Gedicht
Jules Deelder
POEM WHILE WAITING
You’re sitting deep in thoughtTime drags on at snail’s pace
Far away an exhaust roars
Singing voices penetrate a wall
The clock’s hands crawl oh so slow
You vainly search for a cigarette
You read an old gossip weekly
Two whales returned to sea
You hear water hissing in their pipes
Laughter rising from the gardens
Twilight creeps into the bushes
Behind the wallpaper shuffling goes on
You think of a lost love
A shudder runs down your spine
In the street a dog starts barking
Someone fiddles at the door
You wait like rooted to the spot
You grit your teeth
There’s cold sweat in your hands
You look through the window in a daze
You count the drops on the glasspanes
You count the boards of the floor
You dearly want to get outside
The walls creep up on you
Your tongue licks your dry lips
Your heart is leaping into your mouth
All of a sudden you need to shit
The toilet has no light
© Translation: 1995, Eiso Toonder
GEDICHT TIJDENS HET WACHTEN
GEDICHT TIJDENS HET WACHTEN
Je zit verzonken in gedachtenDe tijd kruipt trager dan een slak
In de verte knalt een uitlaat
Door de muren dringt gezang
De klok is niet vooruit te branden
Je zoekt vergeefs een sigaret
Je leest een ouwe Panorama
Er zijn twee walvissen gered
Je hoort de leidingbuizen suizen
Uit de tuinen schalt gelach
Schemer duistert tussen struiken
Geritsel achter het behang
Je denkt aan een verloren liefde
Er loopt een rilling langs je rug
Op straat begint een hond te blaffen
Iemand morrelt aan de deur
Je wacht als aan de grond genageld
Je klemt je kiezen op elkaar
Het klamme zweet staat in je handen
Je staart verwezen uit het raam
Je telt de druppels op de ruiten
Je telt de planken van de vloer
Je wil ontzettend graag naar buiten
De muren komen op je toe
Je tong likt langs je droge lippen
Je hart klopt achterin je keel
Je moet ineens verschrikkelijk zijken
Er is geen licht op de wc
From: Renaissance: gedichten ’44-’94
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Jules Deelder
Close
GEDICHT TIJDENS HET WACHTEN
Je zit verzonken in gedachtenDe tijd kruipt trager dan een slak
In de verte knalt een uitlaat
Door de muren dringt gezang
De klok is niet vooruit te branden
Je zoekt vergeefs een sigaret
Je leest een ouwe Panorama
Er zijn twee walvissen gered
Je hoort de leidingbuizen suizen
Uit de tuinen schalt gelach
Schemer duistert tussen struiken
Geritsel achter het behang
Je denkt aan een verloren liefde
Er loopt een rilling langs je rug
Op straat begint een hond te blaffen
Iemand morrelt aan de deur
Je wacht als aan de grond genageld
Je klemt je kiezen op elkaar
Het klamme zweet staat in je handen
Je staart verwezen uit het raam
Je telt de druppels op de ruiten
Je telt de planken van de vloer
Je wil ontzettend graag naar buiten
De muren komen op je toe
Je tong likt langs je droge lippen
Je hart klopt achterin je keel
Je moet ineens verschrikkelijk zijken
Er is geen licht op de wc
From: Renaissance: gedichten ’44-’94
Publisher: 1994, De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: 1994, De Bezige Bij, Amsterdam
POEM WHILE WAITING
You’re sitting deep in thoughtTime drags on at snail’s pace
Far away an exhaust roars
Singing voices penetrate a wall
The clock’s hands crawl oh so slow
You vainly search for a cigarette
You read an old gossip weekly
Two whales returned to sea
You hear water hissing in their pipes
Laughter rising from the gardens
Twilight creeps into the bushes
Behind the wallpaper shuffling goes on
You think of a lost love
A shudder runs down your spine
In the street a dog starts barking
Someone fiddles at the door
You wait like rooted to the spot
You grit your teeth
There’s cold sweat in your hands
You look through the window in a daze
You count the drops on the glasspanes
You count the boards of the floor
You dearly want to get outside
The walls creep up on you
Your tongue licks your dry lips
Your heart is leaping into your mouth
All of a sudden you need to shit
The toilet has no light
© 1995, Eiso Toonder
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère