Poetry International Poetry International
Gedicht

Ester Naomi Perquin

TABLE TALK: ‘If you have to say something’

If you have to say something about meat you say ‘this’. This is the part
that has no eyes and no name, that didn’t spend days on end
walking around on boggy grass, that you even
waved at when you were little.
 
Someone sticks the point of a knife in the back of your hand, someone
attacks you, someone asks for your heart as if that’s something
that belongs on the table and you decide you’d better
make a joke of it. No one laughs.
 
It’s only when you’ve had too much to drink that you tell the story
of the meat as it really was. You would like to include a farmer
with a double-barreled shotgun, a smoke house full of wood.
 
But you talk about a screen, a panel with three buttons, the winch,
the advertising man who wanted to make love to his wife
in the middle of the night and then thought
of the perfect slogan.
 
Brainwaves, you say, are apparently easy to come by when it’s right
in front of your nose. When you really bury yourself in it.  
Nobody wants to get into that at the moment. 

TAFELGESPREKKEN: ‘Als je iets moet zeggen’

Als je iets moet zeggen over vlees zeg je ‘dit’. Dit is het gedeelte
dat geen ogen heeft en geen naam, dat geen hele dagen op een
zompig stuk gras heeft gestaan, waar je er zelf nog
naar zwaaide toen je kleiner was.
 
Iemand prikt met de punt van een mes in de rug van je hand, iemand
valt je aan, iemand vraagt naar je hart alsof het iets is
dat best op tafel mag en je besluit er dan maar
een grap van te maken. Niemand lacht.
 
Pas als je teveel hebt gedronken vertel je het verhaal van het vlees
zoals het werkelijk was. Je zou er het liefst een boer in stoppen
met een dubbelloopsgeweer, een rookkast vol hout.
 
Maar je vertelt over een scherm, een paneel met drie knoppen,
de grijparm, de reclameman die midden in de nacht
met zijn vrouw wilde vrijen en toen
de volmaakte slogan bedacht.
 
Een vondst, zeg je, wordt blijkbaar gemakkelijk gedaan
wanneer je er naast ligt. Jezelf er echt in begraaft.
Er is niemand die daar nu op in wil gaan.
Close

TAFELGESPREKKEN: ‘Als je iets moet zeggen’

Als je iets moet zeggen over vlees zeg je ‘dit’. Dit is het gedeelte
dat geen ogen heeft en geen naam, dat geen hele dagen op een
zompig stuk gras heeft gestaan, waar je er zelf nog
naar zwaaide toen je kleiner was.
 
Iemand prikt met de punt van een mes in de rug van je hand, iemand
valt je aan, iemand vraagt naar je hart alsof het iets is
dat best op tafel mag en je besluit er dan maar
een grap van te maken. Niemand lacht.
 
Pas als je teveel hebt gedronken vertel je het verhaal van het vlees
zoals het werkelijk was. Je zou er het liefst een boer in stoppen
met een dubbelloopsgeweer, een rookkast vol hout.
 
Maar je vertelt over een scherm, een paneel met drie knoppen,
de grijparm, de reclameman die midden in de nacht
met zijn vrouw wilde vrijen en toen
de volmaakte slogan bedacht.
 
Een vondst, zeg je, wordt blijkbaar gemakkelijk gedaan
wanneer je er naast ligt. Jezelf er echt in begraaft.
Er is niemand die daar nu op in wil gaan.

TABLE TALK: ‘If you have to say something’

If you have to say something about meat you say ‘this’. This is the part
that has no eyes and no name, that didn’t spend days on end
walking around on boggy grass, that you even
waved at when you were little.
 
Someone sticks the point of a knife in the back of your hand, someone
attacks you, someone asks for your heart as if that’s something
that belongs on the table and you decide you’d better
make a joke of it. No one laughs.
 
It’s only when you’ve had too much to drink that you tell the story
of the meat as it really was. You would like to include a farmer
with a double-barreled shotgun, a smoke house full of wood.
 
But you talk about a screen, a panel with three buttons, the winch,
the advertising man who wanted to make love to his wife
in the middle of the night and then thought
of the perfect slogan.
 
Brainwaves, you say, are apparently easy to come by when it’s right
in front of your nose. When you really bury yourself in it.  
Nobody wants to get into that at the moment. 
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère