Gedicht
Emmanuel Moses
TIME IN COLOR
Quick! Colors through the windowColors on fields and forests
Before the weather changes
And changes everything
Empties fields and forests of their substance
And ponds and farms
How fleeting the sun is!
How the sky mocks our admiring gaze
Eternity is an optical illusion
Immensity a dubious abstraction
The wheatfields’ gold – quick!
The pink of bricks piled on a building-site – quick!
The foliage’s chilly green – quick!
The rust-color of bushes, train-tracks, roadbeds – quick!
The yellow of colza in nearly-black fields
The silver of streams
The silt-browned green of fish-filled rivers – quick!
Cabbages’ purple in well-mannered squares – quick!
The road’s grey – quick!
The absolute blue of clear sun-softened autumn days – quick!
Red! Red! Tractors’, cars’, traffic-lights’ red – quick!
The red of a hunter’s cap, his rifle wedged in his armpit – quick!
(And soon the imagined red of a slain beast’s blood)
The metallic green of our roadside poplars – quick!
Blue slate roofs – quick!
The blue of distant mountains – quick!
Stone blue, horizon blue,
Blue light falling in a fine mist on the world – quick!
And white – I had almost forgotten white – the white of dusty roads, earthen ones
The white of cows lazing in pastures – quick!
Omnipresent white, that the eye disdains
Of a wall between two cypresses, of trucks going swiftly past
White – quick!
Then black! Black! The black of fertile earth ploughed over and over again – quick!
The black of a horse driven mad by the trains
Who gallops in crazed circles alongside the fence – quick!
The black of a village chimney silent as a closed mouth – quick!
The black of a village church-bell never to be caught up in the savior’s arms –
quick!
White, black, green, pink, blue and gold –
Quick! Quick! Quick!
© Translation: 2013, Marilyn Hacker
DE TIJD IN KLEUR
Vlug! Kleuren door het raamKleuren op velden en bossen
Voordat het weer verandert
En alles anders maakt
Voordat het velden en bossen
Plassen, boerderijen berooft van hun substantie
Wat is de zon toch vergankelijk!
Wat spot de hemel met ons verrukte kijken
Eeuwigheid is maar gezichtsbedrog
Oneindigheid een twijfelachtige abstractie
Het goud van graanakkers – vlug!
Het roze van stenen op bouwplaatsen – vlug!
Het kille groen van bosschages – vlug!
De roestkleur van struiken, rails, ballast – vlug!
Het geel van koolzaad op haast zwarte velden
Het zilver van waterlopen
Het door slijk gebruinde groen van visrijke rivieren – vlug!
Het paars van brave koolbedden – vlug!
Het grijs van wegen – vlug!
Het absolute blauw van onbewolkte, door het zuiden verzachte dagen in de herfst – vlug!
Het rood! Het rood! Het rood van tractors, auto’s, verkeersborden – vlug!
Het rood van de pet van een jager, het geweer onder zijn oksel geklemd – vlug!
(En weldra het ingebeelde bloedrood van het dode dier)
Het metaalgroen van populieren langs onze wegen – vlug!
Het blauw van leien daken – vlug!
Het blauw van verre bergen – vlug!
Steenblauw, horizonblauw,
Blauw van het licht dat als fijne damp over de wereld valt – vlug!
En het wit – ik vergat haast het wit – het wit van stoffige wegen, zanderige wegen
Het wit van koeien die luieren op het gras in de weiden – vlug!
Het alomtegenwoordige, door het oog geringgeschatte wit
Van een muur tussen twee cipressen, van vrachtwagens in volle vaart – vlug!
Het wit – vlug!
En dan het zwart! Het zwart! Het zwart van vruchtbaar, gestaag omgeploegd land – vlug!
Het zwart van een paard dat doldraait door de treinen
En in radeloze kringen langs het hek van de omheining galoppeert – vlug!
Het zwart van een dorpsschoorsteen die zo stil is als een gesloten mond – vlug!
Het zwart van een dorpsklokkentoren die nooit in de armen van de heiland zal worden
opgenomen – vlug!
Het wit, het zwart, het groen, het roze, het blauw en het goud –
Vlug! Vlug! Vlug!
© Vertaling: 2013, Rokus Hofstede
LE TEMPS EN COULEUR
Vite ! Des couleurs par la fenêtreDes couleurs sur les champs et les forêts
Avant que le temps change
Et change tout
Qu’il vide de leur substance les champs et les forêts
Les étangs, les fermes
Comme le soleil est fugace !
Comme le ciel se rit de notre regard admiratif
L’éternité n’est qu’un trompe-l’œil
L’immensité, une abstraction douteuse
L’or des blés – vite !
Le rose des pierres de construction – vite !
Le vert froid des frondaisons – vite !
La rouille des buissons, des rails, du ballast – vite !
Le jaune du colza dans les champs presque noirs
L’argent des cours d’eau
Le vert bruni par le limon des rivières poissonneuses – vite !
Le violet des choux en carrés sages – vite !
Le gris des routes – vite !
Le bleu absolu des journées claires de l’automne adouci par le sud – vite !
Le rouge ! Le rouge ! Le rouge des tracteurs, des automobiles, des signaux – vite !
Le rouge d’une casquette de chasseur, le fusil coincé sous l’aisselle – vite !
(Et bientôt le rouge imaginé du sang la bête morte)
Le vert métallique de nos peupliers routiers – vite !
Le bleu des toits en ardoise – vite !
Le bleu des montagnes lointaines – vite !
Bleu de la pierre, bleu de l’horizon,
Bleu de la lumière tombée en fine vapeur sur le monde – vite !
Et le blanc – j’allais oublier le blanc – le blanc des chemins de poussière ou de terre
Le blanc des vaches paressant dans l’herbe des pâturages – vite !
Le blanc omniprésent et méprisé par l’œil
D’un mur entre deux cyprès, de camions roulant à vive allure
Le blanc – vite !
Puis le noir ! Le noir ! Le noir de la terre féconde tournée et retournée – vite !
Le noir d’un cheval que les trains rendent fou
Qui galope en cercles affolés le long des barrières de l’enclos – vite !
Le noir d’une cheminée de village aussi muette qu’une bouche fermée – vite !
Le noir d’un clocher de village qui ne rejoindra jamais les bras du sauveur – vite !
Le blanc, le noir, le vert, le rose, le bleu et l’or –
Vite ! Vite ! Vite !
© 2013, Emmanuel Moses
Gedichten
Gedichten van Emmanuel Moses
Close
DE TIJD IN KLEUR
Vlug! Kleuren door het raamKleuren op velden en bossen
Voordat het weer verandert
En alles anders maakt
Voordat het velden en bossen
Plassen, boerderijen berooft van hun substantie
Wat is de zon toch vergankelijk!
Wat spot de hemel met ons verrukte kijken
Eeuwigheid is maar gezichtsbedrog
Oneindigheid een twijfelachtige abstractie
Het goud van graanakkers – vlug!
Het roze van stenen op bouwplaatsen – vlug!
Het kille groen van bosschages – vlug!
De roestkleur van struiken, rails, ballast – vlug!
Het geel van koolzaad op haast zwarte velden
Het zilver van waterlopen
Het door slijk gebruinde groen van visrijke rivieren – vlug!
Het paars van brave koolbedden – vlug!
Het grijs van wegen – vlug!
Het absolute blauw van onbewolkte, door het zuiden verzachte dagen in de herfst – vlug!
Het rood! Het rood! Het rood van tractors, auto’s, verkeersborden – vlug!
Het rood van de pet van een jager, het geweer onder zijn oksel geklemd – vlug!
(En weldra het ingebeelde bloedrood van het dode dier)
Het metaalgroen van populieren langs onze wegen – vlug!
Het blauw van leien daken – vlug!
Het blauw van verre bergen – vlug!
Steenblauw, horizonblauw,
Blauw van het licht dat als fijne damp over de wereld valt – vlug!
En het wit – ik vergat haast het wit – het wit van stoffige wegen, zanderige wegen
Het wit van koeien die luieren op het gras in de weiden – vlug!
Het alomtegenwoordige, door het oog geringgeschatte wit
Van een muur tussen twee cipressen, van vrachtwagens in volle vaart – vlug!
Het wit – vlug!
En dan het zwart! Het zwart! Het zwart van vruchtbaar, gestaag omgeploegd land – vlug!
Het zwart van een paard dat doldraait door de treinen
En in radeloze kringen langs het hek van de omheining galoppeert – vlug!
Het zwart van een dorpsschoorsteen die zo stil is als een gesloten mond – vlug!
Het zwart van een dorpsklokkentoren die nooit in de armen van de heiland zal worden
opgenomen – vlug!
Het wit, het zwart, het groen, het roze, het blauw en het goud –
Vlug! Vlug! Vlug!
© 2013, Rokus Hofstede
TIME IN COLOR
Quick! Colors through the windowColors on fields and forests
Before the weather changes
And changes everything
Empties fields and forests of their substance
And ponds and farms
How fleeting the sun is!
How the sky mocks our admiring gaze
Eternity is an optical illusion
Immensity a dubious abstraction
The wheatfields’ gold – quick!
The pink of bricks piled on a building-site – quick!
The foliage’s chilly green – quick!
The rust-color of bushes, train-tracks, roadbeds – quick!
The yellow of colza in nearly-black fields
The silver of streams
The silt-browned green of fish-filled rivers – quick!
Cabbages’ purple in well-mannered squares – quick!
The road’s grey – quick!
The absolute blue of clear sun-softened autumn days – quick!
Red! Red! Tractors’, cars’, traffic-lights’ red – quick!
The red of a hunter’s cap, his rifle wedged in his armpit – quick!
(And soon the imagined red of a slain beast’s blood)
The metallic green of our roadside poplars – quick!
Blue slate roofs – quick!
The blue of distant mountains – quick!
Stone blue, horizon blue,
Blue light falling in a fine mist on the world – quick!
And white – I had almost forgotten white – the white of dusty roads, earthen ones
The white of cows lazing in pastures – quick!
Omnipresent white, that the eye disdains
Of a wall between two cypresses, of trucks going swiftly past
White – quick!
Then black! Black! The black of fertile earth ploughed over and over again – quick!
The black of a horse driven mad by the trains
Who gallops in crazed circles alongside the fence – quick!
The black of a village chimney silent as a closed mouth – quick!
The black of a village church-bell never to be caught up in the savior’s arms –
quick!
White, black, green, pink, blue and gold –
Quick! Quick! Quick!
© 2013, Marilyn Hacker
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère