Poetry International Poetry International
Gedicht

Robert Gray

HARBOUR DUSK

HAVENSCHEMER

Zij en ik kwamen daar dwalend door een leeg park
en legden onze handen op het wegvloeiende leven
van een stenen balustrade. Voor ons, over het olieachtig aubergine duister
van de haven, konden we de zeiljachten nog onderscheiden

tegen een betrokken lucht die van onderen mauve belicht was
en een verre oever van donker, afbrokkelend geboomte.
Een deel van de stad, links van ons, lichtte op als een fruitkraam.
Na de zomerdag, een enorm, vochtig verstommen.

De jachten waren een heel eind weg, in hun lege velden van water.
Soms werd er een zachtjes neergelegd, als een ganzeveer.
Ze leken te fluisteren, door elkander glijdend,
steeds in weifelend evenwicht, als was beslistheid kwalijk.

in de verte, door de gespannen Brug, een hemel van moerbei
en oranje chiffon. Mauve-grijs, elk gekliefd zeil –
als verpleegsters, in een diepe gang: lichte melancholie;
of als nonnen die ’s avonds te biecht gaan.

HARBOUR DUSK

She and I came wandering there through an empty park,
and we laid our hands on a stone parapet’s
fading life. Before us, across the oily, aubergine dark
of the harbour, we could make out yachts –

beneath an overcast sky, that was mauve underlit,
against a far shore of dark, crumbling bush.
Part of the city, to our left, was fruit shop bright.
After the summer day, a huge, moist hush.

The yachts were far across their empty fields of water.
One, at times, was gently rested like a quill.
They seemed to whisper, slipping amongst each other,
always hovering, as though resolve were ill.

Away off, through the strung Bridge, a sky of mulberry
and orange chiffon. Mauve-grey, each sloven sail –
like nursing sisters in a deep corridor, some melancholy;
or nuns, going to an evening confessional.
Close

HAVENSCHEMER

Zij en ik kwamen daar dwalend door een leeg park
en legden onze handen op het wegvloeiende leven
van een stenen balustrade. Voor ons, over het olieachtig aubergine duister
van de haven, konden we de zeiljachten nog onderscheiden

tegen een betrokken lucht die van onderen mauve belicht was
en een verre oever van donker, afbrokkelend geboomte.
Een deel van de stad, links van ons, lichtte op als een fruitkraam.
Na de zomerdag, een enorm, vochtig verstommen.

De jachten waren een heel eind weg, in hun lege velden van water.
Soms werd er een zachtjes neergelegd, als een ganzeveer.
Ze leken te fluisteren, door elkander glijdend,
steeds in weifelend evenwicht, als was beslistheid kwalijk.

in de verte, door de gespannen Brug, een hemel van moerbei
en oranje chiffon. Mauve-grijs, elk gekliefd zeil –
als verpleegsters, in een diepe gang: lichte melancholie;
of als nonnen die ’s avonds te biecht gaan.

HARBOUR DUSK

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère