Gedicht
Øyvind Rimbereid
ROSE II
So fast you flowered!No one discovered you before
you had unfolded.
First we saw you
as weed
rather than what we would prefer to see.
Now you stand there, supreme:
no stalk, no root,
your soul taken straight out of the air
or from the reality behind you.
When we stare at you,
you don’t mind.
You yourself are enough.
You have understood
that with your six crystal arms
twisted backwards,
you can embrace the cold.
The cold you can trust.
With colourless petals
the fruit a diamond
and nodes of the brightest kind,
you get to eat from the cold one more time
entangling your fingers into
your sister’s cracked, white hair.
Like a baroque rosebush
drawn by no one,
we see you flowering, unruly
back to front, down and up.
The sun, an abyss.
Sibir, your exile.
While we, at the window
this last day of March,
hand resting midway
in the morning paper, may feel such a need
to hold on to you, firmly,
before the long summer, Sahara.
© Translation: 2011, May-Brit Akerholt
Publisher: First published on PIW, , 2011
Publisher: First published on PIW, , 2011
ROOS II
Je stond zo snel in bloei!Niemand ontdekte je voor
je je ontvouwen had.
We zagen je eerst
als onkruid
niet hoe we je het liefst zagen.
Nu sta je daar, soeverein:
geen stengel, geen wortel,
je ziel direct uit de lucht genomen
of uit de werkelijkheid achter je.
Wanneer wij naar je staren,
doet dat je weinig.
Je hebt genoeg aan jezelf.
Je hebt begrepen
dat je met je zes kristallen armen,
naar achteren gewrongen,
de kou kunt omvatten.
Daarop kun je vertrouwen.
Met kleurloze kroonbladen,
als vrucht een diamant
en klierharen van het witste soort,
voed je nog een uur aan de kou
je vingers gevlochten in
het gebarsten, witte haar van je zussen.
Als een barokke rozenstruik
door niemand getekend
zien we je bloeien, willekeurig,
achteren voren, beneden boven.
De zon, een afgrond.
Siberië, je ballingschap.
Terwijl wij, aan het raam,
deze laatste dag van maart
onze hand rustend halverwege
een ochtendkrant, zo’n drang kunnen
krijgen om je vast te houden
vóór die lange zomer, Sahara.
© Vertaling: 2011, Roald van Elswijk
Publisher: 2011, First published on PIW,
Publisher: 2011, First published on PIW,
ROSE II
Så kjapt du blomstret!Ingen oppdaget deg før
du hadde foldet deg ut.
Først så vi deg
som ugras
framfor det vi helst ville se.
Nå står du der, suveren:
ingen stilk, ingen rot,
sjelen tatt rett ut av lufta
eller fra virkeligheten bak deg.
Når vi stirrer på deg,
bryr du deg ikke.
Du har nok med deg selv.
Du har skjønt
at med dine seks krystallarmer
vrengt bakover,
kan du omfavne kulden.
Den kan du stole på.
Med fargeløse kronblad,
frukten en diamant
og kjertelhår av blankeste slag,
får du spist av kulden en time til,
filtret fingrene inn i
din søsters sprukne, hvite hår.
Som et barokt rosekratt
tegnet av ingen,
ser vi deg blomstre, uregjerlig
bak fram, ned opp.
Sola, en avgrunn.
Sibir, ditt eksil.
Mens vi, ved vinduet
denne siste dagen i mars
med hånda hvilende midtveis
i ei morgenavis, kan få sånn trang
til å holde fast i deg,
før den lange sommeren, Sahara.
© 2008, Øyvind Rimbereid
From: Herbarium
Publisher: Gyldendal Forlag, Oslo
From: Herbarium
Publisher: Gyldendal Forlag, Oslo
Gedichten
Gedichten van Øyvind Rimbereid
Close
ROOS II
Je stond zo snel in bloei!Niemand ontdekte je voor
je je ontvouwen had.
We zagen je eerst
als onkruid
niet hoe we je het liefst zagen.
Nu sta je daar, soeverein:
geen stengel, geen wortel,
je ziel direct uit de lucht genomen
of uit de werkelijkheid achter je.
Wanneer wij naar je staren,
doet dat je weinig.
Je hebt genoeg aan jezelf.
Je hebt begrepen
dat je met je zes kristallen armen,
naar achteren gewrongen,
de kou kunt omvatten.
Daarop kun je vertrouwen.
Met kleurloze kroonbladen,
als vrucht een diamant
en klierharen van het witste soort,
voed je nog een uur aan de kou
je vingers gevlochten in
het gebarsten, witte haar van je zussen.
Als een barokke rozenstruik
door niemand getekend
zien we je bloeien, willekeurig,
achteren voren, beneden boven.
De zon, een afgrond.
Siberië, je ballingschap.
Terwijl wij, aan het raam,
deze laatste dag van maart
onze hand rustend halverwege
een ochtendkrant, zo’n drang kunnen
krijgen om je vast te houden
vóór die lange zomer, Sahara.
© 2011, Roald van Elswijk
From: Herbarium
Publisher: 2011, First published on PIW, Oslo
From: Herbarium
Publisher: 2011, First published on PIW, Oslo
ROSE II
So fast you flowered!No one discovered you before
you had unfolded.
First we saw you
as weed
rather than what we would prefer to see.
Now you stand there, supreme:
no stalk, no root,
your soul taken straight out of the air
or from the reality behind you.
When we stare at you,
you don’t mind.
You yourself are enough.
You have understood
that with your six crystal arms
twisted backwards,
you can embrace the cold.
The cold you can trust.
With colourless petals
the fruit a diamond
and nodes of the brightest kind,
you get to eat from the cold one more time
entangling your fingers into
your sister’s cracked, white hair.
Like a baroque rosebush
drawn by no one,
we see you flowering, unruly
back to front, down and up.
The sun, an abyss.
Sibir, your exile.
While we, at the window
this last day of March,
hand resting midway
in the morning paper, may feel such a need
to hold on to you, firmly,
before the long summer, Sahara.
© 2011, May-Brit Akerholt
Publisher: 2011, First published on PIW,
Publisher: 2011, First published on PIW,
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère