Gedicht
Ron Silliman
from NORTHERN SOUL
uit DE NOORDELIJKE ZIEL
Quay St doornaar Deansgate
dan verder
naar Victoria Station,
Northern Rail
in westelijke richting naar Liverpool
grijze wolken
als kussens voor de hemel
Nog niets verheft zich
in deze velden
wat ze er ook verbouwen
Heg als afrastering
Een ouder station
in Newton-le-Willows
bakstenen kantoor op het hangslot
maar de stoelen op het perron
felgeel vinyl
dan de achtergevels
van rijtjeshuizen
met dunne plakjes tuin
Schoolterreinen
zonder honkbalvelden
Eksters voor
kauwen gehouden
Bloedworst
salade
vol raketsla
vliegtuigspotter
in een luchtafweer-
eenheid, leerde
eerst een tank te besturen
in de woestijn van Egypte
en besloot toen
Engeland nooit meer te verlaten
Scherpe schaduw over de bladzijde
als je schrijft in het donker
Hierbij delen wij mede
dat is voorgesteld
de naam van Sparrow Park
te veranderen
in Gallipoli Garden
Bury in Bloei
staat op de
in voornoemde tuin
gekantelde jeep
Kom je helemaal uit London gevlogen
& en wat is er op de buis
behalve Cash Cab
Kronkeltjes witte verf
op elke kruising
betekenen Hier niet parkeren
Ik luister niet naar hun gesprek
maar eerder naar de taal
die naar ik aanneem Grieks is
want ik begrijp er geen woord van
De lange vrouw, gehuld in een reusachtige doos
roept klagelijk je naam
Het hondje maakt een pirouette
om me te zien
De markt is nationaal erfgoed
maar er is alleen merkloze troep
in enorme hoeveelheden
United verplettert Arsenal
en zit in de finale
overal kanalen
Tien procent van de mensen
bezit 90% van het land
ergo 90% van de mensen
woont op slechts tien procent van het land
Daarom is het druk op straat in het zuiden
Inwoners bespeuren grove spraak
Wystan Curnow & Barry Schwabsky
in dezelfde kamer
Aspergeravioli
Fleet Street is korter
dan ik me had voorgesteld
Artie Gold onderbreken
die tussen optredens moet overgeven
terwijl de draaitafelaar
Willie the Shake samplet
fotosessie bij het Romeinse fort
het stadslandschap, vanwege
onze snelheid, vervlakt zich
feeling flappig – Simon
mit Garfunkel, altijd
met een gekookte tomaat
Mijn koninkrijk voor een flosdraad
Bomen schemeren volmaakt stil
maar ondersteboven
gespiegeld in de rivier
niet meer dan een stroompje
veenmoeras in de naaldbossen
kornoeljebloesem haast verdwenen
Vogels vliegen niet
in een rechte lijn
Door de hete thee
besloeg zijn bril
die langzaam opklaarde
Het gesprek over roerdompen
krijgt een domper – ‘POETRY
HAS BEEN BURY BURY
GOOD TO ME’
die maar een pover
rentmeester is gebleken
In het donker maar
met het raam open
in een poging tot ontrafeling
van de symfonie van de vogels
Strombusschelp bevestigd
op een koperen spies
Waar ik vandaan kom
voorspelt mist nooit regen
maar hier valt
moeilijk uit te maken
waar de ene ophoudt, de andere
in druppels samenkomt
De eerste kraai in de ochtendstond
wordt begroet met gapende mond
Het kleine fort bleef
bijna 2000 jaar staan
tot het in
het gedruis van de
snelle industriële uitbreiding
zonder bedenken
werd afgebroken
Vier trillers vogelzang
of misschien een groene
vrouwtjesreiger
De trillende
geknoopte witte binddraad
in de marge van
het eerste katern
is wat ik eerst schreef
De wind achter in
mijn nek
Verzacht de
breuk in de
regel, niet
zoals je die
hoort, retorisch
maar in de keel
gevat in de
handeling van
het ademen
Een kus die
eventjes
wat te
intens bleek
beneemt iemand –
de keuze is
feitelijk juist –
de adem
en het is dus
zuurstof of
de afwezigheid daarvan
waardoor de
adrenalineroes
in gang wordt gezet
die de nacht doet oplichten
Dickens woont
maar een paar straten verder
Eend van hout
gespietst op een standaard
Zuidelijkste puntje
van New Jersey
Beste Jimmy,
het is 7.45
in het strandhuurhuis van
Woitasek
Zwanen op Lake Lilly
Zonder veel
wind kan de
regen mij niet raken
hier onder
het balkon
Het leven, opgevat
als een geleidelijke
uitbreiding van spijt
Veldgids voor
zangvogels de vorige
dag ergens op een
toonbank achtergelaten
Brandweerpomp geel
geschilderd met
een feloranje dop
aan een anderszins
landelijke weg
Het grote lied
van de kleine junco
vermengd met de
brul van het boomknaagdier
Geen eekhoorn
maar een kraai
zweefde naar
de dode boom
Regen enkel hoorbaar
door de banden
die rollen over
de rivier de Ex
de rivier de Irwell
al die
naamloze kanalen
Het centrum
van de stad is
verschoven, achter de
grote hotels aan
Een traag karwei, fles
water in
zijn rechterhand
Regen adert in het meer
Zijn grootste gebrek
is een overschot
aan eerlijkheid, dat
hij te graag geliefd
wil zijn, zonder
te weten hoe je
precies
kunt vaststellen
wat vloeibaar
onmiddellijk, flakkerend is
& daarmee op anderen
tegelijk gespannen
& gretig
overkomt. De regen
neemt af, dus
merk je hoe de wind
zich als klinkers
in een diftong
verlengt
totdat de medeklinkers
die ze omgeven
beginnen te zoemen
Een Lhasa Apso
snuffelt aan mijn kuit,
gezicht dat ik
boven op Tibetaanse demonen-
portretten zie, de maquette
van een architect veranderd
in een poppenhuis, geen
rechte hoeken
na 354 jaar,
bloemen buigen weg
van de ochtendwind,
mussen bij de heg,
reiger in vlucht
maakt de uitvinding van de pijl
onvermijdelijk
kaarsen
op het glas helaas
mussen bij de heg
in grote hoeveelheden,
waar ik hier op uit ben
is een toon
die niet de
aangezette
vibratie van fonemen is
maar een emotie
aan de basis van mijn ruggengraat
die ik herken
omdat
ik ooit
tien jaar oud ben geweest
zo ver van deze wei
die Tom
zijn septische veld noemt
waar Beth om moet lachen,
Schuyler van opkijkt
hoewel Lulu
geen reactie vertoont
maar blijft
kauwen op
die plastic replica
van een kleipot
Zo raakte ik los
van elk idee van anker
of gekanker op
de economie van het afscheid
die zelfs mijn voorouders
oceanen over
dreef
(rendiermos
rem hier, een os
men tiert een
oxymoron)
vochtig aan de
rand van de oceaan
Donder & bliksem
geven de hemel diepte
Kayakersoep
West End Avenue
ligt eigenlijk
in het oosten
tenminste hier
in het uiterste zuiden van Delaware
net ten noorden
van Fenwick Island
Wrang droef
als je ontwaakt
net als de droom
erotisch wordt
waarbij je vriendin, onaangekondigd
na al die jaren
haar jurk losknoopt
die van haar afglijdt
net als je wakker schrikt
De sporen van regen
zijn overal te ontwaren
maar de krekels
pulseren synchroon
Een gesprek
net buiten gehoorsafstand
ik kan geslacht & toon horen
maar niet meer dan dat
woorden, alleen te onderscheiden
door hun eigen handeling
Eenzame mus
maakt een kusgeluid
Het verkeer
een doorlopend sussen
De wind, op de 11de verdieping
niet stil maar
alsof een vlag
of een laken zich ontvouwt
Lewis Warsh
op de plaatselijke markt
De tirannie van predicaten
Mijn ruggengraat ’s ochtends
Zelfs hier hoor
je stemmen van
de straat
deze lamp werpt schaduwen
zoals een buikspreker
een goede dan
haar stem verplaatst
zodat de pop
eenzaam in zijn hoek mompelt
Aan de verlichte ramen
in de hoge flat
kun je zien wie er wakker is
maar niet wie daar ligt,
slapeloos, eenzaam
boos of verdrietig, met pijn
in het donker
al constant verkeer
om 5 uur ’s ochtends
Beste Chris, hallo
die generatie
is al aan het verdwijnen
Een ventilator met gebroken blad
Natuurlijk is er een verhaal
De enige tegel
daar boven de oven
geplette kikkererwten
een voortreffelijke forel
gestoomde spruitjes
in een saus van morellen
met room en uitjes
zodat de eerste smaak zoet is
kraanvogels in de kop
terwijl de regen dropt
in de vijver
waarachter
een trein zijn silhouet op
de einder tekent
die, als hij fluit,
die lange vogels doet opvliegen
De viooltjes zijn geplant
na een strenge winter
De laatste bladeren van vorig najaar
eindelijk bijeengeharkt
Roger van de overkant
graaft in zijn kleine
tuintje tegen de heuvel
Heuvelopwaarts, amper hoorbaar
de paradiddle van een specht
maar nog geen bladeren
of nauwelijks
hoewel het grijze bos
alleen door de knopjes
al helemaal groen begint te kleuren
nog niet warm
maar op het punt warm te worden
Veel vogels vallen stil
als er kraaien aankomen
Op het hoogste punt van
deze heuvel de oudste
schuur van Philadelphia
maar achter mij
op de andere oever
van de rivier de luide
fluit van een trein
Ik hoor een tractor zijn
kenmerkende zachte grom
het koeren van een rotsduif
hoewel die roodborstjes
even dik
zijn als
stil, honingbijen
kloek van de lente
O wild oud huis
met handgehouwen
stenen zuilen je
waadt de tuin in
en gaat op je hurken iets
geels iets
nauwelijks paars akelei-
uil niet groter
dan de nagel van deze vinger
Berouw! Zegt de schuur
Dromen waarin
ik thuiskom &
de computer verwoest is
alle boeken verdwenen zijn
& niemand een verklaring heeft
De vier tunnels
van de Pennsylvania Turnpike
de afstand tussen
woede & verdriet
de eerste alleen een masker
voor het laatste
Waar de Monongahela
samenstroomt met de Ohio
bomen met rode knop
aan de bosrand
de manier waarop koeien
wanneer ze rusten
hun poten onder zich leggen
Waarom is Glenn Beck zo verdrietig
Boeken betekenen niets
behalve wat we hebben gelezen
hoge lucht verlaagd
door mistige regen
Over de rivier
naar de Golf
& later met de trein
helemaal naar Philadelphia
ruïnes van Fort Pitt
de bruggen opzettelijk pittoresk
Nutteloos weetje over Pittsburgh
is dat daar de
grootse mislukte staat
Tsjecho-Slowakije is geboren
prsi, prsi
een oogstdans
in een grote zaal
onder 1120 lampen
waarvan er twee
zijn opgebrand
Ze zien eruit als oudere motorrijders
afgezien van de SUV
twee soorten Indianen
dralen bij de deur van het restaurant
Ik vertel het verhaal
van de dag dat
John & Yoko de winkel binnenliepen
© Vertaling: 2012, Arnoud van Adrichem en Han van der Vegt
from NORTHERN SOUL
Up Quay Stto Deansgate
then over
to Victoria Station,
Northern Rail
West to Liverpool
grey clouds
pillowing the sky
No height
in these fields yet
whatever they’re growing
Hedgerow as fencing
An older station
at Newton-le-Willows
brick office padlocked
but the chairs on the platform
bright yellow vinyl
then the backsides
of row housing
with thin slivers of yards
School fields
without baseball diamonds
Magpies mistaken
for mockingbirds
Blood pudding
salad
full of rocket
planespotter
in an antiaircraft
unit, learning
first to drive a tank
over the Egyptian desert
then determining
never to leave England again
Sharp shadow over the page
writing into the dark
Notice is hereby given
that it is proposed
to change
the name of Sparrow Park
to Gallipoli Garden
Bury in Bloom
reads the jeep tipped
in aforementioned garden
Fly all the way from London
& what’s on the screen
but Cash Cab
Squigglies in white paint
at each intersection
mean Don’t park here
I’m not listening to their conversation
but rather to the language
which I decide must be Greek
understanding not a word
The tall woman is wearing a giant box
plaintively calling your name
The little dog pirouettes
just to see me
The market’s a national treasure
but it’s just off-brand tack
in vast quantity
United puts away the Arsenal
to reach the finals
canals everywhere
Ten percent of the people
own 90% of the land
ergo 90% of the people
live on just ten percent of the land
The streets thus are crowded in the South
Locals discern a coarse tongue
Wystan Curnow & Barry Schwabsky
in the very same room
Asparagus ravioli
Fleet Street being shorter
than I’d imagined
Cutting short Artie Gold
vomiting between sets
as the turntablist samples
Willie the Shake
photo shoot by the Roman fort
speed at which
towns blur by
feeling blurby – Simon
mit Garfunkel, always
with the cooked tomato
My kingdom for a floss
Trees shimmer perfectly still
but upside down
mirrored by the river
no more than a stream
peat bog in the pine barrens
dogwood’s blossoms all but gone
Birds won’t fly
in a straight line
The tea, being hot
steamed his glasses
which then cleared slowly
The argument over bitterns
turned bitter – “POETRY
HAS BEEN BURY, BURY
GOOD TO ME”
who has proven
but a meager steward
In the dark but
with the window open
attempting to sort
the symphony of birds
Conch shell mounted
atop a copper spike
Where I come from
fog never foretells rain
but here it is
difficult to discern
where one ends, the other
congeals into drops
First crow at dawn
Maketh one to yawn
The small fort stood
nearly 2,000 years
until amid
the hurly-burly of
rapid industrial expansion
it was knocked down
without a second thought
Four trill bird song
or perhaps a female
green-backed heron
The thrill of
the first signature’s
binding, white thread
at the margin
is what I first wrote
Wind on the back
of my neck
Soften the
break in the
line, not
as you hear
it, rhetorical
but throated
caught in the
business of
breathing
A kiss that
momentarily
proved a bit
too intense
takes one’s –
the choice is in
fact accurate –
breath away
so that it is
oxygen or
the absence thereof
that flushes
the rush of
adrenalin
illuminating the night
Dickens lives
but a block away
Mallard of wood
impaled on a stand
Southernmost tip
of New Jersey
Dear Jimmy,
it’s 7:45 AM
in the Woitasek’s
beach rental
Swans on Lake Lilly
Without much
wind the rain
won’t reach me
here below
the balcony
Life understood
as the gradual
expanse of regret
Field guide to
warblers left
on some counter
the day before
Hydrant painted
yellow with
a bright orange top
on an otherwise
county road
Little junco’s
big song
mixed with the
tree rodent’s bark
Not a squirrel
but a crow
has glided in
to the dead tree
Rain audible
only from tires
rolling over
the river Ex
the river Irwell
all these
nameless canals
The center
of town has
shifted, following
the big hotels
A slow job, bottle
of water in
his right hand
Rain mottles the lake
His biggest failing
is an excess
of earnestness, that
he wants too much
to be liked, not
knowing how
precisely
to ascertain
what is fluid,
instantaneous, flickering
& thus to others
comes across
both as anxious
& eager. The rain
slows, so
you notice the wind
just as vowels
in a diphthong
elongate
until the consonants
that bracket them
begin to hum
A Lhasa Apso
sniffs my calf,
face I see
atop Tibetan demon
portrayals, architect’s
model turned into
a doll house, no
right angles
after 354 years,
flowers lean away
from morning wind,
sparrows at the hedge,
heron in flight
renders the invention of arrows
inevitable
candles
on the glass alas,
sparrows at the hedge
in great quantity,
what I’m after
here is a tone
that is not
the vibration of phonemes
set into motion
but an emotion
at the base of my spine
I will recognize
by virtue of
having once upon a time
been ten years old
so far from this pasture
Tom calls
his septic field
causing Beth to laugh,
Schuyler to turn his head
tho Lulu
shows no reaction
but continues
to chew this
plastic replica
of a clay pot
Thus I spun loose
from any sense of anchor
nor rancor at
the economy of departure
that so propelled
even my ancestors
over oceans
(binocs
buy an ox
bind an
oxymoron)
humid at
ocean’s edge
Thunder & lightning
give depth to the sky
Kayaker soup
West End Ave
is in fact
to the east
at least here
in southernmost Delaware
just north
of Fenwick Island
Sweet sad
to awaken
just when the dream’s
taken an erotic turn
your friend, without warning,
after all these years
to have opened her robe,
the dress falling
just as you startle awake
The residue of rain
everywhere evident
but the crickets
pulsing in synch
Some conversation
just out of hearing
I can tell gender & tone
but only that
words indistinguishable
but for the act of themselves
Lone sparrow
makes a kissing sound
The traffic
a continual shush
The wind, 11 stories up
not silent but
as tho a flag
or sheet unfurling
Lewis Warsh
at the local market
The tyranny of predicates
My spine in the morning
Even here one
hears voices from
the street
this lamp throws shadows
the way a ventriloquist
a good one
displaces her voice
the puppet muttering
alone in its corner
You can see who’s awake
in that highrise condo
just by the lights
but not who’s lying there
sleepless, alone
angry or sad, in pain
there in the dark
traffic already constant
at 5 in the morning
Dear Chris, hello
that generation
already slipping away
A fan with a broken blade
Of course there’s a story
The only tile
there above the stove
chickpea purée
beside the perfect trout
sprouts roasted
alongside apples
in maple cider
so the first taste is sweet
Cranes in the brain
in the rain
in the pond
beyond which
a train
silhouettes the horizon
which, when it whistles,
sends these long birds aloft
The pansies are planted
after a harsh winter
Last fall’s last leaves
finally raked
Roger across the road
digging in his tiny
hillside garden plot
Up the hill, barely audible
woodpecker’s paradiddle
but no leaves yet
or barely any
tho the grey forest
starts to tinge green
just from the buds
not warm yet
but the cusp of warm
Many birds go silent
at the advance of crows
At the high point of
this hill the oldest
barn in Philadelphia
but behind me
on the far side
of the river the loud
whistle of a train
I hear a tractor’s
soft distinct growl
the coo of a rock dove
tho these robins
are as fat
as they are
silent, honey bees
plump with spring
O wild ancient house
with hand-cut
stone pillars you
wade into garden
then crouch something
yellow something
barely purple butter
fly no larger
than the nail of this finger
Repent! Says the barn
Dreams in which
I come home &
the computer’s destroyed
the books are all missing
& no one will explain
The four tunnels
of the Pennsylvania Turnpike
the distance between
rage & sadness
the former but a mask
for the latter
Where the Monongahela
meets the Ohio
red bud trees
at forest’s edge
the way cows
when resting
tuck their legs under
Why is Glenn Beck so sad
Books mean nothing
save for what we’ve read
high sky made low
by misty rain
By river
to the Gulf
& later by train
all the way to Philadelphia
remains of Fort Pitt
the bridges deliberately picturesque
Obscure fact about Pittsburgh
is that here was born
the great failed state
of Czechoslovakia
prsi, prsi
a harvest-dance
in a great hall
under 1,120 lights
two of which
have burned out
They look like aging bikers
but for the SUV
two kinds of Indians
pause at the restaurant door
I recount the tale
of the day
John & Yoko walked into the store
© 2011, Ron Silliman
From: Wharf Hypothesis
Publisher: Lines Press, Red Hook, NY
From: Wharf Hypothesis
Publisher: Lines Press, Red Hook, NY
Gedichten
Gedichten van Ron Silliman
Close
uit DE NOORDELIJKE ZIEL
Quay St doornaar Deansgate
dan verder
naar Victoria Station,
Northern Rail
in westelijke richting naar Liverpool
grijze wolken
als kussens voor de hemel
Nog niets verheft zich
in deze velden
wat ze er ook verbouwen
Heg als afrastering
Een ouder station
in Newton-le-Willows
bakstenen kantoor op het hangslot
maar de stoelen op het perron
felgeel vinyl
dan de achtergevels
van rijtjeshuizen
met dunne plakjes tuin
Schoolterreinen
zonder honkbalvelden
Eksters voor
kauwen gehouden
Bloedworst
salade
vol raketsla
vliegtuigspotter
in een luchtafweer-
eenheid, leerde
eerst een tank te besturen
in de woestijn van Egypte
en besloot toen
Engeland nooit meer te verlaten
Scherpe schaduw over de bladzijde
als je schrijft in het donker
Hierbij delen wij mede
dat is voorgesteld
de naam van Sparrow Park
te veranderen
in Gallipoli Garden
Bury in Bloei
staat op de
in voornoemde tuin
gekantelde jeep
Kom je helemaal uit London gevlogen
& en wat is er op de buis
behalve Cash Cab
Kronkeltjes witte verf
op elke kruising
betekenen Hier niet parkeren
Ik luister niet naar hun gesprek
maar eerder naar de taal
die naar ik aanneem Grieks is
want ik begrijp er geen woord van
De lange vrouw, gehuld in een reusachtige doos
roept klagelijk je naam
Het hondje maakt een pirouette
om me te zien
De markt is nationaal erfgoed
maar er is alleen merkloze troep
in enorme hoeveelheden
United verplettert Arsenal
en zit in de finale
overal kanalen
Tien procent van de mensen
bezit 90% van het land
ergo 90% van de mensen
woont op slechts tien procent van het land
Daarom is het druk op straat in het zuiden
Inwoners bespeuren grove spraak
Wystan Curnow & Barry Schwabsky
in dezelfde kamer
Aspergeravioli
Fleet Street is korter
dan ik me had voorgesteld
Artie Gold onderbreken
die tussen optredens moet overgeven
terwijl de draaitafelaar
Willie the Shake samplet
fotosessie bij het Romeinse fort
het stadslandschap, vanwege
onze snelheid, vervlakt zich
feeling flappig – Simon
mit Garfunkel, altijd
met een gekookte tomaat
Mijn koninkrijk voor een flosdraad
Bomen schemeren volmaakt stil
maar ondersteboven
gespiegeld in de rivier
niet meer dan een stroompje
veenmoeras in de naaldbossen
kornoeljebloesem haast verdwenen
Vogels vliegen niet
in een rechte lijn
Door de hete thee
besloeg zijn bril
die langzaam opklaarde
Het gesprek over roerdompen
krijgt een domper – ‘POETRY
HAS BEEN BURY BURY
GOOD TO ME’
die maar een pover
rentmeester is gebleken
In het donker maar
met het raam open
in een poging tot ontrafeling
van de symfonie van de vogels
Strombusschelp bevestigd
op een koperen spies
Waar ik vandaan kom
voorspelt mist nooit regen
maar hier valt
moeilijk uit te maken
waar de ene ophoudt, de andere
in druppels samenkomt
De eerste kraai in de ochtendstond
wordt begroet met gapende mond
Het kleine fort bleef
bijna 2000 jaar staan
tot het in
het gedruis van de
snelle industriële uitbreiding
zonder bedenken
werd afgebroken
Vier trillers vogelzang
of misschien een groene
vrouwtjesreiger
De trillende
geknoopte witte binddraad
in de marge van
het eerste katern
is wat ik eerst schreef
De wind achter in
mijn nek
Verzacht de
breuk in de
regel, niet
zoals je die
hoort, retorisch
maar in de keel
gevat in de
handeling van
het ademen
Een kus die
eventjes
wat te
intens bleek
beneemt iemand –
de keuze is
feitelijk juist –
de adem
en het is dus
zuurstof of
de afwezigheid daarvan
waardoor de
adrenalineroes
in gang wordt gezet
die de nacht doet oplichten
Dickens woont
maar een paar straten verder
Eend van hout
gespietst op een standaard
Zuidelijkste puntje
van New Jersey
Beste Jimmy,
het is 7.45
in het strandhuurhuis van
Woitasek
Zwanen op Lake Lilly
Zonder veel
wind kan de
regen mij niet raken
hier onder
het balkon
Het leven, opgevat
als een geleidelijke
uitbreiding van spijt
Veldgids voor
zangvogels de vorige
dag ergens op een
toonbank achtergelaten
Brandweerpomp geel
geschilderd met
een feloranje dop
aan een anderszins
landelijke weg
Het grote lied
van de kleine junco
vermengd met de
brul van het boomknaagdier
Geen eekhoorn
maar een kraai
zweefde naar
de dode boom
Regen enkel hoorbaar
door de banden
die rollen over
de rivier de Ex
de rivier de Irwell
al die
naamloze kanalen
Het centrum
van de stad is
verschoven, achter de
grote hotels aan
Een traag karwei, fles
water in
zijn rechterhand
Regen adert in het meer
Zijn grootste gebrek
is een overschot
aan eerlijkheid, dat
hij te graag geliefd
wil zijn, zonder
te weten hoe je
precies
kunt vaststellen
wat vloeibaar
onmiddellijk, flakkerend is
& daarmee op anderen
tegelijk gespannen
& gretig
overkomt. De regen
neemt af, dus
merk je hoe de wind
zich als klinkers
in een diftong
verlengt
totdat de medeklinkers
die ze omgeven
beginnen te zoemen
Een Lhasa Apso
snuffelt aan mijn kuit,
gezicht dat ik
boven op Tibetaanse demonen-
portretten zie, de maquette
van een architect veranderd
in een poppenhuis, geen
rechte hoeken
na 354 jaar,
bloemen buigen weg
van de ochtendwind,
mussen bij de heg,
reiger in vlucht
maakt de uitvinding van de pijl
onvermijdelijk
kaarsen
op het glas helaas
mussen bij de heg
in grote hoeveelheden,
waar ik hier op uit ben
is een toon
die niet de
aangezette
vibratie van fonemen is
maar een emotie
aan de basis van mijn ruggengraat
die ik herken
omdat
ik ooit
tien jaar oud ben geweest
zo ver van deze wei
die Tom
zijn septische veld noemt
waar Beth om moet lachen,
Schuyler van opkijkt
hoewel Lulu
geen reactie vertoont
maar blijft
kauwen op
die plastic replica
van een kleipot
Zo raakte ik los
van elk idee van anker
of gekanker op
de economie van het afscheid
die zelfs mijn voorouders
oceanen over
dreef
(rendiermos
rem hier, een os
men tiert een
oxymoron)
vochtig aan de
rand van de oceaan
Donder & bliksem
geven de hemel diepte
Kayakersoep
West End Avenue
ligt eigenlijk
in het oosten
tenminste hier
in het uiterste zuiden van Delaware
net ten noorden
van Fenwick Island
Wrang droef
als je ontwaakt
net als de droom
erotisch wordt
waarbij je vriendin, onaangekondigd
na al die jaren
haar jurk losknoopt
die van haar afglijdt
net als je wakker schrikt
De sporen van regen
zijn overal te ontwaren
maar de krekels
pulseren synchroon
Een gesprek
net buiten gehoorsafstand
ik kan geslacht & toon horen
maar niet meer dan dat
woorden, alleen te onderscheiden
door hun eigen handeling
Eenzame mus
maakt een kusgeluid
Het verkeer
een doorlopend sussen
De wind, op de 11de verdieping
niet stil maar
alsof een vlag
of een laken zich ontvouwt
Lewis Warsh
op de plaatselijke markt
De tirannie van predicaten
Mijn ruggengraat ’s ochtends
Zelfs hier hoor
je stemmen van
de straat
deze lamp werpt schaduwen
zoals een buikspreker
een goede dan
haar stem verplaatst
zodat de pop
eenzaam in zijn hoek mompelt
Aan de verlichte ramen
in de hoge flat
kun je zien wie er wakker is
maar niet wie daar ligt,
slapeloos, eenzaam
boos of verdrietig, met pijn
in het donker
al constant verkeer
om 5 uur ’s ochtends
Beste Chris, hallo
die generatie
is al aan het verdwijnen
Een ventilator met gebroken blad
Natuurlijk is er een verhaal
De enige tegel
daar boven de oven
geplette kikkererwten
een voortreffelijke forel
gestoomde spruitjes
in een saus van morellen
met room en uitjes
zodat de eerste smaak zoet is
kraanvogels in de kop
terwijl de regen dropt
in de vijver
waarachter
een trein zijn silhouet op
de einder tekent
die, als hij fluit,
die lange vogels doet opvliegen
De viooltjes zijn geplant
na een strenge winter
De laatste bladeren van vorig najaar
eindelijk bijeengeharkt
Roger van de overkant
graaft in zijn kleine
tuintje tegen de heuvel
Heuvelopwaarts, amper hoorbaar
de paradiddle van een specht
maar nog geen bladeren
of nauwelijks
hoewel het grijze bos
alleen door de knopjes
al helemaal groen begint te kleuren
nog niet warm
maar op het punt warm te worden
Veel vogels vallen stil
als er kraaien aankomen
Op het hoogste punt van
deze heuvel de oudste
schuur van Philadelphia
maar achter mij
op de andere oever
van de rivier de luide
fluit van een trein
Ik hoor een tractor zijn
kenmerkende zachte grom
het koeren van een rotsduif
hoewel die roodborstjes
even dik
zijn als
stil, honingbijen
kloek van de lente
O wild oud huis
met handgehouwen
stenen zuilen je
waadt de tuin in
en gaat op je hurken iets
geels iets
nauwelijks paars akelei-
uil niet groter
dan de nagel van deze vinger
Berouw! Zegt de schuur
Dromen waarin
ik thuiskom &
de computer verwoest is
alle boeken verdwenen zijn
& niemand een verklaring heeft
De vier tunnels
van de Pennsylvania Turnpike
de afstand tussen
woede & verdriet
de eerste alleen een masker
voor het laatste
Waar de Monongahela
samenstroomt met de Ohio
bomen met rode knop
aan de bosrand
de manier waarop koeien
wanneer ze rusten
hun poten onder zich leggen
Waarom is Glenn Beck zo verdrietig
Boeken betekenen niets
behalve wat we hebben gelezen
hoge lucht verlaagd
door mistige regen
Over de rivier
naar de Golf
& later met de trein
helemaal naar Philadelphia
ruïnes van Fort Pitt
de bruggen opzettelijk pittoresk
Nutteloos weetje over Pittsburgh
is dat daar de
grootse mislukte staat
Tsjecho-Slowakije is geboren
prsi, prsi
een oogstdans
in een grote zaal
onder 1120 lampen
waarvan er twee
zijn opgebrand
Ze zien eruit als oudere motorrijders
afgezien van de SUV
twee soorten Indianen
dralen bij de deur van het restaurant
Ik vertel het verhaal
van de dag dat
John & Yoko de winkel binnenliepen
© 2012, Arnoud van Adrichem en Han van der Vegt
From: Wharf Hypothesis
From: Wharf Hypothesis
from NORTHERN SOUL
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère