Gedicht
Ester Naomi Perquin
TABLE TALK: ‘When people talk about people’
When people talk about people they say ‘they’. They do itover the starters. You’re sitting between them and
nod now and then, but you have no idea
what all the spoons are for.
They are other people, not the people who are talking
but the people they are talking about. I have never
claimed to love the word ‘they’, I just hear it.
I’m no fonder of ‘it’, you think.
It is something that happens in another country, in a big drought
with flies everywhere, the smell of fruit not even
describable any more, all eyes directed at
unreachably distant, fat water birds.
They point out a spelling error in the main course, nudge
each other and laugh, butter their bread. It makes
me think of ‘a’, which is closest to my heart.
A table. A meal. A guinea foul.
When people talk about people they never say, there is someone
here that. Or someone who is clearly. There is definitely,
without doubt, statistically, someone here who.
‘They’ has excluded us from consideration.
Every dinner has a raped woman. A homosexual.
An illiterate. A man who knows what all
the spoons are for. You’re better off
not talking to him.
© Translation: 2013, David Colmer
TAFELGESPREKKEN: ‘Als mensen over mensen praten’
Als mensen over mensen praten zeggen ze ‘de’. Ze doen dat
tijdens het voorgerecht. Je zit tussen ze in en je knikt
hier en daar, maar je hebt geen idee
waar alle lepels voor zijn.
De mensen zijn andere mensen, niet de mensen die praten maar
de mensen waarover wordt gepraat. Ik heb nooit gezegd
dat ik hou van het woord ‘de’, ik hoor het alleen.
Van ‘het’, denk je, hou ik evenmin.
Het is wat er gebeurt in een ander land, in een grote droogte
als er overal vliegen zijn, de geur van fruit niet eens meer
na te vertellen, waar alle ogen zijn gericht op
onbereikbaar verre, vette watervogels.
De mensen wijzen op een spelfout in het hoofdgerecht,
stoten elkaar aan en lachen, beboteren hun brood.
Ik moet aan ‘een’ denken, dat me nog het liefste is.
Een tafel. Een maaltijd. Een parelhoed.
Als mensen over mensen praten zeggen ze nooit: er is hier
iemand die. Of iemand waarvan duidelijk is. Er is hier
iemand die zeker, zonder twijfel, statistisch gezien.
‘De’ heeft ons buiten beschouwing gelaten.
Elk diner telt één verkrachte vrouw. Eén homofiel.
Eén analfabeet. Eén man die weet waar
alle lepels voor zijn. Met hem
kun je beter niet praten.
tijdens het voorgerecht. Je zit tussen ze in en je knikt
hier en daar, maar je hebt geen idee
waar alle lepels voor zijn.
De mensen zijn andere mensen, niet de mensen die praten maar
de mensen waarover wordt gepraat. Ik heb nooit gezegd
dat ik hou van het woord ‘de’, ik hoor het alleen.
Van ‘het’, denk je, hou ik evenmin.
Het is wat er gebeurt in een ander land, in een grote droogte
als er overal vliegen zijn, de geur van fruit niet eens meer
na te vertellen, waar alle ogen zijn gericht op
onbereikbaar verre, vette watervogels.
De mensen wijzen op een spelfout in het hoofdgerecht,
stoten elkaar aan en lachen, beboteren hun brood.
Ik moet aan ‘een’ denken, dat me nog het liefste is.
Een tafel. Een maaltijd. Een parelhoed.
Als mensen over mensen praten zeggen ze nooit: er is hier
iemand die. Of iemand waarvan duidelijk is. Er is hier
iemand die zeker, zonder twijfel, statistisch gezien.
‘De’ heeft ons buiten beschouwing gelaten.
Elk diner telt één verkrachte vrouw. Eén homofiel.
Eén analfabeet. Eén man die weet waar
alle lepels voor zijn. Met hem
kun je beter niet praten.
© 2012, Ester Naomi Perquin
Gedichten
Gedichten van Ester Naomi Perquin
Close
TAFELGESPREKKEN: ‘Als mensen over mensen praten’
Als mensen over mensen praten zeggen ze ‘de’. Ze doen dattijdens het voorgerecht. Je zit tussen ze in en je knikt
hier en daar, maar je hebt geen idee
waar alle lepels voor zijn.
De mensen zijn andere mensen, niet de mensen die praten maar
de mensen waarover wordt gepraat. Ik heb nooit gezegd
dat ik hou van het woord ‘de’, ik hoor het alleen.
Van ‘het’, denk je, hou ik evenmin.
Het is wat er gebeurt in een ander land, in een grote droogte
als er overal vliegen zijn, de geur van fruit niet eens meer
na te vertellen, waar alle ogen zijn gericht op
onbereikbaar verre, vette watervogels.
De mensen wijzen op een spelfout in het hoofdgerecht,
stoten elkaar aan en lachen, beboteren hun brood.
Ik moet aan ‘een’ denken, dat me nog het liefste is.
Een tafel. Een maaltijd. Een parelhoed.
Als mensen over mensen praten zeggen ze nooit: er is hier
iemand die. Of iemand waarvan duidelijk is. Er is hier
iemand die zeker, zonder twijfel, statistisch gezien.
‘De’ heeft ons buiten beschouwing gelaten.
Elk diner telt één verkrachte vrouw. Eén homofiel.
Eén analfabeet. Eén man die weet waar
alle lepels voor zijn. Met hem
kun je beter niet praten.
© 2012, Ester Naomi Perquin
TABLE TALK: ‘When people talk about people’
When people talk about people they say ‘they’. They do itover the starters. You’re sitting between them and
nod now and then, but you have no idea
what all the spoons are for.
They are other people, not the people who are talking
but the people they are talking about. I have never
claimed to love the word ‘they’, I just hear it.
I’m no fonder of ‘it’, you think.
It is something that happens in another country, in a big drought
with flies everywhere, the smell of fruit not even
describable any more, all eyes directed at
unreachably distant, fat water birds.
They point out a spelling error in the main course, nudge
each other and laugh, butter their bread. It makes
me think of ‘a’, which is closest to my heart.
A table. A meal. A guinea foul.
When people talk about people they never say, there is someone
here that. Or someone who is clearly. There is definitely,
without doubt, statistically, someone here who.
‘They’ has excluded us from consideration.
Every dinner has a raped woman. A homosexual.
An illiterate. A man who knows what all
the spoons are for. You’re better off
not talking to him.
© 2013, David Colmer
Sponsors
Partners
LantarenVenster β Verhalenhuis Belvédère