor, he cut the cord, didn’t even turn his head
This traitor, covered in bullet wounds, without breathing a word.
 
3.
The traitor, he should have fled south; in the village they talk of
life and death

Him, full of nasty diseases, as far as I know.
Him, with two broken bones, burying cooking pots at dead of night, plotting rebellion
in the dawning.
Him, now and then, blood, not running through his veins.
Him, 7th April1998, sick, feverish. Talking in his sleep.

There is a girl called Zhang
carried on a bike, around Second Ring Road East, rushing to Hengli Hospital.

Many years on, the traitor stalks the night alone, sneaks into another town, goes to 102, Horsetail Street,
Zhang, with her daughter,
what a young informer.
 
The traitor’s reputation, and his furtive looks at you, will be shared with no one

ZWARE METALEN

1.
Ik. Pak een mes tevoorschijn, hak het rivierwater in stukjes,
ze zegt niet dat het pijn doet.
Ze is ongedeerd,
zo ongedeerd dat het me irriteert.
 
Het rivierwater van thuis is echt heel erg zacht, zo zacht dat het een omweg maakt
voor elke zandkorrel dit het raakt.
Het rivierwater is echt heel schoon,
vis en garnalen, gevoed door een spiegel, op hun achttiende nog schriel.
 
En toch. De verrader is al volwassen.
 
2.
Grootvader is begraven op de zuidhelling,
vader is begraven op de zuidhelling,
de jonge verrader heft een been en duwt de zuidhelling duizend mijl ver.
 
Vegetatie, verdroogt en bloeit. Moeder loopt heel snel,
ik ren heel langzaam, volg haar tot aan de zuidhelling, zonder haar schaduw te zien.
 
Een spion ligt in het hart op de loer, verdwijnt overdag, verschijnt ’s nachts.
 
De verrader, snijdt de navelstreng door, draait zelfs zijn hoofd niet om,
De verrader, vol kogelwonden, geen informatie gelekt.
 
3.
De verrader, vlucht waarschijnlijk naar het zuiden, de mensen in het dorp praten over
leven en dood.
 
Hij, lijdt aan allerlei smerige ziektes, voor zover ik weet.
Hij, twee keer een bot gebroken, potten begravend midden in de nacht, complotten in de vroege       
ochtend.
Hij, soms, bloed, niet rennend door de aderen.
Hij, wordt ziek, koorts, op 7 april 1998. Pratend in zijn slaap.
 
Een meisje dat Zhang heet
wordt achterop een fiets, langs de tweede oostelijke ringweg, snel naar het Hengli-ziekenhuis      
gebracht.
 
Vele jaren later, de verrader gaat alleen door de nacht,
glipt naar een andere stad, naar Paardenstaartstraat 102,
Zhang, met haar dochter,
zo’n jonge informant.
 
De verraders reputatie, en zijn gegluur naar jou, met niemand gedeeld.

重金属

1
我。抽出一把刀,砍断河水
她不说痛。
她没落下伤疤
以至于我产生了恨意
 
家乡的河水实在太柔软了,以至于每碰到一粒砂子
便绕道走开
河水实在是太干净了
镜子养育的鱼虾,十八年还是那么瘦小
 
而。叛徒已经长大
 
2
祖父埋在南坡
父亲埋在南坡
年青的叛徒,一抬腿,就把南坡推到千里之外。
 
草木,枯荣。母亲走得很快
我跑得太慢,追至南坡,不见她的人影。
 
埋伏在心脏中的特务,白天消失,晚上出现
 
这个叛徒,割断脐带,头也不回
这个叛徒,布满枪伤,竟然没有走露一丝风声。
 
3
叛徒,大约逃到了南方,村里有人谈论
生死
 
他,身患多种隐疾,据我所知
他,两次骨折,三更埋锅,五更谋反
他,偶尔,血,不在血管里奔跑
他,一九九八年四月七日,生病,发烧。梦呓中
 
有个姓张的女孩
用一辆自行车驮着,沿东环二路,冲至横沥医院
 
多年后,叛徒孤身夜行,潜往他市,至马尾街102号
张,带着她的女儿
小小的告密者呀
 
叛徒的声名,和偷看你的事,不和谁分享。
Close

ZWARE METALEN

1.
Ik. Pak een mes tevoorschijn, hak het rivierwater in stukjes,
ze zegt niet dat het pijn doet.
Ze is ongedeerd,
zo ongedeerd dat het me irriteert.
 
Het rivierwater van thuis is echt heel erg zacht, zo zacht dat het een omweg maakt
voor elke zandkorrel dit het raakt.
Het rivierwater is echt heel schoon,
vis en garnalen, gevoed door een spiegel, op hun achttiende nog schriel.
 
En toch. De verrader is al volwassen.
 
2.
Grootvader is begraven op de zuidhelling,
vader is begraven op de zuidhelling,
de jonge verrader heft een been en duwt de zuidhelling duizend mijl ver.
 
Vegetatie, verdroogt en bloeit. Moeder loopt heel snel,
ik ren heel langzaam, volg haar tot aan de zuidhelling, zonder haar schaduw te zien.
 
Een spion ligt in het hart op de loer, verdwijnt overdag, verschijnt ’s nachts.
 
De verrader, snijdt de navelstreng door, draait zelfs zijn hoofd niet om,
De verrader, vol kogelwonden, geen informatie gelekt.
 
3.
De verrader, vlucht waarschijnlijk naar het zuiden, de mensen in het dorp praten over
leven en dood.
 
Hij, lijdt aan allerlei smerige ziektes, voor zover ik weet.
Hij, twee keer een bot gebroken, potten begravend midden in de nacht, complotten in de vroege       
ochtend.
Hij, soms, bloed, niet rennend door de aderen.
Hij, wordt ziek, koorts, op 7 april 1998. Pratend in zijn slaap.
 
Een meisje dat Zhang heet
wordt achterop een fiets, langs de tweede oostelijke ringweg, snel naar het Hengli-ziekenhuis      
gebracht.
 
Vele jaren later, de verrader gaat alleen door de nacht,
glipt naar een andere stad, naar Paardenstaartstraat 102,
Zhang, met haar dochter,
zo’n jonge informant.
 
De verraders reputatie, en zijn gegluur naar jou, met niemand gedeeld.

HEAVY METAL

1.
Me. I draw a knife, chop off the waves, she doesn’t say it hurts.
She is so unscarred,
that it makes me resent her.

The river water of home is really too soft, so soft that if it touches a grain of sand
it makes a detour.
The river water is really too clean,
mirror-bred fish and shrimp, at eighteen still so little and thin.

And yet. The traitor grew up.
 
2.
Grandfather is buried on the south slope,
father is buried on the south slope,
the young traitor raises a leg and pushes the south slope a thousand miles away.

Grass and trees, perishing and flourishing. Mother left too quickly,
I ran too slowly, chased her to the south slope, lost sight of her shadow.

A spy lurks in the heart, disappears in daylight, and comes out at night

This traitor, he cut the cord, didn’t even turn his head
This traitor, covered in bullet wounds, without breathing a word.
 
3.
The traitor, he should have fled south; in the village they talk of
life and death

Him, full of nasty diseases, as far as I know.
Him, with two broken bones, burying cooking pots at dead of night, plotting rebellion
in the dawning.
Him, now and then, blood, not running through his veins.
Him, 7th April1998, sick, feverish. Talking in his sleep.

There is a girl called Zhang
carried on a bike, around Second Ring Road East, rushing to Hengli Hospital.

Many years on, the traitor stalks the night alone, sneaks into another town, goes to 102, Horsetail Street,
Zhang, with her daughter,
what a young informer.
 
The traitor’s reputation, and his furtive looks at you, will be shared with no one
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère