Gedicht
Mirta Rosenberg
Intimate Bestiary
If someone wanted to be a tortoiseit would be me:
to fashion from a conical section
the prehistoric hub of my election
lodged in the dorsal spine.
Being a tortoise
has something ideal:
it sports wrinkles from its youth
and in a sense literally real
grows bigger with the years
– more years
more bulk.
Post-matrimonial,
without family ties
once its eggs are laid
like each and every woman
naturally daughter of the moon,
nevertheless
not a single schism
between her and her hearth gods lies.
With all these lows and highs,
for me
who is in me
– without balm pure pressure to go –
it matters little that her progress
on the surface is slow:
that
would give endurance to me
making me able to enter the sea
– that covers two thirds of the world’s ground –
knowing that if I go down
I gain velocity.
© Translation: 2008, Julie Wark
INTIEM BESTIARIUM
Als iemand een schildpad zou willen zijndan ik wel:
van een kegelsnede
mijn eigen prehistorische zetel maken
die in de ruggengraat huist.
Een schildpad zijn
heeft iets ideaals:
van jongs af aan prijkt ze met rimpels
en in de letterlijke betekenis
wordt ze ouder met de jaren
– hoe ouder
hoe groter.
Post-matrimoniaal,
zonder familiebanden
na het leggen van eieren,
gelijk aan alle en elkeen,
natuurlijkerwijs een dochter van de maan,
en toch
is er geen schisma
tussen haar en haar penaten.
Bij al die wisselvalligheden,
voor mij
die in mezelf besta
– zuivere dwang zonder gemak –,
doet het er weinig toe dat haar gang
over het oppervlak traag is:
dat
zou mij laten duren,
zo kan ik de zee in,
– die twee derden van de wereld bedekt –
en weet ik dat ik, als ik verdrink,
aan snelheid win.
© Vertaling: 2008, Bart Vonck
Bestiario Intimo
Si alguien querría ser una tortugasería yo:
hacer de una sección cónica
mi propia sede prehistórica
alojada en la espina dorsal.
Ser tortuga
tiene algo de ideal:
desde joven luce arrugas
y en sentido literal
se hace mayor con los años
– a más edad
más tamaño.
Post-matrimonial,
sin lazos familiares
después de desovar,
igual a todas y cada una,
naturalmente hija de la luna,
sin embargo
no hay cisma
entre ella misma y sus lares.
Entre tantos avatares,
para mí
que estoy en mí
– puro apremio sin molicie –,
poco cuenta que sea lenta
su marcha en la superficie:
eso
me haría durar
y capaz de entrar al mar,
– que cubre dos tercios del mundo –
sabiendo que si me hundo
gano velocidad.
© 2008, Mirta Rosenberg
Publisher: First published on PIW,
Publisher: First published on PIW,
Gedichten
Gedichten van Mirta Rosenberg
Close
INTIEM BESTIARIUM
Als iemand een schildpad zou willen zijndan ik wel:
van een kegelsnede
mijn eigen prehistorische zetel maken
die in de ruggengraat huist.
Een schildpad zijn
heeft iets ideaals:
van jongs af aan prijkt ze met rimpels
en in de letterlijke betekenis
wordt ze ouder met de jaren
– hoe ouder
hoe groter.
Post-matrimoniaal,
zonder familiebanden
na het leggen van eieren,
gelijk aan alle en elkeen,
natuurlijkerwijs een dochter van de maan,
en toch
is er geen schisma
tussen haar en haar penaten.
Bij al die wisselvalligheden,
voor mij
die in mezelf besta
– zuivere dwang zonder gemak –,
doet het er weinig toe dat haar gang
over het oppervlak traag is:
dat
zou mij laten duren,
zo kan ik de zee in,
– die twee derden van de wereld bedekt –
en weet ik dat ik, als ik verdrink,
aan snelheid win.
© 2008, Bart Vonck
Intimate Bestiary
If someone wanted to be a tortoiseit would be me:
to fashion from a conical section
the prehistoric hub of my election
lodged in the dorsal spine.
Being a tortoise
has something ideal:
it sports wrinkles from its youth
and in a sense literally real
grows bigger with the years
– more years
more bulk.
Post-matrimonial,
without family ties
once its eggs are laid
like each and every woman
naturally daughter of the moon,
nevertheless
not a single schism
between her and her hearth gods lies.
With all these lows and highs,
for me
who is in me
– without balm pure pressure to go –
it matters little that her progress
on the surface is slow:
that
would give endurance to me
making me able to enter the sea
– that covers two thirds of the world’s ground –
knowing that if I go down
I gain velocity.
© 2008, Julie Wark
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère