Artikel
Bestaat Belgische poëzie?
13 april 2006
Nochtans is het ooit anders geweest. Zo waren er in de vorige eeuw nog talrijke Vlaamse dichters die in het Frans schreven, zoals Emile Verhaeren en de voormalige Nobelprijswinnaar literatuur Maurice Maeterlinck. Toen waren deze Franstalige Vlamingen in de ogen van de buitenwereld echte Belgische dichters, vandaag zijn ze vooral in de Franse literatuurgeschiedenissen terug te vinden.
Maar honderd jaar geleden schreven de meeste Vlaamse schrijvers natuurlijk al in het Nederlands. Veel internationale uitstraling had dit echter niet, omdat het lange tijd heeft geduurd vooraleer het Nederlands dat in Vlaanderen werd gesproken binnen en buiten de landgrenzen de status van cultuurtaal kon genieten. Het Belgisch Nederlands – het zgn. Vlaams – werd decennialang in de eerste plaats als volkstaal aanzien. Vandaag liggen de zaken iets anders. Vlaanderen heeft de afgelopen 150 jaar een heuse taalbeweging gehad die ertoe geleid heeft dat met het land ook de cultuur gefederaliseerd is. Op die manier lijkt een begrip als “Belgische poëzie” een anachronisme geworden.
Enkele literaire wenkbrauwen gingen dan ook fronsen toen een Franse uitgever in het voorjaar van 2005 het boek Ici on parle flamand & français. Une fameuse collection de poèmes belges (Hier spreekt men Vlaams en Frans. Een fameuze collectie Belgische gedichten) uitgaf. In geen jaren was het nog gebeurd dat iemand de frase “Belgische poëzie” in de mond had genomen. Op de achterflap van de betreffende bloemlezing wordt die zgn. Belgische poëzie getypeerd als “teder, grappig of rebels”. Deze drie adjectieven worden wel vaker gebruikt als de Belg getypeerd moet worden. Belgische personages in films, romans en stripverhalen hebben altijd iets teders, grappigs of rebels. Denke maar aan Tintin, Hercule Poirot of Maigret. Datzelfde geldt voor het werk van twee van Belgisch meest beroemde schilders: René Magritte en James Ensor.
De laatste Belgische dichter stierf in 1979: Jacques Brel. De wereldberoemde chansonnier maakte zichzelf onsterfelijk met briljante Franstalige liedjes als “Ne me quitte pas”, in de Angelsaksische wereld bekend geworden als “If you go away” door o.m. Frank Sinatra. Maar een echte Belg zijnde, placht Brel af en toe ook een nummer in de taal van de Vlamingen te zingen. Hij was zowel teder, grappig als rebels. Maar hij was zodanig Belgisch dat de Fransen hem hebben geannexeerd als hun zanger en vandaag bijna iedereen denkt dat hij een Fransman is. De laatste der Mohikanen in het anachronisme dat de Belgische poëzie heet.
Een website over Belgische poëzie lanceren is dan ook een driekoppig monster boven het doopvont houden. Vlaamse dichters worden doorgaans als de stiefbroers en –zussen van “Hollandse” dichters gezien. Dat is ook niet verwonderlijk: hoewel ze vaak in een totaal andere traditie werken, maken ze van dezelfde taal gebruik. Bovendien geven de meeste Vlaamse dichters in Amsterdam uit, het Mekka van de literaire uitgevers in de Lage Landen. De Waalse dichters worden dan weer om dezelfde redenen tot de Franse poëzie gerekend. De Duitstalige literatuur uit België is iets kleiner qua omvang: er zijn een 70.000 Duitstalige Belgen; een drietal onder hen is actief als dichter en publiceert bij een regionale uitgever.
Maar België zou België niet zijn, als dat driekoppig monster in één adem tot leven kwam. Het driekoppig monster is een drieling, waarvan vandaag enkel de eerste geboren kan worden. Voorlopig belicht deze website namelijk enkel de Vlaamse of Nederlandstalige dichters uit België. Op de Franse en Duitse dichters dient u nog even te wachten.
Want to read more thoughts about this question? Read Benno Barnard's article on the existence of Belgian poetry here.
Het woord Belgisch gebruik je doorgaans om wereldberoemd bier en chocolade, maar niet om poëzie te benoemen. In een politiek complex land als België is het bijna ondenkbaar om over Belgische poëzie te spreken. Belgische poëzie bestaat niet.
In België heb je Duitstalige, Franstalige en Nederlandstalige poëzie. Franstalige poëzie uit België wordt ook wel “Waalse” poëzie genoemd, Nederlandstalige poëzie uit België wordt dan weer “Vlaamse” poëzie genoemd. In de literatuurgeschiedschrijving worden ze respectievelijk bij de Franse en de Nederlandse literatuur gerekend.Nochtans is het ooit anders geweest. Zo waren er in de vorige eeuw nog talrijke Vlaamse dichters die in het Frans schreven, zoals Emile Verhaeren en de voormalige Nobelprijswinnaar literatuur Maurice Maeterlinck. Toen waren deze Franstalige Vlamingen in de ogen van de buitenwereld echte Belgische dichters, vandaag zijn ze vooral in de Franse literatuurgeschiedenissen terug te vinden.
Maar honderd jaar geleden schreven de meeste Vlaamse schrijvers natuurlijk al in het Nederlands. Veel internationale uitstraling had dit echter niet, omdat het lange tijd heeft geduurd vooraleer het Nederlands dat in Vlaanderen werd gesproken binnen en buiten de landgrenzen de status van cultuurtaal kon genieten. Het Belgisch Nederlands – het zgn. Vlaams – werd decennialang in de eerste plaats als volkstaal aanzien. Vandaag liggen de zaken iets anders. Vlaanderen heeft de afgelopen 150 jaar een heuse taalbeweging gehad die ertoe geleid heeft dat met het land ook de cultuur gefederaliseerd is. Op die manier lijkt een begrip als “Belgische poëzie” een anachronisme geworden.
Enkele literaire wenkbrauwen gingen dan ook fronsen toen een Franse uitgever in het voorjaar van 2005 het boek Ici on parle flamand & français. Une fameuse collection de poèmes belges (Hier spreekt men Vlaams en Frans. Een fameuze collectie Belgische gedichten) uitgaf. In geen jaren was het nog gebeurd dat iemand de frase “Belgische poëzie” in de mond had genomen. Op de achterflap van de betreffende bloemlezing wordt die zgn. Belgische poëzie getypeerd als “teder, grappig of rebels”. Deze drie adjectieven worden wel vaker gebruikt als de Belg getypeerd moet worden. Belgische personages in films, romans en stripverhalen hebben altijd iets teders, grappigs of rebels. Denke maar aan Tintin, Hercule Poirot of Maigret. Datzelfde geldt voor het werk van twee van Belgisch meest beroemde schilders: René Magritte en James Ensor.
De laatste Belgische dichter stierf in 1979: Jacques Brel. De wereldberoemde chansonnier maakte zichzelf onsterfelijk met briljante Franstalige liedjes als “Ne me quitte pas”, in de Angelsaksische wereld bekend geworden als “If you go away” door o.m. Frank Sinatra. Maar een echte Belg zijnde, placht Brel af en toe ook een nummer in de taal van de Vlamingen te zingen. Hij was zowel teder, grappig als rebels. Maar hij was zodanig Belgisch dat de Fransen hem hebben geannexeerd als hun zanger en vandaag bijna iedereen denkt dat hij een Fransman is. De laatste der Mohikanen in het anachronisme dat de Belgische poëzie heet.
Een website over Belgische poëzie lanceren is dan ook een driekoppig monster boven het doopvont houden. Vlaamse dichters worden doorgaans als de stiefbroers en –zussen van “Hollandse” dichters gezien. Dat is ook niet verwonderlijk: hoewel ze vaak in een totaal andere traditie werken, maken ze van dezelfde taal gebruik. Bovendien geven de meeste Vlaamse dichters in Amsterdam uit, het Mekka van de literaire uitgevers in de Lage Landen. De Waalse dichters worden dan weer om dezelfde redenen tot de Franse poëzie gerekend. De Duitstalige literatuur uit België is iets kleiner qua omvang: er zijn een 70.000 Duitstalige Belgen; een drietal onder hen is actief als dichter en publiceert bij een regionale uitgever.
Maar België zou België niet zijn, als dat driekoppig monster in één adem tot leven kwam. Het driekoppig monster is een drieling, waarvan vandaag enkel de eerste geboren kan worden. Voorlopig belicht deze website namelijk enkel de Vlaamse of Nederlandstalige dichters uit België. Op de Franse en Duitse dichters dient u nog even te wachten.
Want to read more thoughts about this question? Read Benno Barnard's article on the existence of Belgian poetry here.
© Tom Van de Voorde
Vertaler: John Irons
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère